Laatste nieuws
P.J.H. Pilon; F.W. Dijkers
6 minuten leestijd

Een manager in huisartsenland

Plaats een reactie

Hulp bij het organisatorische werk in de praktijk

Weer een nieuwe functionaris in de huisartsenpraktijk: de hagro-manager. De manager kan helpen de toename van het organisatorische werk in goede banen te leiden. En het geld hoeft ditmaal geen belemmering te zijn.

In een paar jaar tijd is het beeld dat huisartsen van zichzelf en van hun functioneren hebben, drastisch gewijzigd.1 De moderne zorgverleners hebben een explosie van niet-patiëntgebonden taken te verwerken gekregen.2 De mondigheid van de patiënten heeft geleid tot een grotere behoefte aan uitleg en een toegenomen verantwoording van het handelen van de huisarts. De vergrijzing van de bevolking en de daarmee samenhangende toename van het aantal patiënten met een chronische aandoening vereisen een complexere zorg, en dat vereist weer intensieve samenwerking met andere hulpverleners. Ook het aantal preventieve activiteiten is toegenomen. De huisarts kan niet, zoals vroeger, afwachten tot de patiënt zich aandient. Deze extra activiteiten hebben de werkdruk van de huisarts vergroot en een nieuwe dimensie toegevoegd aan het huisartsenvak.3

Organisatie

Volgens het Nivel is de solistisch werkende huisarts op zijn retour. Er waren al enkele gezondheidscentra, maar er verschijnen nu ook andere samenwerkingsverbanden, zoals duopraktijken en HOED-constructies (huisartsen onder één dak). Dat heeft invloed op de organisatie van de huisartsenpraktijk. Het toenemend aantal parttime werkende huisartsen en de steeds belangrijker wordende rol van hulppersoneel in de huisartsenpraktijk spelen in deze veranderende organisatie een grote rol. Naast de praktijkassistente die in bijna elke praktijk aanwezig is, zien we op veel plaatsen de ‘praktijkondersteuner’ verschijnen. Deze hulpkracht op HBO-niveau speelt een grote rol in de protocollaire geneeskunde bij chronische aandoeningen. De praktijkondersteuner wordt als regel aangesteld voor meerdere huisartsen.


De hagro (een huisartsengroep van 8 tot 12 huisartsen) is de volgende structuur in de organisatie. Binnen een hagro zijn de onderlinge waarneming en het farmacotherapie-overleg (FTO) de bindmiddelen. In de politieke besluitvorming vormen gezamenlijke hagro’s via een regionaal bestuur (RHV) en een districtsbestuur (DHV) het landelijke bestuur: de LHV.


Naast deze structuren zijn er sinds kort veel huisartsenposten voor diensten opgezet. Deze bieden kansen voor een herstructurering van de huisartsenzorg op regionaal niveau. Deze nieuwe, professioneel opgezette dienstenstructuren kunnen een grote impact hebben op de organisatie van de huisartsenpraktijk omdat ze alle huisartsenzorg buiten kantooruren overnemen.

Samenwerkingsverbanden

De nieuwe ontwikkelingen vereisen dat huisartsen samenwerken met diverse hulpverleners en niet-hulpverleners. Reeds jaren bestaat het FTO, waarin de huisartsen in kleine groepen met apothekers overleg plegen. Met diverse specialisten bestaat een overleg waarin transmurale afspraken worden gemaakt. Ook met andere collega’s hebben huisartsen samenwerkingsverbanden: verpleeghuisartsen (advisering bij chronisch zieken in de thuissituatie of in het verzorgingshuis), GGD-artsen (schoolgaande kinderen, uitbraak van infecties), verzekeringsartsen (inlichtingen over kandidaat-verzekerden) en arbo-artsen (werkgerelateerde problemen). Behalve de paramedici met wie al wordt samengewerkt, zoals de fysiotherapeut, de diëtist, de verloskundige en de wijkverpleegkundige, komen andere hulpverleners meer in beeld: de logopedist, de ergotherapeut en de diabetesverpleegkundige.


Nieuw ontstane administratieve structuren eisen eveneens de aandacht van de huisartsen. Denk daarbij aan het meldpunt euthanasie, het Regionaal Indicatie Orgaan (RIO), factureringsfirma’s en de al genoemde centrale dienstenstructuren. Bovendien weten ook niet-hulpverleners de huisarts te vinden. Daarbij gaat het niet alleen om de farmaceutische industrie. Ook advocaten en politie vragen de huisarts regelmatig om diensten.

Verwachting


Er komen per huisarts steeds meer zorgverzekeraars, met een eigen contract en met eigen regelingen. De overheid in de vorm van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA) wil een vorm van concurrentie tussen hulpverleners. Daarbij gaat het niet alleen om prijsconcurrentie. Het moet helder zijn voor welk product de praktijk, of liever de hagro, staat. Voor contracten met de zorgverzekeraar moet op basis van dat product op kleinschalig niveau worden onderhandeld. Lokale omstandigheden kunnen daarbij een rol spelen.


Begin 2002 treedt de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) in werking. Deze wet gaat, anders dan de naam suggeert, niet over het functioneren van de huisarts. De wet beoogt de WAO-instroom te beperken door een actief beleid te voeren bij ziekmeldingen. Een extra taak voor alle werkgevers en dus ook voor zelfstandige huisartsen.


Tegelijkertijd vermindert het aantal ziekenhuisbedden per hoofd van de bevolking. Dat betekent dat opnames minder eenvoudig te realiseren zijn en mensen naar huis komen terwijl zij nog veel zorgbehoefte hebben.


Kwaliteitsbewaking is een onmisbaar onderdeel van het nieuwe begrip ‘disease-management’. Dat betekent dat het werk in de praktijk en de kwaliteit van de geleverde zorg moeten worden gemeten en bewaakt. Daarbij horen een beleidsplan en een jaarverslag.


Al deze ontwikkelingen zijn alleen mogelijk als de organisatie in de huisartsenpraktijk goed is geregeld. Want ze brengen heel wat overleg, veel nieuwe afspraken en ook een aanzienlijke uitbreiding van de administratie mee. De vraag is of de huisartsen dat er op dit moment wel bij kunnen hebben. Wie moet dat extra werk doen?


Gezondheidscentra hebben vaak een manager in dienst. Huisartsen buiten deze centra hebben meestal een groot deel van hun administratie gedelegeerd aan de assistente, soms verzorgt hun partner dit deel van het werk. Dikwijls wordt ook een aanzienlijk deel van de administratieve werkzaamheden uitbesteed aan de accountant; dit beperkt zich meestal tot de financiële zaken.

Hagro-manager


Er is behoefte aan een kader voor een nieuwe organisatiestructuur. Het bestaande kader, de hagro, lijkt daarvoor het meest aangewezen samenwerkingsverband te zijn. Het management zou dan ook het best hier vorm kunnen krijgen. De hagro is kleinschalig en overzichtelijk, en is als eenheid vertegenwoordigd naar district en LHV. Verwacht wordt dat straks ook de contracten met de zorgverzekeraars per hagro worden afgesloten.


Om de nieuwe ontwikkelingen vorm te geven zou het aanstellen van een manager, een bindende functionaris ter versterking van het samenwerkingsverband binnen een hagro, een goede oplossing zijn. Deze manager kan zich aanvankelijk vooral bezighouden met de logistieke zaken van de deelnemende huisartsenpraktijken, zoals personeelsbeleid en contracten met zorgverzekeraars. De functie kan later worden uitgebreid naar diverse andere vormen van praktijkondersteuning. Op deze wijze kan de manager een sleutelfiguur zijn in de samenwerking van de huisartsen. Wel is het dan nodig om op hagro-niveau een rechtspersoon te vormen die als werkgever kan optreden.


In welke mate huisartsen straks taken aan de hagro-manager gaan delegeren, hangt af van de afspraken binnen een hagro. Daarmee wordt hagro-management maatwerk voor de betrokken hagro. Dit maatwerk zal grotendeels worden bepaald door externe factoren, zoals overheidsmaatregelen en ziektekostenstelsel, en interne factoren, die betrekking hebben op praktijkstructuren, persoonlijke werkstijl, specifieke aandachtsvelden in het werk en dergelijke. Uit die factoren wordt een bepaalde vraag naar management gedestilleerd, die zijn antwoord vindt in het takenprofiel van de hagro-manager (zie kader).


Wie betaalt?


Nu de overheid heeft besloten over te gaan tot de financiering van de praktijkondersteuner, is het mogelijk ook geld voor een hagro-manager te reserveren. De gereserveerde gelden voor de praktijkondersteuning zijn namelijk deels voor deze taken bedoeld. Vermoedelijk zal een hagro-manager zichzelf ook voor een deel terugverdienen omdat er kan worden bespaard op de accountantskosten. De hagro-manager kan het werk doen dat de huisarts nu aan een accountantskantoor uitbesteedt. Ook sommige collectieve regelingen die worden gefaciliteerd door een manager (gezamenlijke inkoop, gezamenlijk personeelsbeleid, PR) kunnen voor de huisartsen besparingen opleveren. Maar, het allerbelangrijkste is dat de huisarts meer plezier in zijn werk krijgt doordat veel niet-patiëntgebonden taken hem uit handen worden genomen.


Niets nieuws onder de zon. Gezondheidscentra hadden al langer een manager of coördinator en daar was ook een financiering voor. In een groepspraktijk bleek een dergelijke functionaris eveneens van veel nut te zijn.4 In dit tijdschrift is enkele jaren geleden al eens gepleit voor een secretaris voor de hagro. Het ging daarbij om het delegeren van taken die de huisarts traditioneel uitvoerde. Over een vergoeding van de kosten werd niet gesproken.5 Het gaat nu echter om meer. Van de huisartsen worden taken verwacht waarvoor zij niet zijn opgeleid en die geen direct verband houden met patiëntenzorg. Het onderhandelen over tarieven is daarvan een voorbeeld. Gelukkig zijn er inmiddels gelden gereserveerd voor deze ondersteuning. Het is onverstandig die dan niet aan te wenden. De hagro-manager zal straks onmisbaar blijken te zijn. n

P.J.H. Pilon,


huisarts te Veenendaal


dr. F.W. Dijkers,


docent praktijkorganisatie, afdeling Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde LUMC


Correspondentieadres: P.J.H. Pilon, Peermos 1, 3904 BT  Veenendaal, e-mail:

pilon.loukas@wxs.nl

Foto: Madchen Wasser


Mogelijke taken:

SAMENVATTING


l  Het beeld van de huisartsenpraktijk verandert: de manier van werken is anders en er zijn nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan.


l  De hogere werkdruk komt voor een deel door verandering in het werkaanbod, maar er worden ook extra activiteiten van de huisarts verwacht (onderhandelen, beleid maken), taken waarvoor de huisarts niet is opgeleid. Vaak hebben deze activiteiten geen direct verband met patiëntenzorg.


l Het aanstellen van een hagro-manager kan een welkome versterking van de huisartsgeneeskunde betekenen. Voor de financiering lijken weinig belemmeringen te zijn.

Literatuur


1. De wereld verandert en de huisarts verandert mee. Discussienota LHV, Utrecht: LHV, 1995.  2. Santen H van. Vernieuwing in huisartsenland noodzakelijk. Medisch Contact 1998; 53: 1404-6.  3. Koert AM, Veen-de Vries N, Haan J de. Werkdruk en delegeren. De Huisarts in Nederland 2000 (4: april): 15-9.  4. Tex-Dukkers van Emden M den. Praktijkondersteuning door een coördinator. Praktijkmanagement 1998, 15: 40-2.  5. Nijland A, Haan J de. Een secretaris voor de hagro. Medisch Contact 1999; 54: 839-41.

Is de hagro-manager het einde van de vrijheid in de praktijk of een redder in nood? Dit waren de reacties op dit artikel. U kunt hier niet meer reageren. 

l

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.