MC 35 - Rommeldokter

De seniorinspecteur voor de Gezondheidszorg moet de kwalificatie ‘rommeldokter’ in gedachten hebben gehad toen hij werd geconfronteerd met het handelen van de in deze zaak betrokken arts. Diens persoonlijke functieomschrijving leek niet bepaald overeen te komen met die van het onderzoeksbureau Hay, onlangs opgesteld voor de LHV in het kader van de functiewaardering en honorering van huisartsen.

Maar hoe krijg je, om te voorkomen dat patiënten ernstige schade oplopen, zo’n huisarts weer op de rails of - als niets meer lukt - definitief eraf? Toen de gesprekken van de inspecteur met deze inmiddels door zijn waarneemgroep gewipte huisarts, én die van de medisch adviseur van de zorgverzekeraar niets uithaalden, stapte de inspecteur ten langen leste naar het Regionaal Tuchtcollege. Kern van de negen onderdelen tellende klacht tegen de arts was - volgens de analyse van het tuchtcollege - het op onvoldoende wijze waarborgen van de continuïteit van de huisartsenzorg. Het vonnis dat volgde, was zwaar: doorhaling van de inschrijving als arts in het BIG-register. Belangrijke overwegingen vormden het ontbreken van een adequate waarneming, geen nascholing, belastingschulden en het ontbreken van zelfinzicht dat tot correctie zou kunnen leiden.

In hoger beroep was het Centraal Tuchtcollege wat milder. Omdat niet zozeer het medisch-inhoudelijk functioneren als arts ter discussie stond, maar zijn onvermogen om te voldoen aan de noodzakelijke randvoorwaarden voor het uitoefenen van het huisartsenvak. Daarom werd de arts alleen het recht ontzegd om nog als huisarts werkzaam te zijn. Overigens, dat de huisarts niet geabonneerd was op vakliteratuur en geen weet had van de NHG-standaarden gold - en dat is niet verrassend - als minpunt. U bent dus gewaarschuwd ...

B.V.M. Crul, huisarts
mr. W.P. Rijksen