Risico op hartfalen als complicatie van AF is groter dan gedacht

Het lifetimerisico op atriumfibrilleren (AF) is in de afgelopen twintig jaar gestegen van 24 naar 31 procent. Bovendien moeten artsen meer beducht zijn op hartfalen als complicatie van nieuwgediagnosticeerde AF. Dat schrijven Nicklas Vinter e.a. in BMJ.

De onderzoekers wilden weten wat het risico op AF is gedurende het leven. Hiervoor bestudeerden ze een dataset van 3,5 miljoen Denen van 45 jaar en ouder zonder AF. Vervolgens keken ze bij hoeveel van hen in de twintig jaar na inclusie AF werd vastgesteld. Hieruit blijkt dat het lifetimerisico op AF voor 45-plussers de laatste tien jaar is gestegen. Tussen 2000 en 2010 was dat een risico van één op vier en in de tien jaar erna een risico van één op drie. Bij de analyses hielden de onderzoekers rekening met verschillende potentieel verstorende factoren.

Hartfalen

Bij ruim 362 duizend van hen was er sprake van nieuwgediagnosticeerde AF zonder een complicatie. De onderzoekers volgden deze patiënten tot er wél een complicatie optrad, zoals een hersenberoerte, hartinfarct of hartfalen. De meestwaargenomen complicatie bleek niet een beroerte te zijn, maar hartfalen. Het lifetimerisico op hartfalen lag rond de 42 procent en nam in twintig jaar niet af terwijl de onderzoekers dat wel – in lichte mate – waarnamen bij een beroerte.

Richtlijnen

In een editorial schrijven Jianhua Wu en Ramesh Nadarajah dat internationale richtlijnen de nadruk leggen op beroerteprofylaxe bij AF-patiënten, maar deze observationele studie laat zien dat het lifetimerisico op hartfalen groter is bij 45-plussers met een nieuwgediagnosticeerde AF. Daarom vinden ze dat er meer aandacht moet komen voor de preventie ervan.

Editorial: The growing burden of atrial fibrillation and its consequences

Temporal trends in lifetime risks of atrial fibrillation and its complications between 2000 and 2022: Danish, nationwide, population based cohort study