Wijkzuster levert tonnen op

Het inzetten van tien parttime wijkverpleegkundigen voor niet-geïndiceerde zorg levert jaarlijks bijna een kwart miljoen euro op. Dat concludeert advies- en managementbureau BMC op basis van onderzoek in West-Brabant.

Met financiële steun uit het ZonMw-project Zichtbare Schakel liet de Regionale Kruisvereniging West-Brabant tien wijkverpleegkundigen – in het rapport consequent wijkzusters genoemd – in een deel van hun tijd (samen 2,75 fte) hun cliënten uitsluitend niet-geïndiceerde zorg leveren. Dat is zorg zonder formele indicatie maar alleen verleend op basis van wat de wijkzuster op dat moment beschouwde als het beste voor de cliënt.

De tien wijkzusters en hun ondersteuning kosten jaarlijks 210.000 euro, zo bleek uit evaluatieonderzoek van BMC. Daartegenover leveren zij 345.000 op aan besparingen: een positief saldo van 135.000 euro. De besparingen zijn het gevolg van het feit dat al in een vroeg stadium zorg kan worden geregeld of andere zorg kan worden ingezet. Ook de gemeenten profiteren doordat bijstandsuitkeringen worden voorkomen.

Daarnaast leidt de inzet van de wijkzusters tot een betere kwaliteit van leven bij hun cliënten. BMC berekende deze als 5,5 qaly’s (quality-adjusted life year), wat vertaald kan worden in een bedrag van 110.000 euro. Zowel de maatschappelijke als de somatische problematiek van de cliënten verbetert, onder meer door de laagdrempeligheid van de wijkzuster, de extra tijd die zij heeft om problemen te kunnen doorzien en haar korte reactietijd. Onderzoeker Egbert van der Meer: ‘De kruisvereniging, een van de weinige die er nog zijn, bewaakt op afstand de vraaggerichte werkwijze van de wijkzusters. Hierdoor kunnen zij meer dan bij de geïndiceerde zorg redeneren vanuit de zorgvraag, niet vanuit de organisatie.’ Als de betere kwaliteit van leven en de besparingen bij elkaar worden opgeteld, is de jaarlijkse nettowinst van de zusters 245.000 euro.

Voor het onderzoek is een steekproef van 54 dossiers gelicht. Met de wijkzusters is gesproken over onder meer de zorghistorie van de betrokken cliënten, de manier waarop het contact tot stand kwam, het werk dat werd gedaan en het resultaat daarvan. Ook werd gesproken over het zogeheten ‘nulalternatief’: wat was er anders gebeurd? Ter relativering van de positieve resultaten van het onderzoek wijst Van der Meer er in zijn rapport op dat de steekproef niet aselect werd getrokken en dat inschattingen zijn gemaakt over het wel en wee van de cliënt na de interventie, vergeleken met na die van het hypothetische nulalternatief.

Joost Visser

De Wijkzuster terug in West-Brabant: worden we er beter van?

Lees ook:

• Wijkverpleegkundige terug
• Meer nieuws