Tuchtcolleges twijfelen aan eigen bekendheid

Het is zeer de vraag of patiënten voldoende op de hoogte zijn van de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij een medisch tuchtcollege. Dat schrijven de gezamenlijke tuchtcolleges in hun jaarverslag over 2006.

In het jaarverslag rekenen de tuchtcolleges voor dat er jaarlijks miljoenen contacten zijn tussen artsen en patiënten. Dit grote aantal contacten leidt jaarlijks tot ongeveer 1300 klachten bij de regionale tuchtcolleges en ongeveer 325 beroepszaken bij het Centraal Medisch Tuchtcollege. De verhouding tussen het aantal patiëntencontacten en het aantal beroepszaken is zo scheef dat het de vraag is of de klachtmogelijkheid bij het publiek wel voldoende bekend is.

In zijn onlangs uitgesproken jaarrede voor de Vereniging voor Gezondheidsrecht signaleert gezondheidsjurist Johan Legemaate hetzelfde probleem. Volgens Legemaate is het tuchtrecht aan een herziening toe om in de toekomst relevant te blijven. Behalve individuele artsen moeten ook samenwerkingsverbanden zoals maatschappen kunnen worden aangeklaagd. En wellicht is het verstandig om mensen in de colleges op te nemen die het patiëntenperspectief kunnen vertegenwoordigen, aldus de gezondheidsjurist.

Uit het jaarverslag van de tuchtcolleges blijkt verder dat het aantal ingediende klachten nagenoeg stabiel is. Afgelopen jaar werden er 1332 ingediend, tegen 1315 in 2005. Het aantal afgehandelde klachten blijft sterk groeien. In 2006 werden 1389 zaken afgedaan. In 2004 waren dat er slechts 840 en vorig jaar 1084. De sterke stijging hangt samen met een inhaalslag die een aantal colleges maakt. Het regionale college in Eindhoven handelt op dit moment bijvoorbeeld meer zaken af dan dat er nieuwe klachten binnenkomen. << RC