Tropenartsen werken na terugkomst niet anders

Artsen die in de tropen hebben gewerkt, schrijven niet minder medicijnen voor en doen ook niet meer verrichten in de eigen praktijk. Met deze conclusie hebben onderzoekers van het Utrechtse Julius Centrum voor gezondheidswetenschappen en eerstelijnsgeneeskunde een oude mythe ontkracht

‘De tropenartsen passen zich snel weer aan de Nederlandse situatie aan’, concludeert huisarts-onderzoeker Niek de Wit van het Julius Centrum. Hij leidde het onderzoek, dat in samenwerking met de werkgroep huisartsgeneeskunde van de Tropenvereniging werd uitgevoerd. De onderzoekers analyseerden bij 515 huisartsen de gegevens over voorschrijven, verwijzen voor diagnostisch onderzoek, verwijzen naar tweedelijns specialisten en verrichtingen in de eigen praktijk. Van deze groep hadden 37 artsen meer dan twee jaar werkervaring als tropenarts; 31 huisartsen hadden een kortere periode in een ontwikkelingsland gewerkt.

De Wit: ‘Huisartsen met ervaring in de tropen zeggen doorgaans dat ze kritischer zijn geworden en zelfstandiger werken, omdat ze met beperkte middelen hebben gewerkt. Dat zou zich uiten in minder voorschrijven en minder verwijzingen. Maar getalsmatig is dit niet hard te maken.’ De artsen met tropenervaring schrijven evenveel voor als hun collega’s; ook bij de andere onderdelen gingen zij niet afwijkend te werk.

De onderzoekers ontdekten geen tijdseffect. De Wit: ‘ Maar dat kan ook liggen aan het criterium dat we hiervoor hebben gehanteerd. We hebben gekeken of iemand langer of korter dan vijf jaar terug is.’ Hij vermoedt dat een arts die één jaar terug in Nederland is, wel anders te werk gaat. ‘Dan houd je de werkmethode uit het andere land wel vast. Maar daarna worden de tropenartsen beïnvloed door hun Nederlandse collegae en de Nederlandse situatie.’

De voormalig tropenartsen gaven hun patiënten wel 10 procent minder verwijzingen mee. Maar volgens de onderzoekers komt dit niet door de tropenervaring, maar door andere factoren, zoals de samenstelling van de praktijk waarin de arts werkt. ‘Tropenartsen werken vaker in samenwerkingsverbanden’, verklaart De Wit. ‘En die verbanden wijzen in het algemeen al minder door naar specialisten.’ << MM