Reumabehandeling kan tot herpes zoster leiden
Plaats een reactiePatiënten met reumatoïde artritis hebben bij behandeling met monoklonaletumornecrosisfactor-a-antilichamen (anti-TNF-a) een verhoogd risico op een herpes zoster-infectie. Dit melden onderzoekers van het Duitse Rheumatism Research Centre in Berlijn in JAMA van 18 februari. Dat anti-TNF-a het risico op bacteriële infecties verhoogt, was al bekend.
In de studie is bij 5040 patiënten met reumatoïde artritis onderzocht of herpes zoster vaker voorkwam bij anti-TNF-a-gebruikers dan bij patiënten die alleen DMARDs (disease-modifying antirheumatic drugs) kregen. De onderzoekers registreerden 86 gevallen van therapiegerelateerde herpes zoster bij 82 patiënten. In 39 gevallen trad de herpes zoster op bij een behandeling met de monoklonale antilichamen adalimumab (Humira) of infliximab (Remicade) en in 23 gevallen bij een behandeling met het fusie-eiwit etanercept (Enbrel), dat ook een anti-TNF-a is.
De overige 24 patiënten met herpes zoster behoorden tot de controlegroep, die werd behandeld met conventionele DMARDs. Op basis van berekeningen kwamen de onderzoekers vervolgens tot de conclusie dat alleen de behandeling met monoklonale antilichamen tot een significant verhoogd risico op herpes zoster leidt; etanercept bleek niet geassocieerd met een verhoogd risico op een herpes zoster-infectie.
De onderzoekers adviseren artsen om patiënten die worden behandeld met monoklonale anti-TNF-a goed te monitoren op vroege symptomen van herpes zoster.
In een commentaar benadrukken Richard Whitley en John Gnann van de universiteit van Alabama dat het risico op een herpes zoster-infectie bij de interventiegroep in dit onderzoek veel lager is dan bij andere groepen met een verhoogd risico op infecties, zoals hiv-geïnfecteerden of mensen die een orgaantransplantatie hebben ondergaan.
Dit is vermoedelijk te verklaren doordat anti-TNF-a een zeer specifiek en beperkt immunosuppressief effect heeft. Verder melden zij dat er in de studie veel relatief ernstige infecties voorkwamen in het onderzoek. Artsen moeten zich bewust zijn van het potentiële risico hierop, concluderen Whitley en Gnann. Dvd
JAMA 2009; 301: 737-44 en 774-5
- Er zijn nog geen reacties