Psychisch blijkt toch somatisch
Plaats een reactieDe tuchtzaak Psychisch blijkt toch somatisch (MC 48/2005: 1940) herinnert me aan een man die als directeur van een bedrijf aan de dijk was gezet omdat hij zon verwarde indruk maakte. Ik verwees hem naar de neuroloog toen ik in de anamnese de klacht scheefstaande mond hoorde. Diagnose: doorbloedingsproblemen van onder andere de temporaalkwab. De man werd gerehabiliteerd: hij werd niet oneervol ontslagen en in plaats van niets (!) te ontvangen, maakte hij aanspraak op een uitkering.
Crul en Rijksen fronsen de wenkbrauwen in hun commentaar bij deze tuchtzaak. Dat deed ik ook. Al enige tijd lijkt het onder psychiaters hip om geen stethoscoop meer te hebben. Ook zeer gewaardeerde collegas geven aan niet meer in staat te zijn tot een basaal lichamelijk onderzoek. Het bontst maakte een collega het: Bij ons in het ziekenhuis roepen we altijd direct een assistent interne. Dit, terwijl haar opleider een dappere strijd voerde om de psychiater als medisch specialist weer op de kaart te krijgen. We bespraken in de assistentengroep de casus van een man die tijdens mijn weekenddienst op de gerontopsychiatrie al een aantal dagen niet meer mobiel was. Men dacht dat hij misschien als gevolg van de griepprik niet zo lekker was. De arts-assistent orthopedie in een ander ziekenhuis durfde de patiënt in eerste instantie te weigeren: Misschien moet hij wel worden geopereerd en ik heb nog maar één bed op de afdeling. Ik dacht dat de man een collumfractuur had. Ik dacht ook dat hij aan één bed wel genoeg zou hebben. Ik fronste ook toen mijn wenkbrauwen.
Bennekom, december 2005
drs. M. Otter, psychiater
- Er zijn nog geen reacties