Overlap, gaten en gebreken

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) constateert nogal wat missers in de preoperatieve zorg (MC 9/2007: 364). De klachtencommissie van ons lokale ziekenhuis behandelt allerlei klachten; niet alleen wat er preoperatief kan misgaan. In de paar jaar dat ik in de klachtencommissie zit, zijn uitingen waarbij de ene collega via de patiënt kritiek levert op een ander, geen ongewoon verschijnsel. Integendeel, dit is bij om en nabij de helft van de klachten het geval.

Waarom gebeurt dit zo frequent? Een patiënt stuurt daar meestal niet op aan, neem ik aan. Zijn kritische opmerkingen over, en niet tegen elkaar functioneel in het gesprek met de patiënt? Meestal niet, lijkt me. Natuurlijk heeft de patiënt recht op informatie, zeker als hij daarom vraagt. De toon en de gekozen woorden zijn dan doorslaggevend. Bijvoorbeeld: ‘een andere behandeling was ook mogelijk geweest, dunkt mij’. Eventueel aangevuld met: ‘ik denk dat ik daarvoor zou hebben gekozen’.

Als de patiënt niet om een oordeel vraagt over een eerdere behandeling van een andere arts, dan moet de arts zich afvragen welk belang ermee is gediend om die informatie te geven. Als een arts meent dat het hier om een misser gaat die past in een reeks, en hij geen vertrouwen heeft in het functioneren van deze collega, moet hij dit op een andere manier aan de orde te stellen. 

Artsen spreken elkaar zelden aan op wat er misgaat. Is dit dan een uitlaatklep voor een geprangd gemoed?  Erg professioneel is het allemaal niet. Als er ongevraagd, achter diens rug om ongezouten kritiek op een collega wordt gegeven, komt het gedrag van de arts in de buurt van platte roddel. Daar lijkt het mijns inziens vaak op.

Amsterdam, mei 2007

Joop Stam, huisarts