LHV-voorzitter: Het loon van de nacht

‘Het nummer waarin uw eerstvolgende column verschijnt, is geheel gewijd aan de nacht. Kunt u uw bijdrage zo schrijven, dat deze ook in het thema past?

Met vriendelijke groet, redactie MC.’ Meestal drijft dit soort verzoeken een columnist tot wanhoop. Biedt de actualiteit volop gelegenheid tot het schrijven van een sterk verhaal, word je gedwongen iets te schrijven over een onderwerp waarmee jij en je doelgroep geen enkele band hebben. Niet dit keer echter. Het thema ‘de nacht’ sluit naadloos aan bij een van de speerpunten in het beleid van de LHV. Een heel nummer zelfs hierover. Ik zweer bij alles wat mij lief is, dat de LHV geen invloed op de onderwerpskeuze heeft gehad - maar ik ben er uiterst gelukkig mee.

Staat u mij echter eerst toe dat ik ‘de nacht’ iets oprek, want die is voor huisartsen namelijk onlosmakelijk verbonden met het begrip avond-, nacht- en weekenddienst, kortweg ANW. Eind 2006, na een brede discussie binnen de LHV, stelde de beroepsgroep in meerderheid vast dat huisartsenzorg 24-uurszorg is. Daarmee is het een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de beroepsgroep om 24 uur per dag en zeven dagen per week huisartsenzorg te bieden. Recentelijk heeft de ledenraad dit standpunt nog eens nader uitgewerkt. Daarbij kwam een tweetal belangrijke aandachtspunten naar voren.

Allereerst is het belangrijk dat huisartsen niet alleen maar hun diensten op de huisartsenpost draaien. Zij moeten ook meer en directer worden betrokken bij het beleid dat de post voert. Als huisartsen tijdens de ANW 1,75 miljoen consulten en meer dan 400.000 visites voor hun rekening nemen, dan moet je ook kunnen meepraten over de omstandigheden waaronder je dat doet.

Dat werk moet natuurlijk ook worden betaald - en daar ligt nu een groot probleem. Het huidige uurtarief is, om het maar ronduit te zeggen, belachelijk laag en niet langer acceptabel. Het realiseren van betere honorering van de ANW-uren is voor de LHV op dit moment dan ook topprioriteit. Ik vraag mij echt af of de meerderheid van de huisartsen op termijn bereid blijft 24-uurszorg te leveren, als het ANW-tarief niet beduidend wordt opgeplust.

Waar dat, in negatieve zin, toe kan leiden, hebben de ontwikkelingen in Engeland aangetoond. Daar stopten de huisartsen met de ANW-diensten, met als uiteindelijk gevolg dat de ANW-zorg totaal versnipperde, de continuïteit verloren ging en de huisartsen hun invloed op de organisatie ervan volledig verloren. Die situatie wens ik de Nederlandse huisarts, in het belang van goede patiëntenzorg, niet toe. ANW-zorg heeft namelijk alles te maken met kwaliteit, continuïteit en zeggenschap. Daarvoor is echter wel een marktconforme beloning vereist. Dan wordt het loon van de nacht daadwerkelijk loon naar werken.

Steven van Eijck, voorzitter LHV