LHV-voorzitter: ‘Dokter, mag ik u wat vragen?’

Het zal u niet verbazen dat de special van Medisch Contact ‘Patiënt denkt mee’ mij bijzonder aansprak. Ons LHV-bestuursmotto luidt immers: huisarts en patiënt centraal. Het belichten van de diversiteit in visies, de verschillen van inzichten en aspecten als communicatie en samenspel, gaf scherp aan hoe lastig het is voor medici om gezamenlijk de patiënt centraal te stellen. Het vraagt in elk geval tijd en aandacht en daar ontbreekt het simpelweg aan.

Huisartsen hebben het druk. Dat zal niemand ontkennen. De administratieve en organisatorische lasten van de huisartsen zijn de laatste jaren aanmerkelijk gestegen. En de mondige patiënt vraag meer tijd en communicatieve vaardigheden van de huisarts dan in het verleden. En terwijl de LHV aan de ene kant haar beleidsmatige pijlen richt op een daadwerkelijke vermindering van die administratieve lasten, doet zij tegelijkertijd een beroep op huisartsen en patiënten om nog wat meer met elkaar te communiceren. Niet over ziekten of geneesmid­delen, maar over de mogelijkheden en onmogelijk­heden in het zorgaanbod van de huisarts en de visie en wensen van de patiënten op dat terrein.

Vanuit de wens huisarts en patiënt centraal te stellen, wil de LHV onder meer bevorderen dat het zorgaanbod van de huisarts aansluit op wensen van de patiënt. Dan moeten die wensen wel bekend zijn. De patiënt kan die wensen zelf het best kenbaar maken. Inventarisatie van die wensen en de monitoring van ‘klanttevredenheid’ zijn nadrukkelijk als speerpunt genoemd in de bestuursverklaring.

De eerste stap in die inventarisatie is nu gezet. Met groot genoegen deel ik u mee dat de LHV een folder heeft ontwikkeld voor huisartsen én patiënten. ‘Thuis bij uw huisarts. Vertrouwd, dichtbij en deskundig’, luidt de titel. Even belangrijk zijn de laatste regels: ‘Hebt u vragen of wensen? Praat er eens over met uw huisarts.’

Het eerste exemplaar heb ik vorige week op de Huisartsbeurs 2007 aangeboden aan Iris van Bennekom, de directeur van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). Bij de totstandkoming van de inhoud van de folder zijn zowel huisartsen als de NPCF geraadpleegd; de tekst moet immers de huisarts en de patiënt aanspreken. Het resultaat is een folder die op hoofdlijnen een aantal belangrijke onderwerpen van het zorgaanbod van de huisarts beschrijft. Kortom, wat kan de huisarts allemaal voor de patiënt betekenen?

Ik ben blij dat Van Bennekom de folder een prima initiatief noemt om de stem van de patiënt op deze manier in de praktijk te laten doorklinken. Ik heb ook nota genomen van haar woorden. Volgens haar zullen patiënten bij hun huisarts vooral aandringen op een betere bereikbaarheid en beschikbaarheid, zowel overdag als buiten kantooruren. Het is een onderwerp dat wij hoog op de agenda hebben geplaatst. Dat mag ook blijken uit de aandacht die hiernaar uitging tijdens de debat­cafés bij de huisartsenbeurs. Patiënten vragen volgens Van Bennekom daarnaast ook om een eenvoudiger manier om van huisarts te wisselen. Ik vind dat de beroepsgroep deze woorden moet zien als een uitdaging om, binnen de grenzen van wat mogelijk is, de service en het zorgaanbod aan de patiënt verder te optimaliseren.

De folder is een uitnodiging en een hulpmiddel om huisarts en patiënt over deze en nog veel meer onderwerpen met elkaar in gesprek te laten raken. Bijvoorbeeld om toe te lichten hoe de praktijk is georganiseerd en waarom. Maar ook om de patiënt te laten vertellen wat deze van zijn huisarts verwacht. Patiënten worden nadrukkelijk uitgenodigd op eigen initiatief het gesprek aan te gaan. Huisarts en patiënt centraal. Dat is ons streven.

De zinsnede: ‘Dokter, mag ik u wat vragen?’ krijgt daarmee nadrukkelijk een belangrijke, extra dimensie.

Steven van Eijck, voorzitter LHV