LAD: Geen langere werkweek voor de aios
Plaats een reactieSoms gaan dingen onverwacht en soms sneller dan gedacht. Zoals na het uitlekken van plannen van de ziekenhuizen, universitair en perifeer, om bij minister Donner te bepleiten de werkweek van de artsen in opleiding tot medisch specialist te verlengen.
Eerst kwam er een stevige brief van LAD en LVAG. En toen een duidelijke reactie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met goed nieuws?
Als er per 1 augustus 2009 geen adequaat plan van aanpak ligt van de werkgevers en de werknemers, ziet Nederland alsnog van het voornemen af gebruik te maken van de mogelijkheid tot verlenging van de overgangsperiode. Dat is de kern van de afwijzing door de overheid van het verzoek van de ziekenhuizen om binnen de Europese richtlijnen de werkweek van de aios te mogen verlengen.
Dringend beroep
Uiterst verontrust waren LAD en LVAG, Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in opleiding, over de plannen van NFU, Nederlandse Federatie van Universitair medische centra en NVZ vereniging van ziekenhuizen. Met een dringend beroep op de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de overgangsperiode voor uitbreiding van de arbeidstijden van de artsen in opleiding tot medisch specialist, van 48 uur naar 52 uur per week, met twee jaar te verlengen.
LVAG en LAD zijn hier principieel geen voorstander van. Zij riepen minister Donner op niet Europees te gaan omdat hierdoor de kwaliteit van patiëntenzorg en het niveau van de opleiding kunnen worden geschaad.
Overleg werkgevers-werknemers
De minister benadrukt in zijn reactie de noodzaak van cultuurverandering om definitief tot een 48-urige werkweek voor de aios te komen. Komend halfjaar moeten werkgevers- en werknemersorganisaties benutten om hieraan invulling te geven. En als dat niet lukt? Dan zal de Nederlandse overheid de gemiddelde werkweek vaststellen op 48 uur.
Omdat de LAD partij is bij de caos voor de ziekenhuizen en voor de universitair medische centra is het een uitgemaakte zaak dat de artsen-werknemersorganisatie deel uitmaakt van dat overleg. Uiteraard ook dan eendrachtig samenwerkend met de LVAG-collegas.
Meer informatie over de achtergronden, waaronder alle genoemde correspondentie, en vooruitzichten bij deze kwestie vindt u op
.
- Er zijn nog geen reacties