Laatste nieuws
Mensje Melchior
10 minuten leestijd
verslavingszorg

Kostbaar afkicken

Plaats een reactie

reportage



Verslavingsarts vindt werk in private kliniek hetzelfde als op straat

In een chique particuliere verslavingskliniek behandelt verslavingsarts Gert van Riel directeuren, hoogleraren en jongeren. Zij staan nog met één been in de samenleving. Heel anders dan de junks op straat, maar eigenlijk ook weer hetzelfde.

Meggie staat nu 22 maanden droog. De veertiger - pantalon, colbertje, lang blond haar - kan haar uitgeverij weer zelf runnen. Twee jaar geleden had ze nog medewerkers in dienst om dat voor haar te doen. Zelf kon ze niet goed meer functioneren. Na haar dertigste ging Meggie steeds meer drinken. Regelmatig gingen er per dag drie flessen port of vijf flessen wijn doorheen. Ze kreeg last van hyperventilatie, ernstige astma-aanvallen en longontstekingen.
De Rotterdamse zocht op internet naar hulp en kwam terecht bij Edy Eland, directeur van Cascade International. Meggie ging een week naar een kliniek in het buitenland voor de detoxificatie. Daarna begon het ambulante traject van Cascade International, met groeps­therapiesessies, gesprekken met een verslavingsarts en met een counselor. Ze meldde zich aan bij Anonieme Alcoholisten en schreef een boek over haar verslaving en het afkickproces (Meggie de Jong: Help, ik (ver)zuip). ‘Dat hielp me om te begrijpen hoe het zo ver met me kon komen.’                      

                                                               Beeld: De beeldredactie, Vincent Boon                                       

Ontzettende trek


Nu is ze op het spreekuur bij verslavingsarts Gert van Riel. Ze heeft haar zwarte Mercedes geparkeerd voor het stenen gebouw op het terrein van Berg en Bosch in Bilthoven. In hetzelfde gebouw zitten internisten, oogartsen en andere hulpverleners. Een buitenstaander hoeft dus niet te weten dat ze daar voor haar verslaving komt. Van Riel wacht op haar in een kamer met hoogpolig tapijt, kunst aan de muur en uitzicht op een tuin met pauwen en eekhoorns. Op de brede tafel staan steevast koffie, koekjes en frisdrank.


Hij bespreekt de laatste maanden met Meggie. Heeft ze nog wel eens trek in een borrel? Meggie vertelt dat ze in de afgelopen twee jaar twee keer een terugval heeft gehad waarbij ze zich weer helemaal lam zoop. Beide keren bleef het bij één avond. Nog af en toe heeft ze ontzettende trek. ‘Vooral als ik boos ben. Dan heb ik echt zin om mijn woede weg te drinken. En laatst met dat terrasjesweer. Dan zit iedereen in de zon met een rosé of een biertje en moet ik aan de Spa Rood.’


Meggie heeft een manier om de trek te onderdrukken. Uit haar handtas haalt ze een foto, gemaakt vlak voordat ze de detox inging. Met haar opgeblazen gezicht - een symptoom van het syndroom van Cushing - lijkt ze op die foto vijftien jaar ouder. ‘Als ik naar die plofkop kijk, heb ik meteen veel minder zin in een wijntje.’


Gert van Riel vraagt hoe het met haar lichamelijke klachten gaat. De regelmatige longontstekingen zijn verdwenen, de astma is onder controle en Meggie heeft ook geen last meer van hyperventilatie. Ook haar veel te hoge bloeddruk is gedaald en ze heeft geen hartkloppingen meer. Meggie maakt zich nog wel zorgen over haar vergeetachtigheid. ‘Ik denk dat ik m’n hersenen naar de filistijnen heb gezopen’. Van Riel: ‘Nee, je lichaam en ook je hersenen hebben zich voor een groot deel weer hersteld.’

Schaamte


Cascade International bestaat nu anderhalf jaar en helpt zo’n 350 verslaafden per jaar om van een verslaving aan alcohol, drugs, gokken of seks af te komen. Het is één van de particuliere initiatieven voor verslavingszorg die de laatste zes jaar van de grond zijn gekomen. Directeur Edy Eland richtte eerst met een compagnon het bedrijf Addiction Solutions op en begon later voor zichzelf. Haar doelgroep: mensen uit de hogere regionen van de samenleving. Hoogleraren, artsen, advocaten, directeuren, dat soort werk. Zij kiezen voor anonimiteit en willen niet tussen junks en zwervers afkicken. Edy Eland: ‘Met lotgenoten met een vergelijkbare sociale achtergrond kun je je beter identificeren. Dat is bevorderlijk voor het herstel. Schaamte is nu eenmaal de belangrijkste blokkade om hulp te vragen’. Ook heel belangrijk: er zijn geen wachttijden. Een verslaafde kan meestal dezelfde dag nog bij de kliniek terecht.


Na de intake bekijkt een internist hoe de verslaafde er lichamelijk aan toe is. In overleg met de verslavingsarts en de klant stelt de verslavingkliniek een behandelplan op. Soms worden patiënten alleen ambulant behandeld door een verslavingsarts, een psychotherapeut, een psychiater of een psycholoog. Daarnaast kunnen de verslaafden terecht bij ervaringsdeskundigen. Zo’n 60 procent van de patiënten gaat eerst naar een kliniek in Engeland, de Verenigde Staten, Zwitserland, Duitsland, Portugal of Zuid-Afrika. Zij kunnen daar 24 uur na het eerste contact al worden opgenomen. Daar wacht hun vijf dagen tot een week ontgiften en daarna zo’n vier tot zes weken intensieve therapieën. Soms verlengen de verslaafden het verblijf met een paar maanden. Het zijn luxe klinieken, waar meer artsen, therapeuten en verpleegkundigen per patiënt zijn dan in de Nederlandse klinieken.


De klanten van Cascade International en andere particuliere verslavingsklinieken in Nederland tasten diep in de buidel voor hun behandeling. Bij opname in een kliniek kost de hele behandeling met nazorg zo’n 20.000 euro. De ziektekostenverzekering vergoedt de kosten niet. Als iemand door zijn verslaving niet meer kan werken, komt een arbeidsongeschiktheidsverzekering soms in de kosten tegemoet. Daar staat tegenover dat een verslaving natuurlijk ook het nodige geld kost. Eland: ‘Ik zeg altijd: “Je hebt al zoveel geld uitgegeven aan je verslaving, investeer nu eens in herstel.”’

 

Ouders en kinderen


Ook ouders met verslaafde kinderen kloppen bij de kliniek aan. De jongeren blowen, drinken, gokken en gebruiken harddrugs, meestal allemaal tegelijk. De ouders zijn bereid veel geld neer te tellen, als hun kind maar snel en goed wordt geholpen. Niet alleen de snelle hulp, ook het feit dat de ouders uitgebreid bij de therapie worden betrokken, is voor hen een reden om voor een particuliere instelling te kiezen. Cascade International houdt de ouders bijvoorbeeld op de hoogte over hoe het met hun kind gaat in de buitenlandse kliniek. Vaak al tijdens de opname en ook daarna gaan de ouders met hun kind in therapie. Gert van Riel: ‘Het is belangrijk om niet alleen de verslaving aan te pakken, maar ook de problemen in het leven van de verslaafden. Ouders en partners houden vaak ongewild de verslaving in stand. Als je de mensen uit de omgeving niet bij de therapie betrekt, gaat het daarna sneller mis.’


Het werk van Gert van Riel bestaat voor een groot deel uit informeren. Over het neurobiologisch effect van verdovende middelen, over de psychosociale factoren en over medische problemen door middelengebruik. Vanmiddag heeft hij vier jongens van 17 tot 24 jaar op bezoek. De ouders van Felix zijn meegekomen en de moeder van Joost schuift ook aan. De jongens - allemaal in merkspijkerbroek en hip overhemd - hangen schijnbaar ontspannen achterover. Ronny is alleen gekomen. Hij was verslaafd aan cocaïne, in combinatie met alcohol en peppillen. Hij heeft vijf maanden in een kliniek in Zuid-Afrika gezeten. ‘Ik weet ondertussen alles al, hoor’, waarschuwt hij als Van Riel steekwoorden op een flap-over schrijft.


De verslavingsarts gaat onverstoord door. Zijn boodschap is dat na het stoppen het echte werk pas begint. Dat het werkelijke probleem de craving en de daaraan gekoppelde terugval is. Hij vertelt over de complexiteit van verslaving. Op de flap-over tekent hij een grafiek over gewenning en controleverlies. Hij vertelt over de veranderingen die bij middelengebruik in de hersenen plaatsvinden op het niveau van de neurotransmitters. ‘De hersenen raken zo gewend aan de drugs dat zij niet accepteren dat je stopt. Dan krijg je ontwenningsverschijnselen. Weer drugs gebruiken lijkt dan een medicijn tegen die klachten’, legt hij uit. Het komt Ronny allemaal heel bekend voor: ‘Pas na een grammetje cocaïne voelde ik me weer goed.’


Van Riel vertelt verder over de vele oorzaken van craving. Hij tekent een grote cirkel met de woorden ‘verslaving’, ‘craving’, ‘terugvallen’. In een kleinere cirkel schrijft hij ‘psychische klachten’. ‘Als je niet gebruikt, voel je je eenzaam en depri.’ In andere cirkels tekent hij andere oorzaken van craving: genetische kwetsbaarheid, gewenning, vrienden en familie, lichamelijke klachten. Hij vraagt aan Ronny of zijn vrienden gebruiken. ‘Ja, maar ze vinden het prima dat ik clean ben, hoor’, is het antwoord. Van Riel zegt dat de jongens de oorzaken van craving stapje voor stapje moeten aanpakken. ‘Niet allemaal in één keer, dat is te veel. Maar je moet wel zorgen dat die dingen in je omgeving weer de goede kant opgaan. Anders wordt het heel moeilijk om van de drugs af te blijven. Ronny: ‘Dat is niet zo makkelijk. Bijna iedereen die ik ken, is aan de drugs.’

Bemoeizorg


Gert van Riel kijkt niet meer op van jongens die een grammetje cocaïne nodig hebben om zich goed te voelen. Zijn werk bij Cascade International doet hij enkele uren per week. Daarnaast werkt hij in Utrecht bij een bemoeizorgteam van Altrecht en Centrum Maliebaan. Daar richt hij zich op verslaafden die hulp mijden. Regelmatig springt hij op de fiets om verslaafden op straat op te zoeken en hen aan te sporen hulp te zoeken.


De verslaafden die hij in Utrecht probeert te helpen, zijn meestal alles kwijtgeraakt. Hun huis, familie en vrienden, werk. De verslaafden die hulp zoeken in de particuliere verslavingszorg ‘staan nog met één been in het volle leven’. Van Riel: ‘Daardoor hebben zij het gevoel dat ze nog een keuze hebben en krijgen zij hulp van hun omgeving als ze stoppen. De verslaafden die op straat leven, durven niet eens meer te hopen dat zij het normale leven kunnen terug­pakken.’


Maar is Van Riels werk in het chique gebouw wezenlijk anders? ‘Nee, ik heb in mijn werk altijd dezelfde visie op verslaving. Ik ga ervan uit dat er genetische componenten zijn, maar ik geloof niet in een absolute biologische verankering. Dan kunnen we wel bij de pakken neer gaan zitten. Met de rehabilitatiemethodiek uit de sociale psychiatrie kunnen mensen met een verslaving weer meer autonomie verwerven en meer grip op hun eigen leven krijgen. Ik werk ook altijd op dezelfde manier. Ik neem uit­gebreid de tijd voor patiënten. In de reguliere verslavingszorg komt bij afspraken eenderde of meer niet op­dagen. Daar kun je van gaan zitten balen, maar daardoor heb ik meer tijd voor de cliënten die wél langskomen.’

Gecontroleerd drinken


Cascade International heeft ook een programma voor gecontroleerd drinken. Mensen die bovenmatig drinken, kunnen met dit programma proberen hun consumptie weer onder controle te krijgen. Het programma is niet bedoeld voor zware drinkers als Meggie, maar eerder voor sociale drinkers die vaak over de grens gaan. Slechts 5 procent van de alcoholisten die bij de kliniek komen, kunnen dit programma volgen.


Greta heeft het geprobeerd, maar het is niet gelukt. Anderhalf jaar geleden kwam ze voor het eerst bij Cascade International. Volgens het ‘gecontroleerd drinken’-programma mocht ze alleen vrijdag en zaterdag matig drinken. Maar nu drinkt ze weer zo’n vier glazen bier en drie glazen wijn per dag.


Gert van Riel neemt met Greta en haar man de uitslag van het onderzoek van de internist door. Ze heeft geen afwijkingen aan haar lever, maar wel een lichte hypertensie. Haar cholesterol is ook verhoogd. Van Riel: ‘Het kan de alcohol zijn, maar ook stress of te weinig lichaamsbeweging. Ik zie dat je vader op jonge leeftijd een myocardinfarct heeft gehad. Je bent dus erfelijk belast. Ken je het lijstje met risicofactoren voor een hartaanval? Roken, familiaire belasting, weinig bewegen, stress, alcohol… Het is aan jou om daar iets aan te doen.’ Greta kijkt naar haar man. ‘Vind je dat ik moet worden opgenomen voor detoxificatie?’, zegt ze.


Van Riel: ‘Als je daarvoor kiest, kun je onder ambulante begeleiding stoppen met drinken. Je doet eerst thuis een detox onder begeleiding van mij en de internist. Het beste is dat je met een psychotherapeut gaat ontdekken waardoor je steeds over de grens gaat’.

Voor- en nadelen


Directeur Edy Eland zegt dat Cascade International een slagingspercentage van 85 heeft. Bij de reguliere verslavingszorg is dit percentage laag. Er is geen onderzoek dat de claim kan staven. Bovendien lijkt het vreemd dat een kliniek die nog maar anderhalf jaar patiënten behandelt, al een succespercentage geeft. Eland zegt dat zij het percentage baseert op haar eerdere ervaring bij Addiction Solutions en nu bij haar eigen kliniek.


Op het slagingspercentage valt wel wat af te dingen. ‘De patiëntenpopulatie van particuliere verslavingsklinieken geeft een enorme selectiebias’, zegt Cor de Jong. Hij is hoogleraar Verslaving en Verslavingszorg aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij volgt de ontwikkelingen en ziet voordelen, maar ook zeker nadelen.


Om met de voordelen te beginnen: de anonimiteit waardoor mensen discreet kunnen worden geholpen. De Jong: ‘De kans dat mensen met hoge posities worden herkend als zij een instelling in de verslavingszorg binnenstappen, weerhoudt hen er vaak van hulp te zoeken.’ Ook de flexibiliteit is een belangrijk punt. ‘Daar kan de reguliere zorg nog wat van leren. De particuliere zorg heeft geen wachtlijsten en is kleinschalig. Ik hoop dat de slagvaardigheid van de particuliere klinieken de reguliere instellingen stimuleert. Het zou mooi zijn als de reguliere verslavingszorg ook flexibeler gaat werken.’

Verouderde concepten


Maar de nadelen van de particuliere zorg zijn volgens De Jong ook evident. ‘De transparantie is ver te zoeken. Doordat de particuliere verslavingszorg nog niet door de zorgverzekeraars wordt gecontroleerd, onttrekt veel zich aan onze waarneming. Sommige klinieken werken volgens verouderde concepten. Er zijn bijvoorbeeld klinieken waarvan het personeel vrijwel alleen uit ex-verslaafden bestaat. Dat is niet goed; voor hen is het moeilijk om voldoende afstand van de patiënt te nemen.’


Ook doen de particuliere instellingen niet mee aan onderzoek en ‘helpen zij niet mee protocollen verder te ontwikkelen of de broodnodige wetenschappelijke kennis te vergroten.’ De Jong vindt dat kwalijk ‘omdat die klinieken wel zeggen de wijsheid in pacht te hebben. Ze geven hoge slagingspercentages, maar een wetenschappelijke onderbouwing is er niet en ze dragen niet bij aan kennisvermeerdering.’


Verslavingsarts Gert van Riel maakt zich minder druk om slagingspercentages. Als je hem vraagt naar succesvolle behandelingen, repliceert hij: ‘Wat is succes?’ Van Riel meet succes niet af aan hoe lang iemand niet meer drinkt, coke snuift of blowt. ‘Waar het om gaat, is dat het leven van de verslaafde verbetert. Dat iemand als Meggie niet meer drinkt, vind ik geweldig. Maar ik vind dat ik óók veel heb bereikt als het lukt een dakloze verslaafde in een hostel te krijgen. Dat hij een eigen kamer heeft en weer wat structuur in zijn leven krijgt. Hij eet weer, gaat weer onder de douche. Dan hoeft hij helemaal nog niet clean te zijn, al vermindert het gebruik dan vaak als vanzelf. De kwaliteit van zijn leven is in ieder geval verbeterd. Dáár gaat het om in mijn werk.’ 

Met uitzondering van Meggie zijn de namen van de patiënten om redenen van privacy gefingeerd.

hersenen verslavingszorg verslaving
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.