Laatste nieuws
Peter Holland
2 minuten leestijd
Federatienieuws

KNMG-voorzitter: Laat artsen het geneesmiddelenbeleid bepalen

Plaats een reactie

De geneesmiddelen staan weer volop in de schijnwerper. Onlangs besteedde het tv-programma Zembla aandacht aan gevaarlijke bijwerkingen van medicijnen. Er zouden duizenden doden per jaar vallen door onoordeelkundig voorschrijven en gebruik van medicijnen. Ook was er in de media aandacht voor dure middelen die verzekeraars niet vergoeden, en worden met regelmaat de farmaceutische industrieën genoemd als grootverdieners in de tophonderd van grootste bedrijven ter wereld.



De farmaceutische industrie bevindt zich in een merkwaardige en opvallende spagaat. De industrie opereert immers in de private sector, compleet met keiharde commercie en onderlinge concurrentie, met als primair doel winst. De industrieën richten hun marketing niet op de consumenten van hun producten, maar op de artsen. De producten van de farmaceutische industrie worden door tussenkomst van artsen toegepast in de publieke sector, ter verbetering van de gezondheid en verlichting van ziekte. Ziedaar het spanningsveld. Dat vraagt om andere spelregels dan die voor de elektronica-industrie of Albert Heijn, die zich immers rechtstreeks tot de consument wenden.



Een pregnant gevolg van de op winst gerichte medicijnproductie is de nutteloze geldverspilling van het op de markt brengen van talloze variaties op eenzelfde middel (zoals bètablokkers) of van dure nieuwe variaties op een  al beschikbaar goedkoop middel. Positief ben ik over besparing op geneesmiddelenkosten via convenanten tussen VWS, de industrie, Zorgverzekeraars Nederland en de KNMP, maar het moet mogelijk zijn om meer besparingen te bereiken. Dat is mogelijk door een veel rationeler aanbod van medicijnen. Het pakket moet en kan doelmatiger worden samengesteld, zonder artsen de noodzakelijke keuzemogelijkheden te ontnemen.



Tevens is de doelmatigheid erbij gediend dat artsen onafhankelijker zijn van de industrie. Artsen móeten rationeel en objectief voorschrijven; dat zijn zij aan hun patiënten verplicht. Toch zal de industrie altijd het voorschrijfgedrag willen beïnvloeden in de richting van nieuwe en/of dure middelen. Daarvoor hebben we al regels, via de stichting CGR. Maar misschien gaan die regels nog niet ver genoeg. En wellicht moet er ook strenger toezicht komen op de sponsoring van wetenschappelijk onderzoek door de farmaceutische industrie. De industrie moet zich aan de regels houden, maar de artsen net zo goed. Niet omdat het leuk is om regels te hebben, maar vanwege de verantwoordelijkheid voor de patiënt én goede, doelmatige zorg.



Het is absoluut nodig dat artsen doelmatiger voorschrijven. Daarvoor moeten alle middelen uit de kast worden gehaald, zoals het elektronisch medicatiedossier, een verbeterd elektronisch voorschrijfsysteem (EVS), het farmacotherapeutisch overleg (FTO) en flankerende methoden. Een aanzienlijk smaller geneesmiddelenpakket waarbinnen wel voldoende keus voor de arts en patiënt bestaat, stimuleert artsen uiteraard tot doelmatig voorschrijfgedrag. Zo’n pakket, in diverse regionale variaties, moeten de verzekeraars vergoeden. Verzekeraars moeten niet willen sturen op medicatiebeleid; dat kunnen zij niet en dat hoeven zij ook niet als er doelmatige pakketten bestaan. Als daaruit alle overbodige varianten zijn weggesneden, kan bovendien veel van de resterende beïnvloeding door de farmaceutische industrie worden weggenomen.



Wat de medicatiebewaking betreft staan we voor een belangrijke ontwikkeling. Vooral de arts wordt hiervoor straks primair verantwoordelijk; dat kan dankzij het elektronisch medicatiedossier, een goed EVS waarin het te vergoeden pakket is opgenomen en waarin expertsystemen hangen die indicaties, contra-indicaties en interacties bewaken, én een systeem van monitoring en spiegelinformatie. De medische beroepsgroep moet dit  systeem ontwikkelen en verfijnen, samen met de beroepsgroep van apothekers.



Over middelen - vaak dure! - die buiten het pakket om worden voorgeschreven en tot (ik denk uiteindelijk betrekkelijk marginale) kostenverhoging leiden, moet niet vooraf moeilijk worden gedaan. Ook daarbij geldt dat via monitoring en toetsing achteraf inzicht kan worden verkregen in de (on)juistheid van het voorschrijfgedrag. Op grond daarvan kunnen reële inschattingen worden gemaakt voor het toekomstig meerbudget voor dure middelen.



Doelmatiger voorschrijven een absolute noodzaak


Federatienieuws KNMG bijwerkingen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.