Laatste nieuws
NL
1 minuut leestijd
Wetenschap

Inwendig meten weeënactiviteit onnodig

Plaats een reactie

Interne registratie van de weeënactiviteit bij het opwekken of stimuleren van de partus zorgt niet voor minder kunstverlossingen en keizersneden, of voor betere uitkomsten bij moeder en kind. Dat schrijven Nederlandse onderzoekers in NEJM van 25 januari 2010.
Jannet Bakker c.s. onderzochten 1456 vrouwen in een gerandomiseerd onderzoek waarbij de tocodynamometer, een drukmeter voor registratie van de weeënactiviteit, intern of extern werd gebruikt. Door de foetale hartfrequentie en de weeënactiviteit te meten is het mogelijk om hyperstimulatie van de uterus en foetale hypoxie te voorspellen en te voorkomen.
Het inwendig meten van de weeën in combinatie met externe of interne meting van de foetale hartfrequentie is de meest nauwkeurige manier. De meeste artsen kiezen daarom voor een interne meting, in overeenstemming met het advies van The American College of Obstetricians and Gynecologists (ACOG) en de Society of Obstetricians and Gynaecologists of Canada (SOGC). Er is echter nog maar weinig onderzoek gedaan naar de voordelen van interne ten opzichte van de externe tocodynamometrie.
Uit het onderzoek bleek dat 31,3 procent van de vrouwen met een interne tocodynamometer beviel door middel van een keizersnede of een kunstverlossing. Bij de externe meting was dit 29,6 procent. Bij de interne meting vonden Bakker c.s. een iets hoger risico op een keizersnede, maar het verschil was niet significant. Ook de maternale en neonatale uitkomsten liepen nauwelijks uiteen. NL

NEJM 2010; 362: 306-13

Wetenschap
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.