Geriatrische dagdromen (3)
Plaats een reactieDe toonzetting van de ingezonden brief van collega Ligthart (MC 5/2006: 214) geeft precies aan hoe de vakgroep klinische geriatrie aankijkt tegen de vakgroep verpleeghuisartsen. De denigrerende wijze waarop zij wijzen op een korter durende opleiding van verpleeghuisartsen, waarbij overigens wordt voorbijgegaan aan het feit dat de opleiding vanaf september driejarig is, laat zien dat de klinisch geriater denkt dat de inhoud van zijn vak wezenlijk anders is dan dat van de verpleeghuisarts.
Uiteraard zijn er verschillen. Deze verschillen zijn juist verwoord in het adjectief klinisch (geriater) dat terecht verwijst naar het ziekenhuisspecialisme dat deze beroepsgroep vertegenwoordigt. Veel geriaters noemen zich dan ook internist-geriater.
De algemeen geriater (= verpleeghuisarts) werkt juist extramuraal, waarmee het adjectief algemeen goed aangeeft waar deze beroepsgroep zijn werkterrein heeft. Kan het nog duidelijker?
Bovendien werken de sociaal geriaters al heel lang onder deze naamgeving zonder dat er ooit van verwarring bij de patiënten sprake is geweest.
Het is jammer dat de naamgeving van een beroepsgroep door tegenwerking van collegas moet ontaarden in een ordinaire domeinstrijd waarvan niemand beter wordt. Juist in de geriatrie waar de kwetsbare, oudere patiënt moet worden geholpen en waar juist een enorme behoefte is aan coördinatie en samenwerking haken de klinisch geriaters af.
Laten we de handen ineenslaan en ophouden met het gekissebis. Zoals collega Ligthart terecht opmerkt: De kracht van elk specialisme zit in de inhoud en niet in de naamgeving.
Amsterdam, februari 2006
D.M. Janse van Mantgem, verpleeghuisarts
- Er zijn nog geen reacties