Etniciteit krijgt te veel nadruk in ggz
Plaats een reactieEtniciteit speelt geen belangrijke rol in het klinisch beeld van depressie en angst. Hetzelfde geldt voor beschermende en risicofactoren voor deze aandoeningen. Dat concludeert Agnes Schrier op basis van onderzoek bij migranten en autochtonen in Amsterdam. Volgens haar krijgt de afkomst van patiënten onterecht veel aandacht. Zij promoveerde 2 juli aan de VU op dit onderzoek.
Schrier voerde een aantal studies uit naar het vóórkomen van depressieve en angstsymptomen en bekende factoren die daarbij een rol spelen, bij autochtone Amsterdammers en Amsterdammers afkomstig uit Turkije, Marokko of Suriname. Het soort symptomen was vergelijkbaar voor al deze groepen. Het was dus niet zo dat de allochtonen meer somatiseerden of andere depressieve gedachtes hadden. Er waren geen duidelijke verschillen in persoonlijkheidskenmerken en zogenaamde etnische dichtheid (of de patiënt in een buurt woont met veel bewoners met zelfde afkomst).
Schrier concludeert dat behandelaars reguliere diagnostiek en behandeling kunnen en moeten aanbieden, ongeacht iemands achtergrond.
Sophie Broersen
Agnes Schrier, Depression and anxiety in migrants in the Netherlands: Population studies on diagnosis and risk factors, proefschrift, VUMC
Lees ook:
- Er zijn nog geen reacties