Laatste nieuws
6 minuten leestijd
Achter het nieuws

‘Een fatsoenlijke maatschappij vernedert niemand’

Lancet-rapport over misdaden naziartsen onderstreept belang medische ethiek

1 reactie
Gamma-Rapho Agence Photographique/ANP
Gamma-Rapho Agence Photographique/ANP

Tijdens het nazibewind in Duitsland werden mensen ‘geobjectiveerd’ door medici. We kunnen daar tot op de dag van vandaag in medisch-ethisch opzicht van leren, vindt een commissie van The Lancet.

Tegelijk met de lancering van het rapport van de Lancet Commission on Medicine, Nazism and the Holocaust vorige week, kwam het blad met een statement. Dat het rapport voor publicatie was geaccepteerd vóór het bloedbad in het zuiden van Israël op 7 oktober.

En dat The Lancet deze misdaden tegen de menselijkheid veroordeelt, die in Gaza hebben geleid tot een onaanvaardbare toestand waarin de levens van zorgverleners en de beschikbaarheid van gezondheidszorg worden bedreigd. Het blad onderstreepte daarbij hoe belangrijk het is ‘het genezende ethos dat centraal staat in de praktijk van de geneeskunde’ hoog te houden.

Laat dat nou net ook de voornaamste boodschap zijn van het bewuste rapport.

Ontmenselijking

Twee (online te volgen) conferenties in Wenen en Berlijn waren nodig om dit omvangrijke dossier over de handelingen van artsen tijdens de naziperiode te presenteren. Een internationale commissie van twintig artsen en onderzoekers met expertise op het gebied van geschiedenis, medisch onderwijs en bio-ethiek, stelde het boekwerk op. Aan de hand van tal van voorbeelden van discriminerende en inhumane medische praktijken onder het naziregime wil de commissie het belang van mensenrechten en waardigheid in het gedrag van medische professionals benadrukken. En dat omvat ook de bereidheid om op te komen tegen wangedrag waar en wanneer dat nodig is. Hoofdredacteur Richard Horton noemde dat in Wenen een urgente noodzaak. Daarom is kennis van de medische geschiedenis belangrijk, al was het maar om zo te leren inzien dat, aldus Horton, ‘een fatsoenlijke maatschappij niemand vernedert’. ‘Vernedering betekent namelijk niet dat je rechten worden ontzegd, het betekent feitelijk dat je die rechten niet eens kunt opeisen. Vernedering objectiveert en ontmenselijkt mensen.’

Implicaties

En ja, de commissie is zich ervan bewust dat het nazitijdperk een extreem geval is van een periode waarin mensen werden ‘geobjectiveerd’ en gedwongen werden aan medische experimenten mee te doen, sterilisatie te ondergaan of werden gedood omdat ze ‘gedegenereerd’ waren. ‘De kern is’, zegt de Weense medisch historicus Herwig Czech, covoorzitter van de Lancet-commissie, ‘dat het laat zien hoe geneeskunde en medische wetenschap verbonden zijn met politiek, persoonlijke overtuigingen en sociaal-economische factoren. Medische professionals en biowetenschappelijke onderzoekers moeten zich bewust zijn van deze invloeden en hun veelvuldige implicaties voor patiënten en deelnemers aan onderzoek.’ Volgens de commissie geen overbodige luxe in het licht van crises zoals de covid-19-pandemie; de toename van openlijk antisemitisme, anti-immigrantensentimenten en andere vormen van racisme en discriminatie, klimaatverandering en oorlogen, zoals die in het Midden-Oosten en Oekraïne.

Misverstanden

Er zijn bovendien nogal wat misverstanden op te ruimen. Zo kun je de medische wetenschap tijdens de nazitijd allerminst afdoen als pseudowetenschap. Een substantieel deel van het medisch onderzoek dat toen werd uitgevoerd – door ook internationaal toonaangevende wetenschappers – was gebaseerd op de vigerende wetenschappelijke methodiek en werd gepubliceerd in internationale tijdschriften.

Daar ging een belangrijke wetenschapshistorische ontwikkeling aan vooraf. Sinds de tweede helft van de negentiende eeuw was de aandacht van artsen voor de patiënt als zieke persoon verschoven naar het niet goed functioneren van lichaams- en biologische processen. Die konden worden onderzocht in het laboratorium, bijvoorbeeld met diermodellen, en onder verwaarlozing van de psychologische en sociale dimensies van ziekteprocessen. Die ommekeer heeft geleid tot een aanzienlijk groei van de biomedische kennis en tot zeer effectieve therapeutische en preventieve interventies voor een breed scala aan medische aandoeningen. Maar, zo waarschuwt de commissie, dit leidde ook tot ‘gefragmenteerde en reductionistische perspectieven’ op patiënten en hun lijden. Daarmee bestaat het risico patiënten te objectiveren en, zoals de commissie schrijft, ‘om prioriteit te geven aan de vooruitgang van de wetenschap boven het welzijn van individuele patiënten’.

‘We moeten onze ethiek voort­durend onder de loep nemen’

Het is ook onjuist dat er destijds geen concept van medische ethiek bestond. Dat was er wel degelijk, alleen was het een ethiek die de gezondheid van het (Duitse) volk liet prevaleren boven de gezondheid van individuen. Die ethiek werd daarmee een instrument om eugenetische en racistische maatregelen te helpen ontwerpen, rationaliseren en implementeren. De Nederlandse medisch historicus Leo van Bergen schreef onlangs een boek over deze thematiek (zie onderstaand kader). Van Bergen: ‘Rond 1900 waren rassenhygiënistische en eugenetische opvattingen wijdverbreid en aanvaard, in de medisch-wetenschappelijke wereld en in wetenschapsgebieden daarbuiten, van politiek rechts tot links, en van Engeland tot Rusland en van Zweden tot Amerika. Het was een tijd dat een groot deel van de artsen in de greep was van de angst voor funeste degeneratie. Erfelijkheid werd door hen gezien als de doorslaggevende factor in het ontstaan en bestaan van ziekte en degeneratie, en door eugenetische maatregelen expliciet onderdeel te maken van de gezondheidspolitiek kon die erfelijkheid het best in positieve zin worden beïnvloed; ziekte werd voorkomen en degeneratie een halt toegeroepen. Dit kon enerzijds door sterke mannen aan dito vrouwen te koppelen en anderzijds door te verhinderen dat minderwaardig geachte individuen nakomelingen zouden krijgen.’

Ethische principes

Deze geschiedenis maakt inzichtelijk waarom het cruciaal is om voortdurend te blijven nadenken over ‘ethische percepties’, en kritisch te zijn, ‘vooral in tijden van desinformatie in de media’, aldus de Lancet-commissie. Ook Van Bergen vindt dat de Lancet­commissie een belangrijk onderwerp op de kaart zet. ‘Het gevaar is wel dat opnieuw de discussie beperkt blijft tot Duitsland 1933-1945; terwijl het een veel algemener probleem was in de medische wetenschap dat door de maatschappelijke en oorlogsomstandigheden in Duitsland tot gruwelijke uitwassen heeft geleid.’

Hij brengt in herinnering dat kort na de Tweede Wereldoorlog weliswaar de Neurenbergcode werd opgesteld, die een reeks van ethische principes, zoals informed consent, vastlegt waaraan medische experimenten moeten voldoen ter bescherming van de deelnemers, maar dat wanpraktijken allesbehalve als sneeuw voor de zon verdwenen. Van Bergen noemt twee voorbeelden: ‘In Australië werden van 1943 tot in 1946 malaria-experimenten uitgevoerd op krijgsgevangenen, gehandicapt geraakte Australische soldaten én op in de jaren dertig uit Duitsland gevluchte Joden. En in Amerika was in 1932 het volstrekt onethische, racistische Tuskegee-syfilisonderzoek gestart dat tot 1972 zou voortduren.’

Dat de commissie vol inzet op de noodzaak medische geschiedenis in het medisch onderwijs te incorporeren, als een manier om ook nu morele gevaren tijdig te onderkennen, vindt weerklank onder een groep meedenkende studenten die een commentaar schreven in The Lancet. Eén van hen, de Israëlische Shani Levany, zegt daarover desgevraagd: ‘De huidige ethiek zal onvermijdelijk veranderen en over een paar jaar zouden we zomaar kunnen ontdekken dat we vreselijke dingen hebben gedaan. We moeten onze ethiek daarom voortdurend onder de loep nemen, en we moeten bereid zijn onrechtmatige daden te erkennen.’ 

Perspectief van een dader

De poppenspeler van Mengele van Leo van Bergen is een – deels – fictieve bundel brieven waarin de Duitse bioloog en geneticus Otmar von Verschuer (1896-1969) kort voor zijn dood medici verdedigt die werkzaam waren tijdens het Derde Rijk. Deels fictief, omdat de brieven berusten op historische figuren en feiten. Von Verschuer was de promotor van de beruchte arts Josef Mengele, die gruwelijke experimenten op mensen in Auschwitz uitvoerde. ­In de brieven komen de uitwassen aan de orde die ook in het Lancet-dossier worden genoemd.

Het interessante is echter: als lezer krijgen we hier het perspectief van een dader, van iemand bovendien die een wetenschappelijke coryfee was en na WOII zijn biomedische onderzoekspraktijk kon voortzetten. En die zelf zegt ‘neutraal’ terug te kijken: ‘Wat we deden was goed noch fout, het was weinig meer dan onze wetenschappelijke plicht in de gegeven politieke omstandigheden en vanuit het op ras gebaseerde gezondheidsidee dat wij toentertijd onderschreven – en velen wereldwijd met ons.’

Van Bergen dringt de lezer niets op: u moet zelf op zoek naar de medisch-ethische adders onder het gras. Aan het slot bezweert de auteur, hopelijk ten overvloede, dat zijn poging tot ‘begrijpen’ vooral niet verward moet worden met ‘bagatelliseren van’ of ‘begrip opbrengen voor’. Fascinerend boek.

Leo van Bergen, De poppenspeler van Mengele, Uitgeverij Verbum, 304 blz., 29,50 euro

Lees ook:
Achter het nieuws ethiek
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W.J. Duits

    Bedrijfsarts, Houten

    Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

    Artikel één van onze Grondwet.... Volgens mij staat dit artikel momenteel niet zo scherp in het geheugen van een ieder. Menigeen in Nederland heeft hier "geen actieve herinnering" aan.

    Zo dichtbij is Ethiek.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.