Aios tevreden over stage

Aios zijn tevreden over een nieuwe opzet van de stage acute geneeskunde in de huisartsopleiding.

Dit blijkt uit een evaluatie bij de eerste lichting aios die aan de zogenaamde STARtclass meedoet. Alle huisartsenopleidingen doen mee aan de nieuwe opzet. De huisartsen in opleiding moeten voordat zij in de kliniek starten deze tweeweekse cursus volgen, waarin kennis van en vaardigheden op het gebied van acute geneeskunde worden aangeleerd en geoefend. Verder is de instroom anders georganiseerd, zodat een startende aios altijd samenwerkt met een meer ervaren aios.

Aanleiding voor de verandering van de ‘acute stage’ was grote ontevredenheid over de klinische stage, zegt Luc van Berkestijn, voormalig adjunct-hoofd van de huisartsenopleiding in Utrecht en tegenwoordig lid van de werkgroep die zich bezighoudt met de inhoud van de STARtclass.

Zo werd het scholingsniveau van de aios, die meestal op de SEH aan de slag gaan, als ontoereikend gezien en waren er problemen met de korte werkweek, onder meer door de wekelijkse terugkomdag aan het opleidingsinstituut. Begeleiders op die instituten vonden dat er op die terugkomdagen te veel vragen en opmerkingen kwamen over primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, in plaats van de medisch-inhoudelijke vragen waar het om zou moeten gaan, zegt Van Berkestijn.

In de nieuwe opzet overlappen de werkperioden van aios elkaar, zijn er nog maar negen terugkomdagen en wordt de STARtclass gevolgd. Op een kennistoets over spoedeisende hulp scoren niet-deelnemende aios ‘zwaar onvoldoende’ en de deelnemers ‘ruim voldoende’, zegt Van Berkestijn. Uit diepte-interviews blijkt met name het zelfvertrouwen als arts bij spoedgevallen fors toe te nemen. Verder onderzoek bij aios, opleidingen en ziekenhuizen moet uitwijzen of de nieuwe opzet bijdraagt aan verbetering van de kwaliteit van spoedeisende geneeskunde. SB