Het huis waar alles verdwijnt
Oefeningen in het sterven
Het huis waar alles verdwijnt, Koen Stassijns, Atlas Contact, 75 blz., 19,99 euro.
bestellen
‘Ze durfde het niet te zeggen, haar hand / keerde het computerscherm naar me toe. / Ik vrees het ook antwoordde zij toen ik het / woord uitsprak en wist wat mij te wachten / stond. Er sloegen deuren voor mij dicht.’
Niet de dokter maar de patiënt zelf benoemt de diagnose: longkanker. In de bundel Het huis waar alles verdwijnt wordt het gelijknamige gedicht al geschaard onder ‘Herinneringen’. De maker hiervan, Koen Stassijns (1953), is al een stap verder: ‘Ik moet maar eens gaan sterven. Dan smeert er / iemand naderhand wat honing om mijn baard, / wie zal het zeggen? Hij was een lastpak, maar... / En na die ‘maar’ worden waarheid en verzinsel / onherkenbaar aan elkaar genaaid. De hel is waar / valse verzinsels als waarheid worden bewaard.’
In 2019 publiceerde de Vlaamse dichter na bijna twintig jaar stilte Hemelingen, die nu een vervolg krijgt in ‘Nieuwe hemelingen’, de eerste van de drie series die de bundel vormen. De poëzie van
Stassijns is toegankelijk, aangrijpend en soms confronterend. De titel refereert aan de tweede reeks, waarin het huis een metafoor voor het leven is: ‘Toen ik niets meer / te verliezen had, nam het huis mij op in / zijn geheim: ik werd één met het behang.’ De derde serie met als titel ‘Laatste meters’ omvat onder meer ‘Oefeningen in het sterven’ en eindigt met ‘Het dode kind’ als een mokerslag: het onbekende dode kind dat de dichter in zijn armen houdt en dat hij niet kan ‘overdragen aan de tijd’ lijkt ‘als twee druppels water’ op hemzelf.