Exnovatie (2)

Marcel Levi schrijft dat flitsende robotchirurgie is ingevoerd zonder dat dit aanwijsbaar betere zorg heeft opgeleverd (MC 12/2013: 601). Wij hebben kritiek op zijn conclusie dat de opzienbarende resultaten van de ProTWIN-studie traag door gynaecologen worden geïmplementeerd.

Spontane vroeggeboorte is een groot probleem. Bij vrouwen met een meerlingzwangerschap bevalt bijna de helft voor 37 weken, en 10 procent zelfs voor 32 weken. Het preventieve effect van een pessarium bij vrouwen met een meerlingzwangerschap is onderzocht. Alleen in een subgroep met een verkorte cervix (<38 mm) bleek de kans op vroeggeboorte af te nemen van 29 naar 14 procent. Daarnaast daalde de kans op neonatale morbiditeit en de kans op neonatale sterfte.

Drie maanden geleden zijn deze resultaten gepresenteerd en toen is geadviseerd om vooruitlopend op
de landelijke richtlijn al te beginnen met het gebruik van een pessarium bij zwangere vrouwen in de doelgroep. Dit wijkt uitdrukkelijk af van de gebruikelijke route.

In de kwaliteitscyclus zijn evidencebased medicine en doelmatigheid-studies extreem belangrijk. De NVOG zet hier door middel van verloskundige en gynaecologische consortiumstudies sterk op in. Definitieve implementatie dient plaats te vinden bij voldoende bewijs, liefst in meerdere goed opgezette studies, en nadat de resultaten zijn getoetst. Dat laatste is zowel voor de robot als voor het pessarium bij meerlingzwangerschappen (nog) niet gebeurd. Levi meet dus met twee maten.

In veel ziekenhuizen is het gebruik van het pessarium bij vrouwen met een meerlingzwangerschap en verkorte cervix reeds geïmplementeerd in het kader van een studie om te bezien of de resultaten in de dagelijks praktijk overeenkomen
met de studieresultaten.

Innovaties hoeven niet duur en flitsend te zijn om snel geïmplementeerd te worden; zorgvuldigheid blijft echter wel vereist. Dat geldt zowel voor de robot als voor het pessarium.

dr. Gérard Bremer, voorzitter Koepel Kwaliteit NVOG, namens bestuur NVOG, Utrecht