Praktijkperikelen
Lily Hulshof
2 minuten leestijd
Praktijkperikel

Doodsvonnis

1 reactie

Sniffend en snotterend stapt hij mijn spreekkamer in. Deze 67-jarige man ken ik pas een jaar of vier, relatief kort vergeleken met veel andere patiënten in mijn huisartsenpraktijk. Ik weet inmiddels wel dat hij het type ‘ruwe bolster, blanke pit’ is en van tijd tot tijd erg uit zijn doen kan raken. Vaak lijkt dit door kleine dingen uitgelokt te worden, zoals het wisselend niet leverbaar zijn van een merk van een van zijn vele dagelijkse medicijnen. Dat is ook nu de aankondiging die mijn assistente heeft genoteerd als de reden van zijn komst.

Ik hoor hem aan en tracht hem gerust te stellen door een alternatief aan te dragen en uit te leggen dat dit qua werking hetzelfde is. Even wordt hij wat rustiger, maar kort daarna rollen de tranen hem weer over de wangen. Ik ben wat verbaasd, want zo ontdaan heb ik hem nog nooit meegemaakt. Dus vraag of er misschien andere dingen zijn die hem angstig of van streek maken. Daarop kijkt hij mij enigszins verbolgen aan en zegt: ‘Dokter, u weet toch wel dat het nu bijna vijf jaar geleden is dat ik ben geopereerd?! Dus dan snapt u toch wel hoe ik me voel?’ Ik snap hier echter niets van, en weet eerlijk gezegd niet eens over welke operatie hij het heeft.

Na even doorvragen blijkt hij vlak voordat hij bij mij in de praktijk kwam een openhartoperatie te hebben ondergaan. Ik zie in mijn dossier dat hij ook onlangs nog bij de cardioloog is geweest voor een controle en dat hij over een halfjaar weer terug wordt gezien. Omdat ik nog steeds niet begrijp waar dan de tranen vandaan komen, vraag ik hem hiernaar. En dan komt eindelijk de aap uit de mouw: na de operatie heeft de cardioloog hem uitgelegd dat zijn hartfunctie dusdanig slecht was, dat er een verwachte overleving van één tot vijf jaar voor stond. ‘Over drie maanden zijn die vijf jaar voorbij dokter, en ik ben zo gelukkig met mijn vrouw, ik wil nog geen afscheid van haar nemen!’ Hortend en stotend komen de woorden eruit. Ik kan gelukkig net een glimlach onderdrukken en vertel hem dat de laatst beschreven controle er juist veel beter uitziet dan die van een paar jaar geleden, en dat hij de genoemde termijn niet zo letterlijk hoeft te nemen. Hij is de afgelopen jaren meer gaan bewegen en is gestopt met roken, dus ik leg uit dat ik op dit moment geen reden heb om aan te nemen dat hij over drie maanden niet meer leeft. Bruusk veegt hij de tranen en het snot van zijn gezicht en kijkt me verbijsterd aan. Nadat ik een paar keer heb bevestigd dat ik echt overtuigd ben van hetgeen ik hem net heb uitgelegd, zie ik de last van zijn schouders vallen. Stralend staat hij op, geeft me spontaan een dikke knuffel en loopt dan opgewekt de deur uit met de mededeling: ‘Mijn vrouw gaat zo blij zijn, ik ga het haar meteen vertellen!’ Zelden heb ik zoveel voldoening gevoeld na een consult, maar het laat me ook wel enigszins twijfelen aan onze informatieverstrekking aan patiënten. Uiteraard moeten we ze informeren over sombere prognoses, maar realiseren we ons wel altijd hoe deze boodschap overkomt?

Lily Hulshof

apotheekhoudend huisarts, Gorssel

Meer praktijkperikelen

Praktijkperikel
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • M. Hofkamp

    kinderarts n.p.

    Welke zin heeft het noemen van een termijn die de patiënt nog rest? Het leven is onzeker, en daar zullen we toch mee moeten dealen. Voor de een is dat veel moeilijker dan de ander. Maar een termijn, zelfs deze “een tot vijf jaar” biedt schijnzekerhei...d, en daar is niemand mee gediend.
    Een goede vriendin van ons kreeg van haar academische hematoloog bij de uitslag van een beenmergpunctie te horen: “U hebt nog anderhalf jaar te leven. Oh nee, want die punctie was twee maanden geleden: U hebt nog zestien maanden te leven”. Een domme uitspraak, en daarom een second opinion bij een ander UMC. Ze heeft het met nieuwe medicijnen nog zes jaar in een redelijke conditie volgehouden.
    Zelfs als iemand duidelijk op z’n laatste benen loopt, kan het vaak toch nog wat anders lopen dan je denkt – die ervaring heeft toch elke arts? Een hint om nu toch maar alvast een testament e.d. te regelen is natuurlijk prima, en verder steun bij die voor velen zo moeilijk te dragen onzekerheid, waarbij het zo waardevol is om ‘de dag te leren plukken’.

 

Perikel insturen

Heeft u iets meegemaakt wat u deed fronsen, foeteren of lachen? Deel het met uw collega's!

Stuur uw anekdote in

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.