Paranoiaparadox
Plaats een reactieDe heer A. is een 40-jarige man, die bekend is met schizofrenie en al jaren alle bemoeienis van de ggz afhoudt. Vanwege een geweldsdelict wordt hij in hechtenis genomen en daarna geplaatst in een penitentiair psychiatrisch centrum. Hij is psychotisch: ongeorganiseerd in denken en handelen en paranoïde.
Alle aangeboden medicatie weigert hij. Vanwege ernstige zelfverwaarlozing, waarbij hij zichzelf en zijn cel niet schoon kan houden, geluidsoverlast, waarbij hij de anderen van de afdeling wakker houdt en dreigende agressie, wordt dwangmedicatie opgelegd. Hij heeft geen advocaat die ingelicht kan worden, omdat hij vanuit zijn paranoïdie verschillende advocaten heeft weggestuurd.
Nadat betrokkene onder dwang enkele malen depotantipsychotica (Fluanxol) heeft gekregen, verbetert zijn toestand. Hij verzorgt zich, gedraagt zich rustig en geeft geen overlast meer. Dat ook zijn paranoïdie is afgenomen blijkt als we een verzoek tot schorsen van de dwangmedicatie krijgen. Het feit dat hij een nieuwe advocaat heeft kunnen zoeken, die hij voldoende vertrouwt om zijn zaken te laten behartigen, toont paradoxaal genoeg aan hoe effectief de dwangmedicatie is.
- Er zijn nog geen reacties