Praktijkperikelen
3 minuten leestijd
Praktijkperikel

Molukse gastvrijheid en een laatste avondmaal

2 reacties
Getty Images
Getty Images

Het waren de laatste donkere dagen voor Kerstmis. Koud was het, donker, en er waaiden flarden regen in mijn gezicht. Een visite bij: laten we hem maar Henkie Manuradja noemen, ruim 65 jaar oud. Henk was al geruime tijd ziek. Hij klaagde bijna nooit, maar de laatste twee weken ging hij hard achteruit.

Het was de derde keer deze week dat ik bij hem langskwam, want de wijkzuster had mij laten weten dat hij al een paar dagen niet meer at. Meestal ging ik op de fiets; het is altijd goed om even uit te waaien, én het parkeert lekker makkelijk, in de heg voor het huis. Op slot zetten hoefde eigenlijk nooit. De sociale controle en de onderlinge samenhang in de Molukse wijk stonden er garant voor dat je fiets niet gestolen werd.

In het schemerdonker kon ik van afstand zijn kerstversiering al zien. In de boom bij het tuinhekje hing een heel mooi en lieflijk snoer van zacht verlichte hartjes, die je door de wind al van verre kon zien dansen en twinkelen. Een paar huizen verderop flikkerde de kerstster ook altijd aan-uit, aan-uit, ook mooi, maar Henkie had echt de mooiste kerstversiering uit de Molukse wijk, vond ik; ik werd er altijd blij van. Aangekomen bij het huis, kon ik door het halfbeslagen raam een volle woonkamer zien met heel veel mensen aan de eettafel. Oei, dacht ik: ik had beter toch wat eerder op de dag kunnen komen. Ik ben een Belanda, een Hollander, en Hollanders komen eigenlijk nooit tijdens het eten bij elkaar op bezoek. Maar ja, Molukse families staan bekend om hun gastvrijheid. Als je aanbelt, dan vragen ze vaak: Su Makan? (Heb je al gegeten?) Kom verder, Selamat Datang (Welkom).

Zelf was ik er altijd wat verlegen mee om in zo’n groot gezelschap aan te schuiven, ondanks het feit dat ik al een aantal mensen van de familie goed kende. Maar men wilde graag dat ik aanschoof. Ik herinner me iets van rendang en boontjes goreng: lekker. Wel ging ik eerst nog even wat met Henkie praten en onderzocht ik hem, hoewel hij echt terminaal was. Daarna ben ik aan tafel aangeschoven. Henk was tijdens ons gesprek wonderwel opgeknapt, en ineens begon hij zelfs te eten. Eigenlijk schrokken we er een beetje van: hij had een terminale afsluiting van zijn maag-darm­kanaal, dus het eten kon niet verder zakken, dachten we. Maar dat hij begon te eten was zo verrassend en leuk, dat ik zelf ook wat ontdooide uit mijn verlegenheid, en relaxed kon genieten van het heerlijke eten. Het eten was, zoals zo vaak in deze zware periode, thuis bereid door de echtgenote, meestal geholpen door de familie. Jazeker, het smaakte mij heel goed. Maar ik genoot er ook heel erg van dat Henkie – op de rand van zijn bed, en ook op de rand van zijn leven – het zichtbaar fijn vond om samen te eten, met zijn familie en de dokter.

De hartjes van de kerstverlichting wiegden zachtjes op en neer, alsof ze Henk uitwuifden

Bij deze diepgelovige families kwam direct een associatie met het laatste avondmaal naar boven, maar dan zonder een Judas, of het moest die verraderlijke tumor in zijn buik zijn. Vanuit mijn Hollandse roots vond ik wel dat je daar als huisarts niet te lang kon blijven zitten. Ik nam afscheid van Henkie en de familie en wenste hun veel sterkte. Ik bedankte hen ook voor het contact dat we hadden gehad de afgelopen jaren, en ging met een heel fijn gevoel op de fiets weer terug naar huis.

De volgende dag, op zaterdag, ging ik weer even langs ter controle. Henk lag te slapen. Zijn vrouw vertelde me dat hij erg tevreden was geweest over het bezoek, en raakte er niet over uitgepraat dat hij door mijn aanwezigheid zo lekker had gegeten. Het was zeker heel mooi om dat terug te horen van haar. We namen weer afscheid, Henkie zelf heb ik niet meer gesproken: toen ik de volgende dag langskwam, was hij in alle rust overleden. In de weken daarna kwam ik nog heel vaak langs het huis, en voortdurend wiegden die hartjes van de kerstverlichting zachtjes op en neer in de donkere heg van hun huis. Alsof ze zachtjes Henk uitwuifden naar boven toe.

Dag Henk, bedankt. Dit was ook voor mij als huisarts een heel bijzondere ervaring.

Ook een anekdote insturen? Mail naar kopij@medischcontact.nl.

Meer praktijkperikelen:

Praktijkperikel
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • H.J.H Kraaij

    Huisarts , Elburg

    Dank voor het delen van dit prachtige verhaal. Goed dat er in tijden van terecht veel aandacht voor bureaucratisch gedoe door talloze toezichthoudende instanties ook nog mooie verhalen over ons waardevolle vak verschijnen! Echte kwaliteit, en die hee...ft u hier geleverd, zie je niet indicatorlijstjes.

    • E. de Kant - Pariama

      Anesthesioloog , Hollandsche Rading

      Ontroerend herkenbaar vanuit mijn perspectief als dochter van een Molukse vader en tegelijkertijd vanuit mijn perspectief als dokter. Recent overleed mijn vader en het was zo'n enorme steun hoe zijn voormalige én nieuwe huisarts betrokken waren het ...laatste jaar. Mijn vader heeft ondanks zijn broze gezondheid uren in de rij gestaan om zijn huisarts bij zijn pensioen gedag te zeggen. Kepala batu noemde zijn huisarts hem.
      Zijn nieuwe huisarts hebben we met handen vol sponscake naar huis laten gaan. Later, toen hij overleden was, nam ze de tijd om er te zijn, temidden van een bomvol Moluks huis. Ik ben trots op en dankbaar voor de Molukse cultuur waar men voor elkaar zorgt maar óók op de onbetaalbare en onvergetelijke zorg van zijn huisartsen, arts en thuiszorg ondanks alle personele krapte.

 

Perikel insturen

Heeft u iets meegemaakt wat u deed fronsen, foeteren of lachen? Deel het met uw collega's!

Stuur uw anekdote in

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.