Praktijkperikelen
3 minuten leestijd
Praktijkperikel

Fanny

Plaats een reactie

Fanny, mijn studievriendin, zelf geen medische achtergrond, werd anderhalf jaar geleden gediagnosticeerd met stadium IV niet-kleincellig longcarcinoom. Het enige wat ze had gemerkt was een knobbeltje in haar hals. Zij is een positieve en proactieve dame, alleenstaande moeder van een puber, werkt fulltime, sport en maakt vooral veel plezier met haar vrienden. Zo ook met mij, zelf ook patiënt geweest. We maken vaak morbide grappen, vooral ten koste van onszelf, en hangen het no-nonsenseprincipe aan.

Na de eerste schrik volgde er hoop, omdat zij – per juli 2018 – direct als een van de eersten in Nederland kon starten met eerstelijnsimmunotherapie. Hier reageerde ze goed op, de tumor en levermetastasen werden kleiner, het pericardvocht loste op als sneeuw voor de zon. Een jaar later werden de klierpakketten in haar hals weer duidelijk zichtbaar, nog steeds had Fanny nergens anders last van en energie voor twee. Besloten werd haar vier kuren cisplatine/pemetrexed aan te bieden. Hiervan werd ze wel wat moe en ontwikkelde orthostatische hypotensie bij een milde anemie, maar de nierfunctie bleef normaal en de tumor reageerde opnieuw onwaarschijnlijk goed. Haar hals werd weer slanker, haar haar bleef waar het was, ze zag er opnieuw geweldig uit. Wat een stralende krachtige vrouw.

Het academisch ziekenhuis besluit door dit goede resultaat bij uitzondering een vijfde en zesde kuur te geven. Ter steun en vermaak ga ik tijdens de vijfde kuur mee. Deze keer is per abuis geen afspraak bij de anesthesie gemaakt voor het infuus, dat normaliter door hen echogeleid geprikt wordt in de onderarm. De oncologieverpleegkunde van de dagopname inspecteert de armen van Fanny, maar ziet het niet zitten om haar te prikken. Om tijd en ‘gedoe’ te besparen vermeld ik dat ik anesthesioloog ben en als Fanny wil zal ik wel even een infuus geven. Aarzelend maar ook grinnikend stemt Fanny toe. Haar armen zijn allesbehalve vel over been en ik zie daar niets; op haar hand is wel een mooi vat. Zij oppert dat daar vorige keer een klep bleek te zitten, maar ik pak door en prik in de hand: de canule is niet op te voeren. Vervolgens pak ik haar andere, inmiddels toch wel zwetend, handje. Hier is ook een mooi vat zichtbaar. Fanny vraagt voorzichtig of de elleboog niet beter zal zijn? Ik pak haar hand vast en overrule haar zelfverzekerd voor de tweede keer, let’s get it over with! Ditmaal prik ik door het vat heen, weer een indrukwekkend hematoom. Inmiddels zelf ook met zwetende handjes prik ik een infuus in haar elleboog en laat haar handen dramatisch verbinden tegen verdere zwelling. We maken er grappen over.

Tijdens het inlopen van het gewenste gif bedenk ik: als het niet Fanny was, had ik wel geluisterd naar degene die een infuus nodig had, als een dokter naar een patiënt. Fanny en ik bejegenen elkaar direct, gelijkwaardig en oprecht. Zij vindt het maar niks om patiënt te zijn, gedraagt zich niet zo en wenst het liefst door niemand zo benaderd te worden. Waarschijnlijk probeerde ik als vriendin haar te helpen, zonder haar als patiënt te zien. Is het dan toch waar dat je beter niet familie en vrienden kunt behandelen, omdat je wel anders, maar niet per se beter handelt?

Ik waarschuw haar gekscherend (maar welgemeend): als ze voor de zesde kuur geen afspraak bij de anesthesie heeft, ga ik niet meer mee.

Heeft u ook een perikel? Stuur uw verhaal naar redactie@medischcontact.nl
Meer praktijkperikelen download dit artikel (pdf)

Praktijkperikel
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Perikel insturen

Heeft u iets meegemaakt wat u deed fronsen, foeteren of lachen? Deel het met uw collega's!

Stuur uw anekdote in

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.