Daarom ben ik dokter geworden
Plaats een reactie'Tot voor drie weken heeft moeder nog gewoon lekker gegeten, dokter!’ De woorden van de zoon van de vrouw, bij wie ik cachexie vermoed, kan ik maar moeilijk geloven. Ze lijkt op z’n minst twintig jaar ouder dan de ‘69’ die mijn computer aangeeft. Hier is iets goed mis, maar wat…?
Onregelmatig en wisselend is haar pols: 76-135/min. Saturatie: 80 procent, dat kan toch niet?! Over het bovenveld van haar linkerlong hoor ik zacht gekraak, crepiteren. Nog eens de saturatie meten: nu 82 procent. Wanneer ik de vrouw weer aankijk, past het wel bij haar vaalgrauwe kleur. ‘Waar denkt u aan dokter?’ Het is de zoon die het vraagt…
Direct insturen? Of toch als huisarts eerst zelf wat onderzoek inzetten en maar hopen dat ‘het goede spoor gevonden wordt’? Drie uur later meldt de radioloog mij ‘dat er een afwijking in de bovenkwab van de linkerlong zit’. Longarts dus. De pulmonoloog kan even later ‘digitaal meekijken’ naar de thoraxfoto. ‘Jezus Christus!’ Nog nooit heb ik een specialist deze woorden horen gebruiken om de grootte van een afwijking vorm te geven. ‘Laat haar maar onmiddellijk komen’. Ze belandt op de ic waar het longabces wordt gedraineerd.
Dit nu is mijn vak, dit is wat ik mooi vind, waarvoor ik al die jaren gestudeerd heb en waarom ik dokter ben geworden. En het is veel leuker dan een pilletje statine voorschrijven!
- Er zijn nog geen reacties