Marie
Plaats een reactieDe telefoon gaat, ‘02.00 uur’ zie ik op het wekkertje. De ziekenverzorgende is ten einde raad: Willem van Revieren dwaalt weer de hele nacht zoekend rond. Vanmorgen hield het team een extra overleg, waar ik natuurlijk bij moest komen, over de nachtelijke onrust op de afdeling. ‘Die nieuwe man maakt de hele tent wakker.’ In arren moede suggereerde ik zelf te komen. Ik wilde niet méér temazepam voorschrijven
Zijn vrouw Marie was heel plotseling gestorven. Ze zat in de stoel, koud en blauw. De poes lag nog warm op haar schoot. Halsoverkop kwam hij bij ons in het verpleeghuis, alleen blijven wonen was geen optie.
Aan het eind van de gang zie ik hem rondscharrelen, kamer in, kamer uit. Op zoek. Naar zijn Marie. Ik loop met hem mee, zachtjes om anderen niet wakker te maken. Bij het bed van een slapende medebewoonster – hij noemt haar ‘Marie’ – blijft hij staan, volgt met een vinger de helix van haar oor. ‘Mooi, hè?’, zegt hij. De vrouw kijkt op. ‘Hé kerel, ga toch slapen.’
Met een zoet lijntje lopen we terug naar zijn eigen kamer. Hij gaat in z’n bed liggen, ik blijf nog even bij hem zitten. Hij valt al bijna in slaap, pakt mijn hand, streelt met een liefdevol gebaar langs de nagelriem van mijn duim.
Eindelijk slaapt hij. Mijn opzet is gelukt, hij heeft zijn Marie gevonden.
Josien Zimmerman, voormalig verpleeghuisarts
Meer lezersverhalen- Er zijn nog geen reacties