Lezersverhalen
Marjon Oolbekkink
1 minuut leestijd
Lezersverhalen

Hoop doet niet meer leven

1 reactie

En dan, als alle hoop vervlogen is, ontstaat een nieuwe hoop. De hoop op een waardig overlijden. En de hoop dat de dokter daaraan wil meewerken. Nee, niet met maatregelen en medicijnen om de klachten zoveel mogelijk te verlichten, niet met aandacht voor geestelijke nood, en gesprekken om de zin van het bestaan en het voorbijgaande leven te doorgronden. Ook de geestelijk verzorger, hoe welkom ook, voorziet niet in de vervulling van de hoop. Nee, de dokter krijgt de vraag om euthanasie, al dan niet bekrachtigd door reeds ingevulde verklaringen of getuigenissen door familieleden dat de dierbare dit reeds zijn of haar hele leven heeft gewenst. Een spuitje, een pil, in ieder geval een vraag om hulp.

Uiteraard vraagt dit om een grondige exploratie van een eventueel onderliggende angst of andere problematiek, en dit wordt niet altijd verwacht door de vaak zeer zieke en verzwakte patiënt. Laat staan door de zeer betrokken naasten. We bevinden ons in een hospice, waar de levensverwachting vaak te tellen is in weken eerder dan maanden.

Die hoop op dat einde, ik heb het hart niet daar niet aan tegemoet te komen. Ook niet als het de zoveelste op rij is. Ik ervaar dat de toezegging rust geeft, het afscheid van naasten en van het leven omkadert, hoop geeft op niet langer lijden.

Maar ik hoop dat het mijn laatste zal zijn dit jaar.

Marjon Oolbekkink, specialist ouderengeneeskunde, kaderarts palliatieve zorg, Rotterdam

Meer lezersverhalen
Lezersverhalen eindejaarsspecial
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Marinus van den Berg

    geestelijk verzorger in een hospice in Rotterdam, tot 1 janu,

    Als geestelijk verzorger in de terminale zorg hoop ik dat iemand een geëigend levenseinde kan krijgen. Maar wat is geëigend? Wat mij betreft kan ook een gevraagd en gepland levenseinde geëigend zijn. Vaak was ik zoekend tussen meerdere mogelijkheden ...– door mijn katholieke achtergrond, mijn gesprekken met mensen bij het levenseinde, maar ook door het toegevoegd leed door steeds weer nieuwe behandelmethoden en het besef dat ik nooit de uitvoerder zal zijn.

    Mijn eerste taak was steeds om oog, oor en hart te krijgen voor iemands lijden. Lijden is een abstractie. Lijden, zoals lijden aan angst, kan al of niet te verlichten zijn, en al of niet te verdragen. Soms vond ik dat invoelbaar en verbaasde ik me erover dat mensen het toch konden verdragen, maar soms vond ik het minder invoelbaar.

    Een nauwkeurige definitie van waardig sterven bestaat niet. Het is een vaag ideaal. Soms zag ik dat een arts zich minder kon invoelen in de ondraaglijkheid van iemands lijden. ‘Dat je de vraag van de patiënt niet kunt verstaan maar dat je toch bereid bent om tot euthanasie te komen’, is misschien wel het meest cryptische dat ik eens zei. Samen reflecteren met de patiënt vond ik waardevol maar ook wel eens lastig. Ik voelde geregeld een meervoudige loyaliteit waarbij ik terughoudendheid in mijn mening van belang vond zonder daarbij kleurloos te zijn. Misschien hebben mijn niet-verbale reacties meer betekend dan ik heb beseft. In België is een heftige discussie gaande over de vraag of euthanasie een opeisbaar recht is. Voor mij is samen denken en praten vanuit verschillende posities en verantwoordelijkheden de weg naar een zorgvuldig en geëigend levenseinde.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.