Lezersverhalen
5 minuten leestijd
Lezersverhalen

Heldhaftig

Plaats een reactie

WONCA 2015 in Istanbul, de stad waar ik verliefd op ben, de stad waar mijn roots liggen. Toen ik hoorde dat het internationale congres voor huisartsen (in opleiding) dit jaar in Istanbul zou plaatsvinden, heb ik me er direct voor aangemeld. Ik wilde op dit congres namelijk meer te weten komen over hoe de gezondheidszorg anno 2015 geregeld is in Turkije. Niet wetende dat ik het antwoord op deze vraag op een wel heel bijzondere manier zou krijgen...

Op de dag dat ik terug zou vliegen had ik ‘wat pech’. Zo had ik niet door dat mijn smartphone toch niet zo slim bleek te zijn toen de wintertijd synchroon met Nederland werd ingevoerd, terwijl er in Turkije was besloten om de wintertijd een week later in te voeren vanwege de verkiezingen. Dit in combinatie met file op de weg maakte dat ik moest racen om mijn vlucht te kunnen halen. Geen tijd gehad voor ontbijt, dus nog even snel naar de supermarkt om wat te halen en dan gauw naar de vliegtuig rennen, dacht ik.

Toen ik bij de kassa stond, hoorde ik een paar mensen verderop heel hard schreeuwen. Er was een man op de grond gevallen en er werd in paniek om een ‘dokter in de zaal’ gevraagd. Na twee seconden van twijfel (mijn plicht om te dokteren versus mijn vlucht halen) besloot ik toch om het broodje uit mijn hand te laten vallen en te sprinten naar de bewusteloze man in de menigte. Bij aankomst was er al een reanimatie gaande. Ik stelde voor om het van haar over te nemen, intussen wel met duizend vraagtekens in mijn hoofd: wat moet ik nu eigenlijk doen, ik weet niks meer van de reanimatielessen! Ondanks de paniek in mijn lijf probeerde ik kalm te blijven: ik gaf mezelf de opdracht om gewoon bij de A te beginnen en de rest zou vanzelf wel volgen. Er zou ondertussen vast en zeker binnen een paar seconden een heel medisch team arriveren om het van mij over te nemen.

Zo gezegd zo gedaan, begonnen bij de A. De ademweg was vrij, dus gauw over naar de B. Geen ademhaling! Dus beademen! Maar helaas had ik geen beademingsmasker bij me, juist op het moment dat ik dat het hardst nodig had. Ik herinnerde me dat de belangrijkste les van de reanimatiecursus was dat de eigen veiligheid voor alles gaat, dus toen ging ik maar gauw verder met de C. Er was geen output. Ik begon te reanimeren. Ik keek even op om hulp in te roepen, maar behalve nieuwsgierige blikken zag ik niemand die mij kon helpen, ook niet de persoon die al aan de reanimatie was begonnen. Ik moest het in mijn eentje blijven doen, de politie had al wel ‘deskundige mensen’ telefonisch opgeroepen.

Al die tijd bleef ik maar doorgaan met de compressies, nog steeds geen output. Uiteindelijk kwam na vele minuten een medisch team aangerend, ik was nog nooit in mijn leven zo blij dat ik een dokter en een verpleegkundige zag. Ik heb ze de situatie uitgelegd terwijl ik doorging met reanimeren en vroeg de dokter om het van mij over te nemen. Ik stelde voor om erbij te blijven, waarop de dokter glimlachte. Ik keek vanaf de zijkant toe; ik heb het even vol kunnen houden om niet in te grijpen toen ik zag dat de borstcompressies niet optimaal werden gegeven en de verpleegkundige ook niet bepaald in actie kwam. Ik nam de reanimatie weer over, herinnerde de verpleegkundige eraan dat het wellicht handig zou zijn om de monitor aan te sluiten en ik vroeg ondertussen aan de dienstdoende dokter wat ze nu van plan was te gaan doen. Zij was immers de ervaren dokter van het vliegveld. Er kwam niet veel reactie; zo maar doorgaan dan. Ik weer de controles doen: geen output. Na een strijd met de ouderwetse monitorkabels uiteindelijk beeld gekregen: schokbaar ritme! Tweemaal geshockt zonder resultaat.

Zowat uitgeput na een heel lange tijd in mijn eentje gemasseerd te hebben, vroeg ik wéér aan de dienstdoende dokter: hoe nu verder?? Er kwam wederom niet veel reactie. Dus ik weer doorgaan met de compressies. De verpleegkundige die ik na het aansluiten van de monitor als tweede opdracht had opgegeven om intraveneuze toegang te creëren, keek mij met grote ogen aan en zei dat het niet gelukt was. De dienstdoende dokter was ondertussen aan de andere van de patiënt komen zitten, op zoek naar een bloedvat in de andere arm. Weliswaar zonder succes, maar dit beeld zag er in ieder geval beter uit dan de dokter die een tijd lang op de achtergrond bleef staan. Net toen ik al reanimerend hard aan het denken was over de vervolgstap, herinnerde ik me de films en de series waarin bewusteloze mensen een spuit in hun hart kregen toegediend! Met mijn ene hand nog reanimerend pakte ik met mijn andere hand een spuit uit de koffer en ik gaf aan de verpleegkundige de derde opdracht: het optrekken van 1 mg adrenaline.

Mijn laatste hoop was gevestigd op de naald die ik zonder enige ratio met flashbacks uit de oude films in zijn hart stak, tussen een aantal ribben door die ik inmiddels gebroken had. Hoe ik de moed heb opgebracht kan ik me nog steeds niet voorstellen, maar ik heb die beste man een intracardiale injectie gegeven. Alle blikken werden op de monitor gericht. Tot mijn grote verbazing kwam er weer leven in de patiënt met een normale pols en bloeddruk! Precies op dat moment kwam er een brancard aan en hij werd afgevoerd naar het ziekenhuis. De grote groep mensen verspreidde zich weer en ik bleef met half verlamde armen achter, in de hoop dat mijn acties die hem weer tot leven hadden gebracht hem in leven zouden houden.

Al met al heb ik dus van dichtbij ervaren dat hoop in de zorg letterlijk en figuurlijk doet leven, hoe alleen je er soms ook voor staat als dokter zijnde!

En mijn vlucht waarop ik de hoop allang had opgegeven? Hoewel mijn vertrouwen in sommige medewerkers van de luchthaven tot een minimum werd teruggebracht, bleken er gelukkig ook medewerkers te zijn die hun taak wel serieus namen en allang aan de leiding hadden doorgebeld dat ik mogelijk wat later zou zijn. Met enige vertraging stapte ik het vliegtuig in, waar heel veel boze blikken op mij gericht waren. Halverwege de vlucht lukte het mij om, ondanks de adrenalineboost die nog door mijn vermoeide lichaam gierde, in slaap te vallen. Met één dopje in mijn oor, luisterend naar muziek, hoorde ik met mijn andere oor een oproep: ‘ Is er een dokter aan boord?’
Ik hoopte heel erg dat het een nare droom zou zijn, maar het was toch werkelijkheid. Gelukkig hoefde ik niet nogmaals heldhaftig op te treden: het was ‘slechts’ een hyperventilerende passagier.

Tuba Sariozkan, huisarts in opleiding Erasmus MC, Rotterdam

 

Meer lezersverhalen
Lezersverhalen eindejaarsspecial
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.