Gezakt
Plaats een reactieMet eindelijk zicht op het einde van mijn studie begin ik aan het coschap oogheelkunde. Te volgen bij het academisch ziekenhuis van mijn universiteit. Op de eerste dag maakt de professor duidelijk dat er eigenlijk maar één ding telt en dat is op tijd komen en aanwezig zijn. De coassistent die dit niet doet, moet rekenen op een onvoldoende en op bijbehorende studievertraging. En nee, dat is geen grapje. Dus ik ben braaf iedere dag aanwezig en op tijd. En dan breekt eindelijk de laatste dag van het coschap aan, de dag ook van de beoordeling.
Dus ik ben braaf
iedere dag aanwezig en op tijd
Ik woon in een laaggelegen deel van de stad, vlakbij de polder. Iedere dag moet ik een steile lange trap op met mijn fiets. Naast de trap is een iets minder steil pad, een alternatief voor minder fitte dagen. Die dag begin ik aan de klim via de trap (snel, niet te laat komen!) en hoor een paar andere mensen op het pad ‘kijk daar!’ roepen. Op het pad ligt een jongen op de grond, naast zijn fiets, bewusteloos, alleen. De afweging gaat snel: ik wil per se een voldoende voor mijn coschap, kan waarschijnlijk toch niks doen voor die jongen en ook de anderen kunnen een ambulance bellen. Ik loop snel door en fiets weg.
Het is nu ruim twintig jaar geleden. Ik weet niet hoe het met de jongen is afgelopen. Maar als ik eraan terug denk, krimp ik weer ineen, schaam me dood bij de gedachte dat ik, als bijna-dokter, die jongen zo aan zijn lot heb overgelaten
Anoniem
«« Meer Geheimen
- Er zijn nog geen reacties