Lezersverhalen
Aiman Ibrahim
3 minuten leestijd
coronaperikel

Een onverwachte wending in het leven van een GGD-arts in opleiding

Plaats een reactie
getty images
getty images

Het is een rustige zaterdagmiddag, ik zit samen met mijn partner op een terras van een populair café. Heerlijk op z’n Nederlands genietend van koffie, thee en een koekje, pratend over het dagelijks leven. En het coronavirus? Ja, natuurlijk. Sinds een maand of twee is het dagelijks gespreksstof in ons leven. Zal het misgaan? We weten het nog niet zo goed. Wat zal het RIVM/LCI zeggen? Zullen er zeven gevallen bijkomen, of meer? We laten het rusten en hebben het weer over onze vrije avond samen. Zullen we vanavond naar ‘Wie is de mol?’ kijken? Wie denk jij dat de mol is… Rob of Buddy? Nee, het is Nathan! Totdat de telefoon ineens gaat...

‘Hallo! Je spreekt met de crisismanager van GGD Hart voor Brabant…. Ik begrijp dat je een arts bent met ervaring in infectieziektebestrijding en dat je in mei bij ons zou starten?’ ‘Ja dat klopt, ik ben nog bezig met mijn specialisatie maar loop al enkele jaren mee.’ De crisismanager: ‘We hebben een probleem, twee collega’s zijn naar huis gestuurd met verkoudheidsklachten en die zijn voorlopig alleen telefonisch bereikbaar, zou je ons kunnen helpen rondom de corona-uitbraak hier op de GGD?’ Mijmerend antwoord ik: ‘Wanneer heb je mij nodig dan, morgen?’ De crisismanager: ‘Nou… nu zou wel fijn zijn?’ Ik hang vol adrenaline op, neem afscheid van mijn balende partner en fiets richting treinstation.

Na een uur loop ik de GGD binnen en stel ik mij voor aan de crisismanager. Er lopen zeker een stuk of dertig collega’s heen en weer in het volledig ingerichte crisiscentrum. Iedereen druk telefonerend, bevlogen en zichtbaar vermoeid. De crisismanager geeft aan dat er inmiddels een computeraccount voor mij is geactiveerd en dat er binnen een uur een laptop komt. Ze geeft mij een rondleiding, totdat we ineens worden gestoord. ‘Dokter, dokter!!…. Je bent toch een arts…. Toch? De familie van index 38 vraagt zich af of zij getest moeten worden. Ze hebben geen klachten, vallen niet in de casusdefinitie maar maken zich wel zorgen!’ Verbaasd vraag ik mij een aantal dingen af: Wie is de persoon die mij de vraag stelt? Wie is index 38? Wat speelt er binnen de familie van deze persoon? Hoe weet ik of ik hier al een oordeel over mag vellen?

Terwijl ik hierover nadenk zie ik ineens dat er een rij ontstaat bij de toegewezen kamer voor dienstdoende artsen en dat de crisismanager inmiddels al bezig is met andere zaken. Elke collega  in de rij wil weten welke personen getest moeten worden, wat ze richting huisartsen moeten communiceren en wat het advies is rondom isolatie bij niet-zieke familieleden van besmette personen.

Ik realiseer me ineens dat er een groot probleem is in deze regio. Twijfels schieten door mijn hoofd: krijgen we dit virus nog wel onder controle, verliezen we de grip op de situatie niet? Ik voel mij even terneergeslagen, moedeloos en onmachtig. Het is allemaal ernstiger en nijpender dan ik dacht.

Ik laat het even bezinken en vraag me af hoe mijn collega’s het hier kunnen volhouden. Wat zegt de theorie hier ook alweer over? Dan bedenk ik me ineens wat mij geleerd is en hoe professioneel te handelen ten tijde van crisis. Rustig blijven, kalm overkomen, orde bewaren en de situatie altijd blijven overzien. Tijd om prioriteiten te stellen dus! Waar zitten de grootste problemen? Bij de verpleeghuizen, ziekenhuizen, scholen of juist bij bezorgde burgers? Waar is de urgentie het hoogst? Het gaat hier om het maatschappelijke belang en de publieke gezondheid van Nederland. Ik laat begrippen zoals containment- en mitigatiefase even achter mij en ga aan de slag. Er is nu geen behoefte aan een weifelende arts, maar aan iemand die aanstuurt bij het bron- en contactonderzoek.

Na talloze telefoontjes met zorgprofessionals, leidinggevenden, bestuurders, bezorgde personen en tientallen keren ‘ja’ te hebben geantwoord op de vraag of ze mogen testen op corona, zie ik dat het lokale laboratorium weer een aantal positieve personen meldt. Op hoeveel zitten we inmiddels? Was het nou zestig, of zitten we er al ruim boven? Ik zucht, het is inmiddels 22.30 uur en ik zou de hele nacht wel door kunnen werken. Ik bel mijn partner op met de mededeling dat ik pas laat thuis ben vannacht. We moeten prioriteiten stellen… Het kopje koffie samen met mijn partner staat voorlopig dus even helemaal onder aan de prioriteitenlijst.


Aiman Ibrahim
GGD Hart voor Brabant
Aios Maatschappij en Gezondheid, profiel infectieziektebestrijding

coronaperikel
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.