Zorgvernieuwing dichterbij?

Mocht voor uw plannen het slechten van de schotten in de zorg nodig zijn, dan bent u nog verder van huis. Ik weet er alles van: voor de succesvolle rol van de specialist ouderengeneeskunde in ons gezondheidscentrum is na zeven (!) jaar nog steeds geen structurele financiering. Overal op het schild gehesen, maar nog steeds een onzekere toekomst. Ongetwijfeld kent u in uw omgeving ook een voorbeeld van een mooi initiatief dat in de stroop van wetgeving, zorgverzekeraars, Zorginstituut en NZa is blijven steken.

Tot nu toe moet eerst de NZa een zogeheten prestatiebeschrijving vaststellen voordat een zorgaanbieder een prestatie mag declareren. Dat helpt niet als je tempo wilt maken. De bewindslieden van VWS willen nu door een wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg de prestaties in de zorg vrijgeven en zo zorgvernieuwing bespoedigen. Dat klinkt als muziek in de oren. De realiteit is dat er toch nog een heleboel voorwaarden zijn waaraan moet worden voldaan voordat de verzekeraar voor zo’n nieuwe vorm van zorg, die aan zijn verzekerde is geleverd, mag betalen aan de zorgaanbieder. Bovendien zijn de zorgverzekeraars bij monde van Zorgverzekeraars Nederland helemaal niet enthousiast over de voorgestelde wetswijziging. De huidige werkwijze is immers helemaal gebaseerd op uniforme prestatieomschrijvingen en tarieven. Als dat losgelaten wordt dreigt chaos, zo vrezen de verzekeraars. De woordvoerder van ZN zegt bovendien dat de huidige Wmg voldoende flexibiliteit biedt om innovaties tot bloei te laten komen. Dat hij zich heel goed kan voorstellen dat je de schotten tussen de verschillende vormen wilt verwijderen, en later zelfs zorgverlening over de grenzen van de drie financieringswetten (Wmo, Wlz en Zvw) heen mogelijk maakt. Maar waarom merken we daar dan zo weinig van?