Regeldruk te lijf

De eerste honderd dagen van de bewindspersonen van VWS zitten er nog niet op of ze zorgen in ieder geval voor een primeur. Nooit eerder reageerde een minister op een open brief die in Medisch Contact verscheen.

Mede namens zijn collega’s reageert minister Bruno Bruins op de open brief van huisarts Marloes Tack aan de VWS-bewindvoerders. Haar verhaal – over de rompslomp rondom het bestellen van een katheter – bracht veel reacties teweeg en leidde tot vragen in de Tweede Kamer. De reactie van Bruins is natuurlijk een mooi gebaar, maar van mooie woorden alleen worden we niet wijzer. Toch doet de minister ook een aantal heel duidelijke uitspraken, waar hij wat mij betreft aan kan worden gehouden. ‘We willen dat u, uw collega’s én uw patiënten komend jaar al kunnen merken dat er minder administratieve lasten in de zorg zijn’. En: ‘Hier zullen wij ons hard voor maken. En als u daar niks van gaat merken, is onze missie niet geslaagd.’ Daar is geen woord Spaans bij. Overigens zegt Bruins terecht dat de regeldruk ook komt van zorgverzekeraars, toezichthouders, branche- en beroepsverenigingen, en van de zorgaanbieders zelf. Die moeten dus ook aan de slag, maar een minister heeft doorzettingsmacht en ik zou zeggen: gebruik deze.

Dat we als artsen op allerlei manieren een rol kunnen spelen in het terugbrengen van administratieve lasten, schrijft Marcel Levi, ziekenhuisdirecteur, internist en columnist naar aanleiding van zijn Domus Medica Lezing. Zo pleit hij onder andere voor een blijvend generalistische inslag en het vermogen om de geneeskunde in brede zin te blijven beoefenen, ook als superspecialist. ‘Dus natuurlijk behandelt de interventiecardioloog de urineweginfectie van zijn patiënt gewoon zelf, kan de longarts prima insuline doseren bij haar patiënt met longkanker, en is er geen enkele reden voor een neuroloog om bij een patiënt met multiple sclerose en een luchtweginfectie een collega in consult te roepen.’ Dat is een stuk efficiënter.