De Kwestie
4 minuten leestijd
de kwestie

Jehova’s getuige wil geen bloedtransfusie: maar de artseneed dan?

Je kunt iemand niet verplichten in een ziekenhuis te bevallen

11 reacties
Getty Images
Getty Images

Simone (29) is zwanger van haar tweede kind.* Ze wil, net als de eerste keer, thuis bevallen. Maar vanwege haar geloof als Jehova’s getuige wil ze geen bloed of bloedproducten ontvangen. Hetgeen bij massaal bloedverlies haar kans op overleving zou verkleinen.

* De naam van patiënte is gefingeerd.

De rubriek

Ondanks protocollen en richtlijnen is de dagelijkse praktijk van het artsenvak vaak verre van eenduidig. In de rubriek ‘De Kwestie’ legt Medisch Contact praktijkdilemma’s voor aan haar lezers en aan deskundigen. Uw reacties zijn zeer welkom! Reageren kan onderaan dit artikel. Uw reactie kan geselecteerd worden voor plaatsing in het blad.

Mocht er een verbloeding plaatsvinden, dan is de kans dat de moeder het niet overleeft, groter dan bij iemand die wél bloedtransfusie toelaat. Als zorgverlener wil je daarom bij bloedverlies snel kunnen handelen. In het ziekenhuis is directe interventie mogelijk, zoals het stoppen van de bloeding met medicijnen of indien noodzakelijk het verwijderen van de baarmoeder op de operatiekamer voordat er ernstige maternale morbiditeit (of mortaliteit) optreedt. Bij een thuisbevalling kan die snelheid, en daarmee de veiligheid van de patiënt, in het geding komen.

Op verzoek van haar verloskundige komt Simone bij ons in het ziekenhuis als ze 26 weken zwanger is. Strikt genomen is er een conflict. Patiënte wil iets anders dan wat wij, op grond van evidence, goed achten. Dan moet je samen tot een oplossing komen waarin de zwangere zich gehoord voelt en waarbij wij, als team, vinden dat we binnen de omstandigheden verantwoorde zorg leveren. We bespreken de risico’s, informeren haar volledig over wat er zou kunnen gebeuren, laten haar nadenken over de gevolgen van haar wens en vertellen hoe wij in mogelijke situaties zullen handelen.

Niet meewerken aan een thuisbevalling is geen optie. Je kunt iemand niet verplichten in een ziekenhuis te bevallen. De patiënt heeft immers op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) het recht om een bepaalde behandeling te weigeren. Maar we hebben wél een zorgplicht. Bovendien: als artsen willen we iemand die in de bloei van haar leven staat, te allen tijde zonder schade voor moeder en kind behandelen. Dat zij ervoor kiest om geen bloed te accepteren, is haar keus, maar wij moeten zorgen dat de omstandigheid waaronder zij bevalt zo veilig mogelijk is. Daarom maken we met alle partners in de keten goede afspraken, waarbij de eerstelijnsverloskundige in dit geval de belangrijkste is. Zij zal de start van de bevalling en het moment van persen bij ons melden, actief het bloedverlies meten en voor de geboorte een waaknaaldje zetten, zodat indien nodig snel een infuus aangelegd kan worden. Alles staat gedetailleerd in een behandelplan.

Inmiddels is Simone thuis bevallen van een gezonde zoon. Toch blijft dit voor ons een lastige casus. We hebben een artseneed afgelegd met als een van de grondbeginselen ‘weldoen’.

DE VRAAG

Door mee te werken aan een thuisbevalling van iemand die geen bloedtransfusie wenst, wordt de mogelijkheid tot het voorkómen van gezondheidsschade ingeperkt. Wij kennen de risico’s, en dan voelt meegaan in een plan waarin we die risico’s niet maximaal kunnen afdekken, toch als tekortschieten. Naar jezelf, naar de moeder, en niet in de laatste plaats ook naar het kind.

Hoe vindt u dat een ziekenhuis in zo’n casus moet (kunnen) optreden? 

Petra Bakker, gynaecoloog, Amsterdam UMC

Christianne de Groot, gynaecoloog, Amsterdam UMC

Joke Smink, jurist

Guy Widdershoven, ethicus

DE DESKUNDIGE

Instemmen met de wens van deze vrouw is in overeenstemming met het principe van geïnformeerde toestemming en weigering zoals bepaald in de WGBO. Geneeskundig handelen is niet een kwestie van alles of niets maar is een in samenspraak met de patiënt afgestemde (deel)behandeling. Dit is de onderliggende gedachte bij shared decision making. De patiënt vertelt de hulpverlener over diens waarden en levensvisie, en de hulpverlener vertelt patiënt wat hij of zij, dit in overweging nemende, haar kan bieden. Het is maatwerk. Dan ontstaat een geïnformeerde behandelovereenkomst. Dat de voorgenomen behandeling bij een complicatie niet optimaal is, doet er dan niet toe.

In geval van Simone is het simpel. De vrouw vertelde de hulpverleners dat zij vanuit haar geloofsovertuiging geen bloed toegediend wil krijgen. Alle andere zorg wil zij wel. Een goed hulpverlener zal dan een plan op maat maken en daarbij rekening houden met de door de patiënt aangegeven beperking.

Er is zeker geen conflict, zoals gynaecoloog Kleiverda terecht opmerkt. Er is een overeenkomst waarbij, gezien de restricties, men op het best mogelijke scenario is voorbereid. Hierbij wordt de patiënt in haar waarde gelaten. En dat is een groot goed. Dat is moreel juist handelen.

Oud-huisarts Jan Dijk zou de patiënt, als deze blijft volharden in de restrictieve behandeling, verzoeken een andere huisarts te zoeken en GGD-arts Barends zou de wil van de beslissingsbekwame patiënt willen overrulen en lijkt zelfs gedwongen behandeling te overwegen. Deze twee artsen handelen paternalistisch en zijn klaarblijkelijk niet bereid tot shared decision making, hetgeen niet meer van deze tijd is en onethisch is, maar ook nog eens respectloos naar de hulp vragende zwangere en niet in overeenstemming met de artseneed.

Erwin Kompanje

klinisch ethicus Erasmus MC Rotterdam

gynaecologie de kwestie bevalling obstetrie geboorte

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.