Blogs & columns
Esther van Fenema
Esther van Fenema
2 minuten leestijd
Column

Zet euthanasie voor jongeren onder de 30 onmiddellijk on hold

43 reacties

Euthanasie bij jongeren onder de 30 op basis van psychisch lijden is een onderwerp dat heftige discussies oproept. In oktober 2024 pleitte voormalig NSC-Kamer­lid Rosanne Hertzberger voor grondig onderzoek naar de stijging van euthanasiegevallen onder jongeren. Cijfers van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie lieten zien dat 22 mensen onder de 30 euthanasie kregen wegens psychisch lijden, een vijfvoudige stijging ten opzichte van 2020, toen dit er nog maar vijf waren.

Deze zorgwekkende toename vindt plaats terwijl de professionele onderbouwing voor zo’n ingrijpende beslissing nog onvoldoende is.

De reactie van de regering op Hertzbergers voorstel is schokkend. Afgelopen maand verklaarde staatssecretaris Karremans van VWS dat het medisch oordeel over uit­zichtloosheid het enige richtsnoer zou moeten zijn, en dat het aan de beroepsgroep is om te bepalen of verder onderzoek nodig is. Zo wordt de verantwoordelijkheid voor de interpretatie van de wet volledig afgeschoven naar de medische professionals, terwijl de wet op dit punt te vaag is en de consequentie – overlijden – onomkeerbaar.

De beroepsvereniging NVvP stelt dat de beoordeling van uitzichtloosheid ‘sterk persoonsgebonden en individueel bepaald’ is. Met andere woorden: er is momenteel geen heldere, objectieve standaard voor wanneer euthanasie toegepast zou moeten worden. Dit is uiterst zorgwekkend, omdat het debat onder psychiaters nog steeds leeft. Er loopt momenteel een enquête van de NVvP om het draagvlak voor euthanasie bij jongeren met psychisch lijden te peilen. Daarnaast moeten we nog op meerdere onderzoeken wachten om het criterium ‘uitzichtloosheid’ betrouwbaarder vast te stellen.

De wetenschappelijke basis voor deze ‘escalatie van de richtlijn’ is op dit moment flinterdun. Het niet-lineaire verloop van psychische aandoeningen maakt het buitengewoon moeilijk om te bepalen of iemand daadwerkelijk uitzichtloos lijdt. Veel jongeren die aanvankelijk euthanasie overwegen, trekken hun verzoek later in, vaak nadat ze meer steun en behandeling hebben gekregen. Het is dan ook zorg­wekkend dat de mogelijkheid van herstel, verbetering of desnoods palliatieve psychiatrie geen wezenlijk gewicht krijgt in de besluitvorming over euthanasie.

We hebben het hier over jonge mensen wier brein vaak nog in ontwikkeling is, waardoor ze niet altijd in staat zijn de gevolgen van hun lijden of ziekte in te schatten. Onder normale omstandigheden is het brein van een adolescent pas halverwege zijn twintiger jaren volgroeid.

Tegelijkertijd zitten we midden in een periode van verschraling van de geestelijke gezondheidszorg, met lange wachtlijsten en een verslechterend mentaal welzijn onder jongeren. In de dagelijkse praktijk zie ik de tragische gevolgen van de toegenomen doodswens onder veel jonge mensen, begin twintig, wat helaas begrijpelijk is gezien de omstandigheden.

De regering kan niet blijven wegkijken

Desondanks wordt de praktijk van euthanasie bij jongeren voortgezet, ondanks het feit dat er nog zoveel onduidelijk is en veel niet op orde is bij dit uiterst complexe thema. De huidige situatie is onhoudbaar. De regering kan niet blijven wegkijken en de verantwoordelijkheid volledig afschuiven naar de beroepsgroep, die zich al in een ethisch en juridisch grijs gebied bevindt. Het is tijd dat de overheid haar rol als beschermer van kwetsbare burgers serieus neemt.

Euthanasie voor jongeren onder de 30 moet onmiddellijk on hold worden gezet totdat er heldere richtlijnen en wetenschappelijke onderbouwing zijn. We kunnen ons geen jongeren veroorloven die verloren gaan door een slecht doordachte en onvoldoende gereguleerde praktijk. 

Meer van Esther van Fenema

  • Esther van Fenema

    Esther van Fenema is psychiater met een eigen praktijk. Ze is gepromoveerd op de toepassing van richtlijnen in de ggz. Verder werkt ze bij de crisisdienst, is ze auteur, professioneel violiste en opiniemaker voor onder andere Trouw en de EO.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • P.F. Schothorst

    Psychiater

    In reactie op. ‘ … jongeren onder de dertig …. ‘
    1. wettelijk is men vanaf 18 jaar volwassen; 18 + mensen zijn dus geen jongeren , en hen in feite generaal als niet volwaardig en wilsonbekwaam te kwalificeren druist in tegen de wet ( en nog vee...l meer) Psychiater houdt je bij je leest
    2. De kwalificatie van wilsonbekwaamheid bij ‘ jongeren’ is gestoeld op flinterdun wetenschappelijk bewijs vanuit hersen en psychologisch onderzoek voor causaliteit op individueel niveau
    3. Laten we ons als medici - vooral in de huidige tijdgeest - voorstaan op nuancering en weging vanuit wetenschappelijk , maatschappelijk en historisch perspectief

  • K. Nelissen

    AIOS Psychiatrie, Den Haag

    Dank Sophie Vermeer voor lucide argumenten in deze discussie, in grote lijnen geheel met je eens en veel van wat je schrijft is ook terug te vinden in de argumenten van Lorien Vermeulen hieronder.

    Ik denk dat de discussie hier op pijnlijke wijze ...laat zien dat collega Koolbergen -ik denk zonder het te beseffen- precies de vinger op de zere wonde legt met de uitspraak dat:

    "Ofwel de psychiatrie faalt ernstig bij de behandeling van deze jonge vrouwen, ofwel er blijft een, gelukkig kleine, groep over van jonge patiënten die, ondanks poging tot optimale behandeling geen andere uitweg zien dan euthanasie, of suïcide. "

    Velen van ons die werken met de doelgroep vermoeden al langere tijd, op goede gronden, dat helaas het eerste deel van de stelling waar is. Het lijkt er op dat de stijging van euthanasie(aanvragen) van jonge vrouwen mede wordt veroorzaakt door de medicaliserende escalatie van dwang en ingrijpende interventies als ECT en reeksen zware psychotrope medicaties in de ggz, in combinatie met versnippering van zorg en gebrek aan mogelijkheden om langdurig relationeel werken.

    Sterker: er is inmiddels in Nederland een informeel, nu nog een beetje "underground" netwerk van 'survivors', die met dwang werden behandeld voor een eetstoornis maar het overleefden, die lotgenoten die in een diepe staat van demoralisatie dreigen te raken proberen te bereiken en bij te staan, om te voorkomen dat ze in een dodelijk euthanasietraject terecht komen.

    Verder is het zo dat Koolbergen misschien gelijk heeft dat de absolute aantallen klein zijn - maar dat gaat voorbij aan de collectivistische bron van die kleine, maar stijgende, aantallen . De vraag naar euthanasie bij jonge vrouwen neemt immers exponentieel toe; zelfs als maar 3% daarvan uiteindelijk euthanasie krijgt zal dat kleine aantal evenzeer exponentieel toenemen met de toenemende vraag op populatieniveau, zoals beschreven door huisarts Lorien Vermeulen.

    Al met al des te meer reden om de oproep van Esther van Fenema serieus te nemen: als er zoveel onwetendheid en zo weinig inzicht is in de oorzaak van, en de dynamiek onder, de stijging in het aantal authanasieaanvragen door jonge vrouwen, lijkt het onverantwoord om hier mee door te gaan.

    Karina Nelissen

  • S. Vermeer

    aios, Groningen

    Geachte collega Koolbergen, graag reageer ik op uw reactie op de opinie van Esthervan Fenema.

    Allereerst waardeer ik het dat u zich toetsbaar opstelt en uw ervaring als SCEN-arts deelt. Uw betrokkenheid bij deze complexe en pijnlijke problematiek ...is duidelijk zichtbaar. Tegelijkertijd laat het verhaal dat u schetst precies zien wat er misgaat in de huidige praktijk van euthanasie bij psychisch lijden bij jonge vrouwen.

    U geeft aan dat deze jonge vrouw sinds haar 14e onafgebroken in behandeling was binnen de GGZ. Dit is niet uitzonderlijk: ongeveer 70% van de psychiatrische problematiek manifesteert zich in de adolescentie. Dat zij vanaf die leeftijd in zorg was, betekent dus niet automatisch dat haar lijden uniek of absoluut uitzichtloos was. Het probleem zit eerder in de manier waarop dit type lijden door het systeem wordt behandeld en hoe de beoordeling van "uitzichtloosheid" wordt ingevuld.

    Wat in uw beschrijving ontbreekt, is het inzicht dat euthanasieverzoeken bij jonge vrouwen vaak deel uitmaken van een genderspecifiek patroon, waarin ernstige en persistente zelfafwijzing een grote rol speelt. Dit patroon wordt versterkt door een medische benadering die in plaats van langdurige relationele zorg (echt contact, woorden helpen vinden, geen dwang) vooral wisselende behandelaars, diagnoses, dwang en – zoals in dit geval – herhaalde elektroconvulsieve therapie (ECT) inzet. Deze aanpak leidt ertoe dat patiënten zich niet gehoord voelen en uiteindelijk als "behandelresistent" worden bestempeld, een kwalificatie die het negatieve zelfbeeld verder verankert en de weg naar euthanasie als enige logische uitweg presenteert.

    Wat mij in uw betoog opvalt, is dat gedwongen ECT wordt aangehaald als bewijs dat "alles" is geprobeerd. Op geen enkel moment stelt u zich echter de vraag of deze medische escalatie, juist in de afwezigheid van een echte behandelrelatie, haar diepe demoralisatie niet verder heeft verergerd. Dit is een patroon dat ik herken in RTE-verslagen (een jonge vrouw had 150 keer ECTgekregen) en uit de verhalen van jonge vrouwen die net niet over de rand zijn gegaan. De vraag of een patiënt werkelijk "uitzichtloos" lijdt, moet niet alleen worden beoordeeld op basis van dwang en medische escalatie, maar juist op de structurele tekorten in de psychische zorg, zoals het gebrek aan continuïteit, gebrek aan langdurige relationele zorg en het ontbreken van echte perspectiefbiedende behandelingen​ en inzet van ervairngsdeskundigen.

    Daarnaast suggereert u dat haar euthanasieverzoek valide was omdat ze haar kalenderleeftijd ruimschoots was gepasseerd in levenservaring. Maar dat een jonge vrouw door een langdurige strijd getekend is, betekent niet dat zij in staat is om met volledig ontwikkeld beoordelingsvermogen een definitieve doodswens te uiten. De wetenschap is helder: de prefrontale cortex, essentieel voor impulscontrole en lange termijn planning, ontwikkelt zich tot halverwege de twintig​.Dit is precies waarom er een leeftijdsgrens overwogen moet worden, zoals in Canada is gedaan, waar euthanasie bij psychisch lijden tijdelijk is opgeschort​

    U eindigt met de stelling dat het "on hold zetten" van euthanasie haar lijden onnodig zou hebben verlengd. Maar zou het niet juist een kans hebben geboden om uit de tunnelvisie van haar lijden te komen? We weten dat psychisch lijden niet lineair is en vaak onverwachte wendingen kent​. De verhalen van survivors worden niet in de pers beschreven en kent u dus wellicht niet, maar er zijn er velen en juist van hen kunnen wij leren. Zij vertellen over hoe ze zic niet gehoord voelden en hoe zelfafwijzing, onder invloed van dwang en escalerend medisch handelen, overging in een perspectief van zelfdestructie, als beschreven in het artikel van Najjarkakhaki et al (2025).

    Zoals ISPS stelt, vereist psychiatrische zorg het bieden van hoop en perspectief, niet de institutionalisering van dood als behandelmogelijkheid​.

    Tot slot wil ik ingaan op uw stelling dat de column van Esther van Fenema de discussie polariseert. Kritische vragen stellen over een ingrijpende medische praktijk is geen polarisatie, maar een essentiële voorwaarde voor wetenschappelijke en ethische vooruitgang. Het weren van kritiek op euthanasie bij psychisch lijden lijkt eerder op een medische omerta dan op een open en toetsbare medische praktijk​. Het is wellicht pijnlijk om te horen, maar net als de 14 vooraanstaande collega's die een brandbrief aan het OM stuurden denk ik dat er urgent iets gedaan moet worden. Hoe kan het dat de medici in Canada tot conclusie zijn gekomen dat de onduidelijke en niet gedragen praktijk van euthanasie bij psychisch lijden in zijn totaliteit on hold gezet moet worden, terwijl we hier in Nederland zelfs geen relfectie willen horen over de praktijk van jeugdeuthanasie bij jonge en minderjarige vrouwen?

    Met vriendelijke groet,
    Sophie Vermeer

    • K. Koolbergen

      SCEN-arts, Oudorp

      Beste collega’s Vermeer en van Valderen, dank voor jullie reacties. De toon en de inhoud van de discussie zoals die nu hier gevoerd wordt lijken mij respectvol en waardevol. Wij worstelen natuurlijk allen met deze problematiek, alleen het eindoordeel... is divers. Collega Vermeer stelt dat in mijn casus gedwongen ECT wordt aangehaald als bewijs dat “alles” is geprobeerd. Dat was niet mijn bedoeling. Omwille van de privacy, en de maximale lengte van de reactie, kon ik niet het hele scala van behandelingen benoemen dat deze patiënte in de loop van 6 jaar, bij verschillende instellingen, grotendeels klinisch, had ondergaan. Het zou toch schrijnend zijn als er in die 6 jaar nooit sprake zou zijn geweest van een “echte behandelrelatie”. En als die er nu nog steeds niet was, had zij er dan op moeten vertrouwen dat die in de komende 10(?) jaar wel zou ontstaan?
      Zij voelde zich pas gehoord toen haar euthanasiewens door een psychiater, niet zijnde haar behandelaar, serieus werd genomen. Pas toen er contact was geweest tussen de “second opinion psychiater” en haar behandelend GGZ-psychiater, kreeg zij van de laatste meer begrip en compassie. Desondanks verbleekte haar euthanasiewens hiermee niet.
      Ofwel de psychiatrie faalt ernstig bij de behandeling van deze jonge vrouwen, ofwel er blijft een, gelukkig kleine, groep over van jonge patiënten die, ondanks poging tot optimale behandeling geen andere uitweg zien dan euthanasie, of suïcide. Verdienen zij het niet gehoord te worden?

    • R.R. van Valderen-Antonissen

      Huisarts, Tilburg

      En dan nog een inhoudelijk reactie.

      Uw argument dat men in Canada tot andere inzichten komt en dat we hier daarom zouden moeten volgen, houdt mijn inziens geen stand. Er zijn namelijk een heleboel zaken waar men in andere landen anders over denkt ...dan in Nederland, maar waarvan ik erg blij ben dat we het in Nederland niet klakkeloos overnemen. Een onderwerp als euthanasie is altijd al erg onderhavig geweest aan een samenspel tussen inzichten vanuit de beroepsgroep, politieke wil en wensen uit de samenleving. De discussie zal dan ook in elk land apart gevoerd moeten worden, waarbij het uiteraard geen kwaad kan om kennis te nemen van de ontwikkelingen in andere landen.

      Ik kan uw betoog voor langdurige relationele zorg helemaal volgen en onderschrijven. Ik maak me met de ontwikkelingen binnen de GGZ en het toenemende tekort aan personeel daar ook echt zorgen over. Het is problematisch als het aantal mensen wat uitzichtloos en ondragelijke lijdt daardoor toeneemt. Maar geldt dit niet net zo voor euthanasie bij somatiek? Terecht stelde u in een eerdere reactie dat bij verbetering van palliatieve zorg het aantal euthanasie vragen afneemt. Ook de somatische palliatieve zorg staat onder druk en onder invloed van maatschappelijk ontwikkelingen zien we dat mensen sneller vragen om euthanasie. Moeten we euthanasie in de bredere zin dan on hold gaan zetten tot we de palliatieve zorg verbeterd hebben?

      Met 22 mensen onder de 30 die euthanasie hebben gekregen gaat het nog steeds om een klein aantal. Het overgrote merendeel krijgt geen euthanasie. Uit eigen ervaring heb ik gezien hoe de taakopvatting van binnen de GGZ kan zijn als het gaat om gesprekken over een persisterende doodswens (terugverwijzing naar huisarts om over euthanasie te praten, terugverwijzing omdat patiënt kennelijk niet behandelbaar is, alleen welkom zijn voor gesprekken als het niet gaat over de doodswens). Dat wordt mijn inziens echt niet beter met een on hold zetten.
      Een andere kant die wel aansluit bij uw oproep voor langdurige relationele zorg kan zijn dat de doodswens er mag zijn en in de volle breedte bekeken kan worden, ook als die uiteindelijk leidt tot een euthanasieverzoek. Ik heb uit eigen ervaring gemerkt (ik kan het niet staven met wetenschap) dat suïcidaliteit en zelfbeschadigend gedrag verminderde en dat de ervaren wanhoop van patiënten er door verminderde. Dat houdt geen belofte in van een zekere euthanasie, maar wel een belofte om het te onderzoeken. Alleen al het traject wat daarna volgt biedt juist aanknopingspunten om met patiënte te zoeken naar redelijke alternatieven en zo heb ik bij mijn patiënten gezien hoe ze toch weer openstonden voor behandeling, onderzoeken of duurzame ondersteuning. Precies waar u toe oproept.

      Wat er volgens mij dus nodig is, zijn professionals binnen de GGZ die bovenstaande koorddansact kunnen doen en een richtlijn die terughoudendheid uitspreekt, zeker bij mensen waarvan de hersenen nog in ontwikkeling zijn.

    • R.R. van Valderen-Antonissen

      Huisarts, Tilburg

      Beste mevrouw Vermeer,

      Dank voor uw uitgebreide en inhoudelijke bijdragen. U brengt een stuk wetenschap mee naar deze discussie die hem verder helpt. Uw vaststelling dat er sprake zou zijn van een medische omerta deel ik echter niet. Er is volgens m...ij geen sprake van het weren van kritiek op de euthanasie praktijk, getuige deze column en eerdere bijdragen in MC.

      Waar de gevoeligheid van collega's denk ik vandaan komt (dat is waar ik hem zelf voel), zijn woorden als "social murder" en de wetteloosheid en richtlijnloosheid die Van Fennema suggereert. Euthanasie is één van de meest ingrijpende en onomkeerbare dingen die je als arts kunt doen. In dit soort casuïstiek ben je vaak al jarenlang met je patiënt in gesprek, heb je eindeloos specialisten geconsulteerd om uiteindelijk samen tot de conclusie te komen dat er bij de huidige stand van zaken geen redelijk alternatief meer is. Je volgt nauwgezet de wetgeving en richtlijnen en laat vooraf toetsen door een SCEN-arts (in dit soort casuïstiek een SCEN-psychiater). En dan is er natuurlijk ook nog de toetsing achteraf, waarvan de last pas van je schouders glijdt als je de brief van het RTE ontvangt dat het in orde is. Het daadwerkelijk verlenen van de euthanasie is ingrijpend, houdt mij en de praktijk vaak dagen (en soms ook nachten) bezig. Wat het dragelijk maakt, is dat ik het samen met collega's kan doen en dat ik me gesteund weet door de wet, door richtlijnen en door mijn beroepsgroep. Bij woorden als "social murder" of de suggestie van wetteloosheid/richtlijnloosheid gaan bij mij de haren overeind, want ik ben toch geen moordenaar?

      Ik zou dan ook willen voorstellen dat we een goede inhoudelijke en respectvolle discussie voeren, maar dat we voorzichtig zijn met bovenstaande woorden of toon en dat we oppassen met een snel oordeel over complexe casuïstiek die collega's in een zeer samengevatte vorm op dit platform delen.

      Hartelijke groet,
      Rob

      [Reactie gewijzigd door Valderen-Antonissen, Rob van op 17-03-2025 09:30]

      • M.D. Oosterhoff

        Psychiater, Thesinge

        Ik sluit me hier van harte bij aan. Ik heb er alle begrip voor, dat euthanasie bij mensen met een psychische aandoening , zeker bij jonge mensen, emoties oproept. Ik heb er zelf jaren voor nodig gehad zover te komen. Dus ik heb begrip voor bedenkinge...n, maar ik heb moeite met de soms keiharde oordelen. Euthanasie verlenen is geen sinecure. Als daar dan nog zulke harde oordelen over worden uitgesproken dan komt dat hard aan. Ik weet, dat collega's om die redenen ervoor terugdeinzen euthanasie te verlenen, terwijl ze zlef wel vinden dat aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan. Dat vind ik triest

  • K. Koolbergen

    SCEN-arts, Oudorp

    Triest dat de discussie door deze column nu weer zo gepolariseerd wordt. Zoals ieder weldenkend mens vind ik euthanasie bij een jong volwassene, al dan niet op psychische gronden, dramatisch. Afgelopen jaar had ik als SCEN-arts mijn eerste ervaring m...et een verzoek van een 20-jarige op psychische gronden. De door de aanvragend psychiater aangeleverde documentatie was uitgebreid en indrukwekkend. Dat gold ook voor het verslag van de psychiater die de second opinion deed. De betrokken patiënte was sinds haar 14e jaar onafgebroken psychiatrisch behandeld in verschillende instellingen. Alle mogelijke behandelopties waren in die jaren gepasseerd, zonder resultaat. Zij had zeer vele keren ECT gekregen, meermaals onder dwang. In het langdurige gesprek wat ik met haar had was ik onder de indruk van haar vastberadenheid en radeloosheid. Iemand met deze ervaring is haar kalenderleeftijd ruimschoots gepasseerd. Hoe moeilijk ik het ook vond, ik kon niet anders dan concluderen dat er sprake was van ondraaglijk en uitzichtloos lijden.
    Het “on hold zetten” van euthanasie bij psychisch lijden onder de 30 jaar zou voor haar, en haar naasten, een dramatische verlenging van lijden betekend hebben, die zij niet zou hebben willen afwachten.

  • R. de Groot

    Anios, Ermelo

    Ik pleit ervoor dat mevrouw Fennema haar racistische en polariserende uitspraken in de media eens écht corrigeert.

  • M.D. Oosterhoff

    Psychiater, Thesinge

    Als de reacties één ding duidelijk maken is het wel, dat er grote verdeeldheid is aangaande dit onderwerp. In plaats van weer met argumenten aan te komen wil ik een concreet voorbeeld geven van een jonge vrouw van 20, die ondraaglijk en in mijn ogen ...en in de ogen van de second opinion-psychiater en de SCENarts uitzichtloos leed. Een oordeel, wat de toetsingscommissie binnen de wet vonden. Zij kon echt niet meer tien jaar wachten. Ik doe dat als een blog. Die zal volgende week wel verschijnen.

  • S. Vermeer

    aios, Groningen

    Hulde voor het klokkenluidersgeluid van Esther van Fenema. Hier mijn derde post met een inhoudelijke reactie op de post van somaticus van van Valderen-Antonissen die kritiek heeft op het stuk van Esther van Fenema.

    Voor meer info over de "why" van... deze reacties van mij, zie mijn eerste post hieronder.

    3. Tot slot de reactie van van Valderen-Antonissen. De reactie van deze somatische collega begint met de stelling dat de column van Van Fenema “gestoeld is op drogredeneringen”, maar ironisch genoeg wordt nergens in de reactie onderbouwd waar precies sprake zou zijn van een drogreden. In plaats daarvan gebruikt de reactie zelf verschillende drogredenen om Van Fenema’s betoog te ondermijnen.

    1. Ad hominem: op de man spelen
    Van Valderen-Antonissen stelt dat de column “tendentieus” is, wat een suggestieve term is om de auteur in een kwaad daglicht te stellen zonder in te gaan op de inhoud. Dit is een klassieke ad hominem-drogreden, waarbij de focus wordt verlegd van de argumenten naar de persoon die ze maakt.

    2. Vals dilemma: waarom niet 29 of 31 jaar?
    De vraag “waarom niet 29 of 31 jaar?” is een vals dilemma, omdat het impliceert dat een leeftijdsgrens per definitie willekeurig en ongerechtvaardigd zou zijn. Echter, zoals in het stuk van Lorien Vermeulen wordt aangetoond, is de leeftijdsgrens niet bedoeld als een exacte biologische grens, maar als een signaalfunctie. Dit principe is volstrekt gangbaar in wetgeving: we hanteren leeftijdsgrenzen voor rijbewijzen, meerderjarigheid en medische behandelingen zoals orgaandonatie. De kern van het argument is niet dat 30 jaar een magisch getal is, maar dat een leeftijdsgrens het risico op een euthanasie-fixatie bij jonge vrouwen kan verminderen.

    3. Valse vergelijking: somatisch en psychisch lijden
    De vergelijking tussen euthanasie bij terminale kanker en euthanasie bij psychisch lijden is een valse analogie. Van Fenema’s argument is niet dat de mate van uitzichtloosheid verschilt binnen somatische aandoeningen, maar dat uitzichtloosheid bij psychisch lijden fundamenteel anders is dan bij een terminale ziekte. Bij een ziekte als pancreascarcinoom is het medische beloop objectief vast te stellen. Psychisch lijden daarentegen is niet objectief te meten, omdat het afhankelijk is van sociale, existentiële en persoonlijke factoren, zoals trauma en neurodiversiteit.

    4. Valse vergelijking: niet-lineair verloop van somatische aandoeningen
    Van Valderen-Antonissen stelt dat ook ziektes zoals COPD, hartfalen en dementie een niet-lineair verloop kennen. Dit is een drogreden van valse vergelijking, omdat deze aandoeningen biologisch progressief en onomkeerbaar zijn. Psychisch lijden kent juist dramatische turning points en perspectiefverschuivingen, wat een cruciaal verschil is. Zoals de recente studie van Najjarkakhaki et al. aantoont, wordt psychisch lijden beïnvloed door dynamische interacties tussen trauma, sociale context en behandelopties. De vergelijking met COPD of hartfalen is daarmee totaal misplaatst.

    5. Anekdotisch bewijs: patiënten trekken soms euthanasiewensen in
    Het argument dat euthanasiewensen soms worden ingetrokken is een anekdotisch bewijs, waarmee wordt gesuggereerd dat het fenomeen daarom goed wordt geëvalueerd. In werkelijkheid is er sprake van een significant probleem: jonge vrouwen kunnen door de normalisering van euthanasie in een tunnelvisie terechtkomen waarin euthanasie als enige uitweg wordt gezien. De intrekking van een euthanasieverzoek bij een somatisch zieke patiënt is bovendien niet te vergelijken met de intrekking bij een jongere met psychisch lijden: bij somatisch lijden komt dit vaak door verbeterde palliatieve zorg, terwijl bij psychisch lijden de shift meestal voortkomt uit een veranderd existentieel perspectief.

    6. Blinde vlek: juridische grijsheid en de Canadese situatie
    De stelling dat er geen juridisch grijs gebied zou zijn, omdat er een wet en handreiking bestaan, getuigt van blindheid voor de realiteit. Canada heeft euthanasie bij psychisch lijden voor drie jaar opgeschort, juist vanwege de extreme ethische dilemma’s en het risico op “social murder”. Dat een groep vooraanstaande psychiaters zich in een brandbrief aan het OM uitsprak tegen de voortdurende oprekking van de criteria, laat zien dat er wel degelijk sprake is van een juridisch en ethisch grijs gebied.

    7. Hellend vlak: minder gesprekken over euthanasie?
    Van Valderen-Antonissen suggereert dat een leeftijdsgrens zou leiden tot minder gesprekken over euthanasie en daarmee tot minder steun voor jongeren. Dit is een klassieke hellend vlak-drogreden: er wordt gesteld dat een maatregel onvermijdelijk zal leiden tot een negatieve uitkomst, zonder enig bewijs. In werkelijkheid zou een leeftijdsgrens juist kunnen leiden tot méér gesprekken over alternatieven voor euthanasie, zoals Vermeulen en Nelissen bepleiten in reacties op dit stuk.

    De reactie van Van Valderen-Antonissen verwijt Van Fenema drogredeneringen, maar zit zelf vol met onjuiste analogieën, valse dilemma’s en ad hominem-aanvallen. Het idee dat er geen probleem is met euthanasie bij jongeren, omdat er wetten en toetsingsprocedures zijn, miskent de fundamentele ethische, medische en maatschappelijke vragen die nog onbeantwoord zijn. Zoals in Canada al werd ingezien, is het absoluut noodzakelijk om deze praktijk tijdelijk stop te zetten en eerst grondig te onderzoeken wat de implicaties zijn. Dit is geen stigmatisering of discriminatie van jonge patiënten – het is een noodzakelijke bescherming van een kwetsbare groep tegen een praktijk die veel te weinig wordt geëvalueerd.

    Sophie Vermeer

    • AIOS, Utrecht

      Beste collega Vermeer,

      Ik merk dat in de euthanasie discussie bij jongeren vaak verwezen wordt naar de ‘jonge vrouwen’ groep. Het is bekend dat deze groep de meerderheid vormt van de verzoeken bij jongeren. Maar de zogenaamde euthanasie-fixatie di...e u beschrijft vind ik dan ook wel weer een dramatisering van de werkelijkheid. Het is niet dat elk verzoek wordt gehonoreerd. Sterker nog 45% van de verzoeken die jongeren indienen wordt afgewezen omdat het verzoek niet voldoet aan de wettelijke eisen. Nee is nee en daar moet ieder individu zich dan ook weer tegen verhouden. Lijkt mij dat de euthanasie-fixatie, die ik wetenschappelijk overigens niet ken, dan ook wel weer tot rust komt.
      Daarbovenop komt dat 47% van de verzoeken die jongeren indienen ook weer worden ingetrokken. Dat betekent dus niet ‘soms’ en ‘anekdotisch bewijs’ zoals u suggereert.
      Ik denk dat deze cijfers vooral de worsteling weergeven die jongeren hebben met dit onderwerp en met hun eigen situatie.
      Tevens stelde u dat de voorbeelden uit de somatische hoek ‘biologisch progressief en onomkeerbaar zijn’. Echter weten we ook dat schizofrenie een progressief karakter kent, onomkeerbaar is, bij vrijwel iedereen terugvallen geeft en tijdens de psychoses er grote schade kan worden berokkent aan het leven van het individu. Dat hier in specifieke, individuele gevallen ondraaglijk en uitzichtloos lijden bestaat bevreemd mij niet.
      Volgens het RTE gaat het bij uitzichtloosheid erom of ‘curatieve of palliatieve behandelopties om de ondraaglijkheid van het lijden weg te nemen, ontbreken’. Ondraaglijk lijden wordt dan weer gedefinieerd als ‘het lijden bij ‘deze’ patiënt (in relatie tot zijn levens- en ziektegeschiedenis, persoonlijkheid, waardepatroon en draagkracht). Het lijden is voor de arts invoelbaar en begrijpelijk.’ Maar wat voor de één nog draaglijk is, hoeft dat dus niet voor de ander te zijn. Het vraagstuk begint dus bij het stukje ondraaglijk lijden en dat verschilt dus per individu in die specifieke situatie die voorligt. Maatregelen die generaliserend zijn, bijvoorbeeld leeftijd, dragen wat mij betreft dan ook niet bij aan deze ingewikkelde discussie omdat het de ondraaglijkheid van het individu voorbijgaat.

    • R.R. van Valderen-Antonissen

      Huisarts, Tilburg

      Beste collega Vermeer,

      Allereerst veel dank voor de moeite die u hebt genomen om een reactie te schrijven op mijn bijdrage. Veel van wat u schrijft ben ik het mee eens en ik ben er van overtuigd dat ik in u taalkundig mijn meerdere heb gevonden. T...ouché :-)

      Zoals het hoop ik niet uw bedoeling is geweest om mij persoonlijk aan te vallen, is dat zeker ook niet mijn intentie naar collega Van Fenema geweest toen ik aangaf dat ik haar column gebaseerd vond op drogredenering (wat ik overigens nog steeds vind) en dat ik deze tendentieus vond. Met dat laatste wilde ik vooral aangeven dat ik de column te weinig onderbouwd vond en te eenzijdig belicht. Ik vond en vind hem stigmatiserend voor jonge mensen met ernstig psychisch lijden. Daarmee heb ik niets over de persoon van collega Van Fenema willen schrijven. Geen kwaad daglicht en ik ben overtuigd dat ik juist wel op de inhoud van haar column ben ingegaan.

      Uw kwalificatie van mij als "somaticus" steekt dan des te meer, omdat die duidelijk wel bedoeld is om mij als arts te diskwalificeren op dit onderwerp. Ik ben een generalist en durf te zeggen dat ik, door de puinhoop die de GGZ inmiddels is, als huisarts een ruime ervaring heb opgedaan met psychisch lijden. Daarnaast heb ik in 15 jaar helaas ook een ruime ervaring met euthanasie. Ik denk daarom dat ik als generalist iets kan bijdragen aan deze discussie.

      Tenslotte wil ik nog eens benadrukken, dat de ethische dilemma's van euthanasie bij jongeren met ernstig psychiatrisch lijden zich niet beperken tot deze groep. Ook bij andere groepen patiënten komen de geschetste problemen van tunnelvisie door normalisering, beïnvloeding door naasten en existentiële nood voor. Als er al reden is om één groep er uit te lichten en daarbij het verlenen van euthanasie on hold te zetten, dan zie ik dat graag met een zorgvuldigere onderbouwing dan die van deze column. U heeft dat met uw bijdragen beter gedaan.
      Hartelijke groet,

      Rob

    • E.M. van Fenema

      Psychiater

      Dank Sophie voor je ongelofelijk inhoudelijk scherpe reacties! Dankbaar om. Esther

  • S. Vermeer

    aios, Groningen

    Hulde voor het klokkenluidersgeluid van Esther van Fenema. Hier mijn tweede post met een inhoudelijke reactie op de post van somaticus van Kesteren-van der Linden die kritiek heeft op het stuk van Esther van Fenema.

    Voor meer info over de "why" v...an deze reacties van mij, zie mijn eerste post hieronder.

    De redenering van Van Kesteren-van der Linden is om meerdere redenen problematisch. Ze lijkt te suggereren dat het brein van kinderen wél volgroeid zou zijn, simpelweg op basis van de observatie dat kinderen met terminale ziekten berusting en acceptatie kunnen tonen. Dit is een klassieke vorm van een anekdotisch argument: een persoonlijke observatie wordt zonder wetenschappelijke basis veralgemeend tot een biologisch feit. Maar de cognitieve neurowetenschap is hier helder over: het menselijk brein, en met name de prefrontale cortex die cruciaal is voor impulscontrole, lange termijn planning en realiteitsbesef, is pas rond het 25e-30e levensjaar volledig ontwikkeld. Dit is geen kwestie van meningen, maar een vaststaand neurobiologisch gegeven.

    Daarnaast is de vergelijking tussen terminaal zieke kinderen en jonge mensen met psychisch lijden misleidend. Kinderen met terminale kanker bevinden zich in een totaal andere situatie: hun lijden heeft een somatische, onomkeerbare basis met een vaststaande dood als uitkomst. Hun berusting en acceptatie ontstaan in het zicht van een onafwendbare fysieke realiteit. Dit staat in schril contrast met jongeren met psychisch lijden, zoals huisarts Lorien Vermeulen treffend beschrijft: deze jonge mensen bevinden zich vaak in een existentiële crisis die zich voordoet binnen een context van sociale isolatie, trauma en negatieve of zelfs destructieve zelfwaardering. De geschiedenis van psychiatrie en trauma laat bovendien zien dat psychisch lijden niet lineair is, maar onderhevig aan ‘turning points’, waarin perspectieven en toekomstverwachtingen dramatisch kunnen veranderen.

    Wat nog zorgwekkender is, is de impliciete gedachtegang dat omdat volwassenen soms foute beslissingen nemen, we dan maar moeten aannemen dat jongeren in psychische nood per definitie wél in staat zijn tot de meest verstrekkende beslissing: hun eigen dood. Dit is een valse dichotomie. Het feit dat volwassenen niet altijd juiste beslissingen nemen, doet niets af aan de feitelijke biologische en psychologische ontwikkelingsachterstand van jongeren in crisis. Dit is precies waarom in de wet bescherming ingebouwd is bij complexe beslissingen, zoals financiële aansprakelijkheid, contracten en justitiële veroordelingen: omdat het brein nog niet volledig in staat is om de consequenties van keuzes te overzien.

    De kern van de discussie is niet of jongeren wijs kunnen zijn in hun lijden – natuurlijk kunnen ze dat. De vraag is of hun euthanasiewens een zuivere autonome beslissing is, of eerder een symptoom van een onderliggend patroon van zelfafwijzing, destructieve coping en een beperkt toekomstperspectief. Uit internationale studies en observaties, zoals de analyse in een recent artikel van Najjarkakhaki et al., blijkt dat suïcidaliteit vaak samengaat met complexe transference-dynamieken en zelfdestructieve tendensen, die een onbewuste herhaling van trauma kunnen zijn. Dit vraagt om zorgvuldige psychologische analyse, niet om een haastige aanname dat de wens tot de dood per definitie een rationele en definitieve keuze is.

    Het is precies deze verwarring tussen psychisch en somatisch lijden, en het negeren van de ontwikkelingsfase van jongeren, die een halt moet worden toegeroepen. Zoals Karina Nelissen in een reactie hieronder al eerder terecht opmerkt, raakt de normalisering van euthanasie bij psychisch lijden aan een diep maatschappelijk en patriarchaal probleem: in plaats van jonge vrouwen perspectief en bescherming te bieden, wordt hun gevoel van hopeloosheid bevestigd door euthanasie als ‘oplossing’. Het voorstel om deze praktijk tijdelijk on hold te zetten is dan ook geen overbodige luxe, maar een ethische noodzaak.

  • S. Vermeer

    aios, Groningen

    Van Fenema vraagt terecht aandacht voor de onduidelijke en onoverzichtelijke praktijk van jeugdeuthanasie bij psychisch lijden, waar de meeste psychiaters op goede gronden tegen zijn maar waar een taboe lijkt te heersen op kritiek.

    Een van de din...gen die mij opvalt is dat somatici zich ook mengen in deze discussie, en dat er argumenten worden gegeven die mij het idee gaven dat er mogelijk een scheiding moet worden aangebracht tussen euthanasie op psychiatrische gronden en euthanasie op somatische gronden.

    De reden is dat somatisch getrainde artsen - met uitzondering van Lorien Vermeulen - hulde voor haar reactie - niet goed lijken te begrijpen waar deze discussie over gaat. Ter illustratie daarvan zal ik de onderstaande reacties van collega’s niet-psychiater Van den Berg, van Kesteren-van der Linden en van Valderen-Antonissen, achtereenvolgend analyseren in drie separate posten.

    1. De reactie van collega Van den Berg dat Esther van Fenema een “ernstige beschuldiging” uitspreekt richting artsen en toetsingscommissies is een opvallende poging om een inhoudelijke discussie over euthanasie bij psychisch lijden te smoren. Zijn kernpunt lijkt te zijn dat kritiek op deze praktijk impliceert dat artsen ‘lichtvaardig’ handelen en dat dit ongeoorloofd zou zijn. Dit is een problematisch standpunt.

    Artsen en medisch beleid staan per definitie open voor kritiek en evaluatie. Dat is hoe medische wetenschap en ethische besluitvorming functioneren. Van Fenema’s pleidooi om euthanasie bij jongeren onder de 30 tijdelijk on hold te zetten, totdat er betere wetenschappelijke onderbouwing en richtlijnen zijn, is gebaseerd op redelijke zorgpunten: het ontbreken van consensus over wilsbekwaamheid, de onvoorspelbaarheid van psychisch lijden en de sterke sociale en existentiële component in veel euthanasieverzoeken. Dit zijn feitelijke, medisch-ethische zorgen, geen persoonlijke aantijgingen.

    Van den Bergs redenering is bovendien een typisch voorbeeld van een defensieve medische cultuur waarin kritiek op collega’s als not done wordt beschouwd. Dit heeft in het verleden talloze slachtoffers gemaakt. We hoeven maar te denken aan de periode waarin lobotomieën werden uitgevoerd als ‘oplossing’ voor psychiatrisch lijden – een praktijk die decennialang doorging totdat kritische stemmen eindelijk serieus werden genomen. Hadden we toen ook moeten zeggen dat de kritiek op die praktijk een “ernstige beschuldiging” inhield en daarom niet mocht worden geuit? Juist open discussie en kritische reflectie op medisch handelen voorkomen excessen en helpen de patiëntenzorg verbeteren.

    Verder is het zorgwekkend dat Van den Berg suggereert dat kritiek pas legitiem is als er “harde feiten” zijn. In de geneeskunde is het juist gebruikelijk om bij een significante stijging van een medische interventie – in dit geval euthanasie bij jonge mensen – eerst grondig onderzoek te doen voordat men de praktijk verder uitbreidt. Dit is precies de reden waarom Canada euthanasie bij psychisch lijden tijdelijk heeft stopgezet: er was simpelweg te veel onzekerheid over de juiste criteria en de gevolgen op lange termijn. Moeten we in Nederland dan blind doorgaan zonder deze kritische toetsing, alleen omdat sommige artsen zich beledigd voelen?

    Tot slot is het essentieel om de aandacht te verleggen naar waar deze discussie écht om draait: niet om de gevoelens van artsen, maar om de bescherming van kwetsbare patiënten. Transparantie, reflectie en feedback zijn niet optioneel in de geneeskunde, maar een fundamentele verplichting. Het afwijzen van kritische geluiden onder het mom van “beschuldigingen” is precies hoe medische omerta’s in het verleden schadelijke praktijken in stand hielden. We zouden beter moeten weten.

    Sophie Vermeer

    • I. Muller - Nota

      Specialist Ouderengeneeskunde, Alkmaar

      Beste Sophie,

      Somatici? Is dat een nieuw woord? Ik zie veel reacties van huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde. Beide zijn generalisten. We zijn door de drukte bij de psychiatrie ook steeds meer noodgedwongen een beetje psychiater. Die men...sen die een jaar wachten bij de GGZ? De mensen die niet meer langdurig worden opgenomen bij de GGZ? Daar zorgen wij voor.

      Het zou fijn zijn als we samen iets kunnen doen om te zorgen dat de jonge mensen minder lang op de wachtlijst staan, zodat ze hopelijk snel geholpen kunnen worden. Hoe eerder de hulp, hoe minder kans dat er na 10 jaar geen behandelopties meer zijn. Daar heb je geen jaren onderzoek voor nodig, alleen gezond verstand.

  • Kinderpsychiater in ruste, Heerlen

    Esther,
    Je hebt helemaal gelijk en je collega’s doen er goed aan zich bij jou aan te sluiten.
    Wim Bisschops

  • W.N. van den Berg

    huisarts,n.p, Leusden

    De column van Esther van Fenema waarin zij pleit voor een onmiddellijke opschorting van euthanasie bij jongeren onder de 30 jaar, roept bij mij ernstige bezwaren op. Zij suggereert impliciet dat artsen die euthanasie bij jonge mensen toepassen, dit ...te lichtvaardig doen, zonder dat 'de mogelijkheid van herstel, verbetering of palliatieve psychiatrie wezenlijk gewicht krijgt in de besluitvorming over euthanasie'. In de laatste regel van haar column voegt zij daar nog aan toe: 'Wij kunnen ons geen jongeren veroorloven die verloren gaan door een slecht doordachte en ongereguleerde praktijk'.
    Dit is een ernstige beschuldiging, op basis van een vermoeden – ik lees nergens harde feiten –, aan het adres van artsen die euthanasie bij jongeren hebben toegepast, maar ook aan het adres van de regionale toetsingscommissies die de praktijk hebben getoetst aan de wettelijke kaders.
    Esther van Fenema pleit voor meer onderzoek, maar laat na te specificeren waarop dit onderzoek gericht zou moeten zijn. Moeten we onderzoeken hoe vaak het voorkomt dat een jongere, die al jarenlang gebukt gaat onder ernstig therapieresistent psychiatrisch lijden, zich na een afgewezen euthanasieverzoek in brand steekt, van een flat springt of voor de trein werpt? Of willen we weten hoe vaak er in dergelijke situaties in een latere levensfase wonderbaarlijke verbeteringen worden gemeld?

  • I.C. van Kesteren - van der linden

    kinderarts n.p., Helmond

    Als oud-kinderarts denk ik met verwondering terug aan de kinderen met niet meer te genezen kanker, zo tussen de 6 en 18 jaar.
    Ze maakten diepe indruk op me. Er sprak zo ongelofelijk veel wijsheid en levenservaring uit, dat ik me als volwassene onvol...groeid voelde. Hun brein nog onvolgroeid? Echt niet. Mijn brein wel.
    En daarom denk ik, dat de bijna volwassenen, die psychisch uitzichtsloos lijden, veel wijzer zijn dan men denkt.
    Hun brein nog onvolgroeid? Echt niet.
    Ouders namen nogal eens de in mijn ogen onjuiste beslissing om maar steeds door te gaan met de behandeling, uit angst om hun kind te verliezen. Heel begrijpelijk, maar niet goed voor hun kind.
    Beslissingen van volwassenen met een zogenaamd volgroeid brein zijn dus echt niet altijd juist.

  • R.R. van Valderen-Antonissen

    Huisarts, Tilburg

    Deze column is geslaagd, waar het gaat om het prikkelen van de lezer. Ik vind de column echter ook tendentieus en qua onderbouwing voornamelijk gestoeld op drogredenering.

    Allereerst de leeftijdsgrens. Waarom niet 29 of 31? Het lijkt me lastig in ...wetgeving te vatten en uit te leggen aan patiënten die ondragelijk lijden. Collega Van Fenema voert aan dat het brein tot 25 jaar nog in ontwikkeling is, maar dat verhindert artsen bij somatisch lijden niet om de criteria voor euthanasie te toetsen bij deze groep patiënten. Bovendien vereist de wet dat we ons vergewissen van de wilsbekwaamheid (vrijwillig en weloverwogen) en dat kunnen psychiaters nou juist bij uitstek heel goed. Zowel bij een brein in ontwikkeling, als bij een brein in aftakeling, is het toch goed mogelijk om ons een beeld te vormen van de wilsbekwaamheid?

    Collega Van Fenema schrijft dat de beoordeling van de uitzichtloosheid sterk persoonsgebonden en individueel is, maar dat geldt mijns inziens voor alle euthanasieverzoeken. Ook bij een pancreascarcinoom kan de ervaren uitzichtloosheid van patiënt tot patiënt verschillen, beïnvloed worden door persoonlijke omstandigheden en veranderen in de loop van de tijd. Collega Van Fenema hoopt op een heldere objectieve standaard om hierbij te helpen, maar dat is nu juist vanwege deze variabiliteit wachten op iets wat niet zal komen. Het blijft dus wikken en wegen wat deze patiënt beweegt en welke bereidheid we als arts voelen om de patiënt te helpen. Iets wat je in het geval van psychiatrisch lijden het liefst multidisciplinair doet.

    Ook het niet-lineaire verloop van psychiatrische aandoeningen zou een reden zijn om niet tot een beoordeling van de uitzichtloosheid te komen. Er zijn echter andere aandoeningen waarbij het beloop onzeker is, denk bijv. aan chronische aandoeningen als COPD en hartfalen, of neurodegeneratieve aandoeningen. Bij die laatste kan de angst voor de toekomstige symptomen al voldoende kan zijn om als medische grondslag te tellen. Ik heb ook vaak de indruk dat juist het niet-lineaire karakter en de jonge leeftijd, het niet weten of op welke termijn het eindig is (i.t.t. de meeste somatische aandoeningen), juist bijdraagt aan de ervaren uitzichtloosheid.

    Ook zouden jongeren die euthanasie overwegen dit verzoek later weer terugtrekken. Gelukkig maar. Dit is echter in mijn ervaring met euthanasiewensen eerder regel dan uitzondering. Ook somatisch zieke patiënten vragen op een zeker moment om voor euthanasie in aanmerking te komen, om daar later toch op terug te komen. Een gesprek over euthanasie en steun vinden in de wetenschap dat het een mogelijkheid is, is nog wat anders dan daadwerkelijk een dokter vragen om het leven te beëindigen. Dit lijkt me juist een reden om degene die dit wel doen, heel serieus te nemen. Een patiënt doet dit niet lichtvaardig.

    Tenslotte geeft collega Van Fenema aan dat er sprake zou zijn van een juridisch grijs gebied en onvoldoende onderbouwing, terwijl dit met een goed geëvalueerde euthanasiewet juist niet het geval is. Terecht werd in de reacties aangegeven dat er ook een hele goede handreiking beschikbaar is voor euthanasie bij psychiatrisch lijden. Zowel met de wet als de handreiking kun je het natuurlijk oneens zijn.

    Wel stelt collega Van Fenema terecht dat we ons in een ethisch grijs gebied begeven. Dat geldt wat mij betreft voor de meeste euthanasievragen. Vaak denk ik: waarom moet ik dit doen? Wat een klus en wat een verantwoordelijkheid! Het motiveert mij om met compassie te luisteren naar elk verzoek (somatisch of psychisch), te proberen te begrijpen waar het verzoek uit voortkomt en te blijven zoeken naar oplossingen. Los van wat er allemaal kan volgens de wet, hanteer ík als arts mijn ethisch kompas en neem ík mijn patiënt (tijdig) mee in wat ik wel en niet kan of wil zonder me daarbij onder druk te laten zetten. Idealiter is het een gezamenlijke worsteling van mij en de patiënt, die gelukkig meestal zonder euthanasie eindigt.

    Kortom, hoe lastig de maatschappelijk ontwikkelingen ook zijn en hoe schokkend het ook kan zijn als een jong persoon niet verder wil leven door een ernstige psychiatrische aandoening (zo ervaar ik dat ook), het stigmatiseren en discrimineren van één groep zoals in deze column, draagt naar mijn idee niet bij aan de oplossing. Het zet deze patiënten onnodig in de kou, terwijl de ondraaglijkheid van hun lijden en de uitzichtloosheid vaak juist zo invoelbaar is, soms meer dan bij somatisch lijden. Ik vrees ook dat het wettelijk regelen van een verbod onder de 30 er toe gaat leiden dat er eerder minder dan meer gesprekken zullen zijn met patiënten over hun doodswens en wat daarbij zou kunnen helpen (want wat zijn we tegenwoordig goed geworden in de gezondheidszorg om patiënten te vertellen waar we niet van zijn).

    Laten we liever als artsen met elkaar, de politiek en de maatschappij discussiëren over euthanasie in de volle breedte. Tot waar is dat een kwestie die door artsen moet worden beantwoord? Wat kan de patiënt van ons verwachten? En waar kan deze terecht met zijn doodswens als de dokter die niet kan of wil beantwoorden?

  • B. Bos

    Specialist ouderengeneeskunde , Leiden


    Waar ik graag in deze discussie wat meer de nadruk op zou willen leggen is: waarom is er zoveel toename van psychisch lijden? Waarom voelen jonge vrouwen zich zo verschrikkelijk en ontbeert hen toekomstperspectief?
    Daar hebben we het niet over. D...at vind ik vreemd. Want dat lijkt me nou bij uitstek het domein waar we als hulpverleners wel degelijk onderzoek naar kunnen doen en de gemeenschap danwel de politiek mogen oproepen om voor onze jonge mensen op te komen waar ze wat aan hebben.
    Het lijkt mij nogal evident waarom het toekomstperspectief voor (kwetsbare/kwetsbaardere) jonge mensen niet al te rooskleurig wordt ervaren. Onze samenleving wordt steeds meer geregeerd door een soort ‘leeg consumentisme’, als je niet succesvol bent: ben je een loser, op de sociale media wordt je dagelijks ingepeperd dat andere jongeren een beter leuker etc…leven hebben dan jij, de offline gemeenschap is nog nooit zo sociaal verschraald en dun geweest in de geschiedenis, geld luxe succes en andere uiterlijkheden zijn leidend in plaats van betekenis, deugden, normen en waarden en zo kan ik nog wel door blijven gaan. Wij volwassenen hebben onze wereld laten uithollen, verschralen en delen geen duidelijke gemeenschappelijke doelen meer, we gooien kinderen zonder bescherming de online wereld in, we blijven het milieu extreem belasten voor hedonistische liefhebberijtjes en lachen verantwoordelijkheid nemen weg etc…..dat hebben wij de zogenaamd wel wilsbekwame mensen, allemaal laten gebeuren in de afgelopen 30 jaar. Daar zouden we eens over moeten discussiëren! In deze wereld geen perspectief ervaren voor een fijne toekomst: zo gek is dat niet, lijkt mij. Wij volwassenen mogen ons gaan schamen, wij zorgen niet goed voor kinderen en hun toekomst, we bieden ze geen veilige gemeenschap, daar moeten we het eens over hebben, lijkt mij.

  • L.E. de Wit

    Psychiater , Utrecht

    De NVvP organiseert donderdag 27 maart een ledendialoog, laat je daar ook vooral horen, daar is het voor bedoeld. https://www.psychiatrie.nl/agendas/ledendialoog-euthanasie-bij-psychisch-lijden/

  • K. Nelissen

    AIOS Psychiatrie, Den Haag

    Esther van Fenema snijdt een pijnlijk en urgent thema aan: euthanasie bij psychisch lijden bij jongeren onder de 30. Haar oproep om deze praktijk on hold te zetten totdat er betere richtlijnen en wetenschappelijke onderbouwing zijn, is meer dan terec...ht. De enorme toename van euthanasieverzoeken bij jonge vrouwen is geen losstaand probleem, maar een symptoom van een samenleving die worstelt met hoe we met psychisch lijden omgaan.

    We kunnen ons afvragen of de stijging van euthanasieaanvragen werkelijk betekent dat het lijden ‘onbehandelbaar’ is, of dat we tekortschieten in het bieden van zorg en perspectief. We weten uit onderzoek dat psychische aandoeningen een niet-lineair beloop hebben: iemand die nu overtuigd is van uitzichtloosheid, kan later inzien dat herstel – of op zijn minst verlichting – mogelijk was. Het is daarom ethisch en professioneel problematisch om de dood als een definitieve oplossing te zien, terwijl het pad van herstel vaak lang, grillig en onvoorspelbaar is.

    Lorien Vermeulen brengt in haar reactie een feministisch perspectief in, en dat is cruciaal. We zien namelijk dat euthanasie bij psychisch lijden in disproportioneel hoge mate wordt verleend aan jonge vrouwen, vaak met trauma’s in de voorgeschiedenis. Dit roept een fundamentele vraag op: gaat het hier werkelijk om ‘uitzichtloosheid’, of om vrouwen die zich structureel in de steek gelaten voelen door een maatschappij die hen onvoldoende beschermt en helpt herstellen? De normalisering van euthanasie als ‘oplossing’ voor existentieel lijden en trauma raakt aan een diep patriarchale valkuil: in plaats van steun en veiligheid te bieden, bevestigen we het gevoel van hopeloosheid en miskenning.

    De ISPS (International Society for Psychological and Social Approaches to Psychosis) waarschuwde recent al voor de normalisatie van euthanasie bij psychisch lijden en de onderliggende impliciete boodschap die dat uitzendt: dat sommige levens minder waardevol zijn en dat de dood een geaccepteerde uitweg is bij psychische pijn. Dit is een gevaarlijke verschuiving die we als samenleving niet lichtvaardig moeten accepteren.

    Laten we de praktijk van euthanasie bij jongeren niet beschouwen als een teken van vooruitgang, maar als een alarmsignaal dat we meer moeten investeren in herstelgerichte zorg, sociale veiligheid en structurele steun. We kunnen geen genoegen nemen met een systeem dat mensen in hun donkerste momenten vertelt dat ze mogen sterven, terwijl we als maatschappij nalaten om hen te helpen opnieuw zin en perspectief te vinden.

    Daarom is het uitstellen van euthanasie bij psychisch lijden onder de 30 een noodzakelijke stap. Niet om autonomie te beperken, maar om de verantwoordelijkheid te nemen om alles te doen wat in onze macht ligt om alternatieven te bieden. Jongeren in crisis verdienen niet alleen een zorgvuldige toetsing, maar bovenal de zekerheid dat de samenleving hen niet opgeeft.

    Karina Nelissen

  • L. Vermeulen

    Huisarts, Amsterdam

    Dank voor deze opinie - eindelijk een voice of reason in de enorme verwarring van oppervlakkigheid rond het thema van jeugdeuthanasie bij psychisch lijden, waar inderdaad geen consensus is over wilsbekwaamheid, uitzichtloosheid, of het lijden bij de...ze jonge mensen (meisjes) überaupt een medisch kader heeft, en wat de bredere publieke effecten zijn van grenzen die voortdurend worden opgerekt.

    Voor mezelf zou ik de verwarring samen vatten als: waarom zouden artsen zich moeten laten verleiden om jonge vrouwen dood te maken als het gaat om de heftige sociale en existentiële worstelingen waar jeugdige mensen soms in terecht kunnen komen? Hebben wij, vanuit ons medisch perspectief, verstand van dit soort worstelingen bij jonge meisjes? Volgens mij niet. Moeten wij die worstelingen dan geforceerd in een soort medische tunnelvisie gaan trekken met magische woorden als "autismespectrumstoornis" of "PTSS" alsof het daarmee een harde medische aangelegenheid is geworden waar duidelijke richtlijnen ons doorheen zullen leiden op weg naar de dood?

    Ik zie als huisarts steeds meer jonge meisjes en vrouwen die zeggen dat ze euthanasie willen. Niet omdat ze dood willen, maar omdat ze dit leven niet zien zitten. Ze zijn eenzaam, voelen zich er niet bij horen, maken zich grote zorgen en hebben een overweldigend negatief zelfbeeld. Ze hebben ook niet zelden een "wijsheid" ontwikkelingsachterstand van 5-10 jaar.

    Ik sta bij de behandeling van deze vrouwen al direct op 1-0 achter, omdat ze allemaal hebben gelezen, gezien en gehoord dat euthanasie, ook als je minderjarig bent, een optie is in Nederland. Het bestaan van deze optie maakt dat ze in een blikvernauwing terecht komen waar maar 1 medische "fix" voor is: euthanasie. Gewapend met romatische verhalen in de pers van jonge meisjes die "dapper" doorzetten en zich "liefdevol laten gaan" voeden zij een fixatie op euthanasie waar nauwelijks meer over kan worden gepraat. Als ik ze niet help, gaan ze naar een "expertise"centrum waar men niet zelden een zelfde soort blikvernauwing heeft als de patiënt.

    Hoe heilzaam zou het zijn als ik als huisarts zou kunnen zeggen: ik begrijp je lijden, ik begrijp dat je denkt dat euthanasie een optie is, maar dat kan gewoon niet in Nederland voor je dertigste. We hebben namelijk geen idee of waar je in zit echt uitzichtloos is - bij psychisch lijden komt het vaak voor dat dingen veranderen op totaal onverwachte wijze. Ook hebben we twijfels over wilsbekwaamheid - of je het echt allemaal wel overziet. Dus we hebben maar een keuze: we moeten samen verder kijken of er een leven is dat wel draagbaar voor je is.

    Met andere woorden: het feit dat in Nederland onder grote en romantiserende belangstelling van de pers de deur is opengezet naar euthanasie voor jonge en zelfs minderjarige vrouwen heeft een enorm effect gehad, zodanig dat ik steeds meer jonge meisjes en vrouwen in een zeer moeilijk euthanasie-fixatie terecht zie komen.

    Jonge vrouwen in Nederland hebben het recht op bescherming tegen de combinatie van medische tunnelvisie en romantiserende perseffecten. Er moet een duidelijk "nee" komen om bescherming te bieden. In Canada is euthanasie bij psychisch lijden voor drie jaar on hold gezet omdat uit onderzoek bleek dat met de mogelijkeheid van euthanasie voor psychische problemen direct ook krachten ontstonden richting "social murder": mensen die onder druk van geinternaliseerd stigma, een intolerante samenleving en onmogelijke sociale omstandigheden op het pad komen van euthanasie.

    Een zelfde vorm van redeneren geldt voor het argument dat euthanasie nodig zou zijn omdat mensen anders overgaan tot een "eenzame" suïcide. Ten eerste is het absurd om te stellen dat euthanasie een "behandeling" zou moeten zijn voor suïciderisico. Ten tweede is suicidaliteit prominent aanwezig bij alle vormen van psychisch problematiek en hoe je suïcidaliteit klinisch benaderd is goed gedocumenteerd - en euthanasie aanbieden hoort daar niet bij. Ten derde is er op populatieniveau geen relatie tussen meer euthanasie en minder suÏcide, of andersom.

    Door de geschiedenis heen zijn jonge vrouwen die plots gewicht verloren of lichamelijk verzwakten, vaak als verdacht of afwijkend bestempeld. In de middeleeuwen en vroegmoderne tijd werden vrouwen die vastten of extreem mager werden soms vereerd als heiligen, maar even vaak verdacht van hekserij of bezetenheid. In tijden van angst en onbegrip kon lichamelijke zwakte worden gezien als een teken van duistere krachten, met fatale gevolgen. Vandaag de dag zien we een ander, maar potentieel even gevaarlijk mechanisme: jonge vrouwen die lijden onder psychisch leed en lichamelijke uitputting worden steeds vaker erkend als ‘uitzichtloos ziek’ en vragen in toenemende mate om euthanasie. Gezien de historische neiging om het lijden van vrouwen verkeerd te interpreteren en tot de dood te herleiden, moeten we uiterst voorzichtig zijn dat de medische wereld niet te snel meegaat in een definitieve diagnose van psychisch uitzichtloos lijden. Wat nu als ‘onherstelbaar’ wordt beschouwd, zou in een andere tijd misschien gezien zijn als een fase, een roep om hulp of een onbegrepen vorm van menselijk bestaan. Geschiedenis leert ons hoe gevaarlijk het kan zijn om het lot van kwetsbare jonge vrouwen te snel als onvermijdelijk te beschouwen.

    Het spijt me te moeten constateren dat ik in de discussie over euthanasie bij psychisch lijden weinig wijsheid zie en wel veel geluid van mensen (vooral oudere mannen) die de doelgroep niet kennen. Laten we als artsen voorzichtig zijn in het oppakken van de taak van arbiter van de dood in omstandigheden die veel meer sociaal en existentieel dan medisch zijn.

    Lorien Vermeulen, huisarts

  • I. Muller - Nota

    Specialist ouderengeneeskunde, Alkmaar

    Zet je dan de mensen onder de 30 meteen boven aan de wachtlijst? Of heb je daar een andere oplossing voor?

    En waarom het verschil? Als je 10 jaar kanker hebt gehad met verschillende behandelingen mag je dood, maar na 10 jaar ernstig invaliderende... d dwang of depressie met behandelingen niet?

    Mijns inziens zijn euthanasie altijd super zorgvuldig, en al helemaal in de psychiatrie. Er is niet alleen een SCEN arts, maar ook nog eens een onafhankelijk psychiater. Daarna nog toetsing achteraf. Hulde aan de psychiaters die dit blijven doen. Niet netjes dat er collega’s zijn die ze en plein public afvallen.



  • M.D. Oosterhoff

    Psychiater, Thesinge

    Zeker wekelijks word ik benaderd door jonge wanhopige mensen, die ondraaglijk lijden en al een jarenlange behandelgeschiedenis hebben. Op basis van een kort contact kan ik niet beoordelen of ze wilsbekwaam zijn inzake hun euthanasiewens, maar vaak is... er weinig redenen daaraan te twijfelen. Ze kunnen vaak nergens terecht. De wachtlijst bij de EE kan tot jaren oplopen en het is ook niet gemakkelijk daar binnen te komen. Om nu te pleiten voor een onmiddellijke on hold gaat volledig voorbij aan het leed wat dat teweeg zou brengen, inclusief de mogelijkheid van suïcide. Euthanasie verlenen bij psychische aandoeningen gaat zeker gepaard met meer onzekerheden dan bij lichamelijke aandoeningen. Maar dat geldt ook voor geen euthanasie verlenen. Ook dat heeft grote gevolgen.

  • T.C.H. Ticheler

    ANIOS, Hengelo

    Als reactie op dhr/mevr. Bastiaans.
    Ik snap uw reactie volgens mij niet goed. U zegt dat er een wantrouwen jegens collega’s uitgesproken wordt. Ik zie echter vooral een betoog om een procedure niet te doen totdat er een duidelijkere richtlijn is. I...k zie niet hoe dat collega’s weg zet als amateurs, maar eerder een omroep om het omgaan met euthanasieverzoeken bij jonge mensen met psychische klachten vanuit een andere uitgangspositie te bekijken.

    Ik denk dat uw voorbeeld van een somatische casus niet opgaat, om de volgende redenen;
    Een chemokuur betreft normaal medisch handelen, euthanasie niet. Dit uit zich onder andere door de actieve handeling; als een patiënt ervoor kiest om niet behandeld te worden, doet de arts dat niet (indien patiënt wilsbekwaam ter zake is althans), bij euthanasie wordt er actief een einde aan het leven gemaakt. Men brengt dus schade toe aan patiënt opdat die van diens lijden verlost wordt. Dit is niet het geval bij het niet uitvoeren van een chemokuur, waar alsnog een ander behandeltraject (waarschijnlijk dan palliatief) gevolgd kan worden.

    Bij kanker weet de arts om welke kanker het gaat, deze wordt geobjectiveerd door lab, beeldvorming, biopten, etc. Bij een euthanasie traject op basis van psychische klachten/psychisch lijden, is het veel lastiger om dit te objectiveren. Daarbij moet vooral gevaren worden op wat patiënt vertelt. Zegt de patiënt dit omdat die dit zelf echt vindt, of is het door de ziekte gekleurd? Ik denk dat het goed is om je dan af te vragen of iemand wilsbekwaam ter zake kan zijn, zeker als je ziet dat wensen teruggetrokken worden als behandeling toch aanslaat. Ik vind dat best moeilijk om te scheiden. Is dat niet de reden dat we bij een dementie doorgaans ook geen euthanasie uitvoeren tenzij dit voorafgaande aan de ziekte is vastgelegd? Dat dilemma speelt bij deze jonge groep ook.

    Een pas op de plaats om dit maatschappij breed te bespreken en duidelijke vast te leggen is wat mij betreft dan ook een begrijpelijk uitgangspunt in het betoog.

    • M.D. Oosterhoff

      Psychiater, Thesinge

      Er is al sinds 2018 een duidelijke richtlijn. Levensbeëindiging op verzoek bij mensen met een psychische stoornis. Daarin is zelfs een aparte paragraaf opgenomen over minderjarigen. En de wet is er al sinds 2002. Die is ook duidelijk.
      Handelen volg...ens de richtlijn en de wet wordt getoetst door de regionale toetsingscommissies. Dus het is onzin om te zeggen dat e.e.a. niet duidelijk is. Dat betekent niet, dat je het ermee eens moet zijn, maar uit oproepen tot een onmiddellijke on hold spreekt wel degelijk wantrouwen tegenover collega's, die volgens de wet en de richtlijn handelen.

      • T.C.H. Ticheler

        ANIOS, Hengelo

        Zoals ik het betoog lees, is iig niet voor iedereen de onderbouwing in de richtlijn overtuigend genoeg. Ik heb inderdaad een verkeerde woordkeuze gemaakt door “duidelijk” te gebruiken, in plaats van “beter onderbouwd”.
        Ik wilde vooral zeggen dat, b...ij nieuwe gegevens die aan het licht komen, ik me voor kan stellen dat men daarop eerst een antwoord wil hebben en de verzoeken om hold wil zetten. Ik denk dat het wantrouwen niet jegens collega’s is, maar jegens de richtlijn. Zo lees ik het artikel althans.

        • M.D. Oosterhoff

          Psychiater, Thesinge

          Dit is een reactie op jouw laatste bericht. Excuses als ik wat aangebrand reageer. Ik heb er moeite mee, dat Esther doet voorkomen alsof er nog veel te weinig is nagedacht over euthanasie bij psychische aandoeningen en daarom pleit voor een hold on. ...De wet is er ruim 20 jaar en mijn beroepsgroep is het thema uit de weg gegaan. Nu zijn er een aantal mensen die zich hard maken voor het serieus nemen van de wet en van de prima richtlijn, die er is, waar heel goed over is nagedacht en nu worden die neergezet als propagandisten en aangeklaagd bij het OM. Dat laatste overigens niet door Esther. Wij zijn het niet eens, maar over het algemeen vind ik dat zij wel binnen de grenzen blijft van respect. Dat geldt niet voor iedereen. Maar als zij pleit voor een onmiddellijke hold on omdat het allemaal nog te onduidelijk is dan zegt ze eigenlijk dat de euthanasieën die verleend zijn bij mensen onder de 30 niet zorgvuldig waren. Maar misschien reageer ik te overgevoelig.

          • T.C.H. Ticheler

            ANIOS, Hengelo

            Ik weet niet in hoeverre, bij het schrijven van de wet, rekening gehouden werd met het scenario van jonge mensen die door psychisch lijden euthanasie zouden willen. Dit is nu echter wel een actueel probleem geworden, waar alsnog goed over nagedacht d...ient te worden en op nieuwe inzichten gereageerd zal moeten worden.
            Zelfs als er goed over nagedacht is over een richtlijn, wil dat denk ik niet zeggen dat we er dan niet kritisch naar moeten blijven kijken. Tijden veranderen, er komen nieuwe behandelmethoden of andere opties, COVID en social media hebben ook veel invloed (gehad) op de geestelijke gezondheid van (jonge) mensen. Als een paradigma verandert, wil dat niet zeggen dat de mensen die handelden vanuit het oude paradigma onzorgvuldig handelden. Als we nu merken dat de euthanasiewens bij een redelijk grote groep niet “stabiel” is, om het maar een woord te geven, dus dat mensen ervan terug komen, is het denk ik het onderzoeken waard om te kijken waardoor dit komt en hoe we dit ook die uitzichtloos bij de rest van de groep weg kunnen nemen. Want zowel de suïcides als euthanasie neemt momenteel toe, dus ergens schieten “we” (niet specifiek dokters maar mensen in algemene zin) nu tekort in de zorg voor deze mensen. En die tekortkomingen zitten door de gehele maatschappij verweven. Ik denk dan aan bezuinigingen in de zorg, met lange wachtlijsten, eenzaamheid door een steeds meer individualistisch wordende samenleving, influencers die verkeerde en onechte verwachtingen scheppen, etc. Dus dan is het goed om die discussie te voeren en onderzoeken te doen; zodat we volgend jaar niet wéér meer euthanasieverzoeken hebben moeten inwilligen of het aantal suïcides omhoog gaat.

        • M.D. Oosterhoff

          Psychiater, Thesinge

          Welke nieuwe gegevens dan?
          Het enige nieuwe is dat er nu eindelijk vaker geluisterd wordt naar mensen met een euthanasieverzoek

          • T.C.H. Ticheler

            ANIOS, Hengelo

            U zegt “eindelijk”, anderen zeggen dat niet, en vragen zich af hoe deze trend komt. Is het dat de beroepsgroep beter luistert, of neemt de problematiek toe? Ik ben geen psychiater, dus ik weet niet welke nieuwe inzichten uit enquetes en de lopende on...derzoeken die schrijver aankaart (gaan) komen, maar dat is waar ik met “nieuwe gegevens” naar verwees. Ik merk dat u heel erg op mijn exacte woordgebruik reageert, maar daarmee voorbij gaat aan de achterliggende gedachte. En die gedachte was “ik heb niet het idee dat schrijver collega’s afvalt die een procedure doorlopen, maar de richtlijn waarop men moet varen beter onderbouwd wil zien”, als reactie op iemand die de tekst anders geïnterpreteerd had.

  • E. Wannee

    Forensisch arts

    "Kop op, nog even volhouden! Volgend jaar word je 30 en dan kan eindelijk je grootste wens in vervulling gaan."
    Ik chargeer natuurlijk, maar een leeftijdslimiet is niet waar we van uit moeten gaan. Ik ben het met de columnist eens dat het een hele o...pgaaf is om goed te bepalen of een aandoening echt uitzichtloos is en of het lijden inderdaad ondraaglijk is. Maar dat kunnen we niet verhelpen met een tamelijk triviaal gekozen leeftijdsgrens.

  • P.J.E. van Rijn

    huisarts n.p., RHEDEN

    De vergelijking met kinderen met onvolgroeid brein veel jonger dan 30, die mogen meebeslissen of zij wel of niet een volgende chemokuur willen ondergaan, gaat niet op. Bij een somatische ziekte kan het kind wellicht niet zelf beslissen wat goed of ...slecht is, Maar het wordt hierin gesteund door volwassenen die wel weten wat goed voor ze is. Hetzelfde geldt voor euthanasie om die reden .Bij een niet somatische ziekte weet ook de volwassene niet wat de juiste oplossing is .Daar kan het kind of de jongere dus niet op steunen. Met het grote gevaar dat euthanasie op psychische gronden door volwassen wordt aangepraat en zelfs wordt doorgedrukt.

  • W.P.A. van Rooij

    psychiater

    Goed dat er in Medisch Contact ook ruimte is voor kritische en goed onderbouwde geluiden als het gaat om euthanasie bij jongeren en jongvolwassenen die ernstig psychisch lijden.
    De laatste jaren domineerden vooral eenzijdige pro-euthanasie geluiden ...MC wat het debat vertroebelde en niet in het belang was van de patiënten die het betrof.

    • M.D. Oosterhoff

      Psychiater, Thesinge

      Wat een onzin, dat pro-euthanasiegeluiden domineerden. Ben je het interview van Denys vergeten, ben je het interview van van Os vergeten? Ben je je eigen brief aan het OM vergeten, waarin je verzoek om een strafrechtelijk onderzoek in hoeverre de o...uders hun dochter met hulp van mij en Kit Vanmechelen de dood in hebben gepraat. Door de KNMG schadelijk en onbehoorlijk genoemd. Voor de ouders ontvoorstelbaar kwetsend. Maar excuses aanbieden of zelf maar in gesprek gaan was er niet bij. Porf. Legemaate noemt het een schandvlek voor de beroepsgroep en die schandvlek is er nog steeds. door de slappe opstelling van de NVvP

      • W.P.A. van Rooij

        psychiater

        Geachte collega Oosterhoff,
        U leest niet goed.
        Het is een feit dat eenzijdige pro-euthanasiegeluiden aangaande euthanasie bij psychisch lijden, waaronder die van u, de afgelopen jaren dominant waren in Medisch Contact (MC).
        Het is goed dat het d...ebat hierover verbreed wordt en dat er meer ruimte komt voor een kritischer benadering van dit onderwerp. De reacties op deze MC-column van collega Van Fenema stemmen hoopvol.
        Daarnaast komt er wetenschappelijk onderzoek op gang naar validiteit en betrouwbaarheid van de criteria wilsbekwaamheid, ondraaglijkheid en uitzichtloosheid bij het beoordelen van de euthanasiewens van psychisch lijdende (jonge) mensen.
        Dat leidt hopelijk tot richtlijnen die zowel binnen als buiten de beroepsgroep breder gedragen worden.

  • J.R. Sikkema

    Specialist ouderengeneeskunde, Haarlem

    Het wordt tijd voor wekelijkse stellingen in het Medisch Contact. Eens of oneens. En dan beginnen we met deze.

  • H.J.W. Bastiaans

    sepcialist ouderen geneeskunde, purmerend

    Goede morgen
    Ik schrik enorm van deze column.
    ik begrijp de zorgen.
    Maar Ik vind de trend in deze column bijzonder slecht.
    Er spreekt een enorm wantrouwen uit tegen over collega's die eventueel euthanasie wel overwegen.
    Deze worden weg gezet als... amateurs op dit gebied, dat vind ik niet acceptabel.
    En dan een somatische vergelijking, van mij als tegen presentatie. Waar kinderen veel jonger dan 30. Mogen mee beslissen of zij wel/ niet een volgende chemo kuur willen ondergaan. En dat met een nog niet volgroeit brein.
    Het argument dat mensen die euthanasie overwegen dit vaak/soms afblazen. Is een bekend fenomeen, dat zeker niet beperkt is tot psychisch lijden. En moet altijd worden mee genomen in het traject.

    Kortom een slechte, en door mij als schokkend ervaren column. Vol met de presentatie van eigen ideeën, gepresenteerd als "de waarheid".
    Erg jammer

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.