Blogs & columns
Column

Wie is mijn dokter?

5 reacties
beeld: De Beeldredaktie,  Peter Strelitski
beeld: De Beeldredaktie, Peter Strelitski

Afgelopen week werd ik ’s nachts gebeld door de dienstdoende arts-assistent interne geneeskunde over een 61-jarige vrouw met een ernstige pneumonie na een niertransplantatie en ontregelde diabetes mellitus. We waren het snel eens over het te voeren beleid. De arts-assistent had vanwege een trage, onregelmatige pols ook de cardioloog in consult gevraagd. Ik vond de behandelsuggesties van de cardioloog niet zo begrijpelijk en vroeg mijn arts-assistent welke cardioloog het consult had verricht. Zij moest mij het antwoord schuldig blijven. Ik vond het opmerkelijk dat ze de naam van een collega met wie ze zojuist had overlegd niet kon reproduceren.

Het is helaas geen uitzondering dat arts-assistenten in het ziekenhuis die samenwerken in de patiëntenzorg hun collega niet bij naam kunnen noemen. Zij gaan dan door het leven als ‘de neuroloog’ of ‘de anesthesioloog’. Als collega’s van elkaar al niet weten wie ze zijn, hoe kan de patiënt het dan nog weten?

Toen de arts-assistent mij later terugbelde wist ze inmiddels de naam van de cardioloog. Mij werd duidelijk dat de betreffende collega helemaal geen cardioloog was maar een pas begonnen arts-assistent cardiologie. Deze relatief onervaren arts-assistent had uiteraard advies gevraagd aan zijn supervisor, maar de subtielere nuances bij dit overleg waren onvoldoende tot hun recht gekomen. Eigenlijk de werkelijkheid verbloemend dat relatief onervaren arts-assistenten – weliswaar onder supervisie – tijdens de diensten door het ziekenhuis gaan onder de titel van specialist. Onderwijl draagt de relatieve anonimiteit tussen artsen dan ook nog eens bij aan de verwarring.

Niet alleen artsen kennen soms elkaars naam niet, ook patiënten weten dikwijls niet hoe hun dokter heet. Een patiënt kan in de spreekkamer vaak niet vertellen bij welke andere specialist hij is geweest. Ik heb hier met tweedejaars-studenten een onderzoekje naar gedaan. Wij vroegen buiten het polikliniekgebouw aan patiënten naar de naam van de arts die ze nog geen 30 minuten daarvoor hadden bezocht. Van de ondervraagde patiënten wist 18 procent de juiste naam te noemen, maar 72 procent kon dat niet. Daarnaast noemde 10 procent een verkeerde naam. Ongetwijfeld had de betreffende dokter zich voorgesteld en hij of zij zal vast een naambordje op de witte jas hebben gespeld, maar deze informatie is kennelijk snel vergeten.


Sinds kort geven we in ons ziekenhuis patiënten een visitekaartje met de naam van de arts. Hierop kan bovendien worden vermeld hoe elke dokter bij voorkeur wil worden benaderd bij tussentijdse problemen.

U zult denken: dit is typisch een probleem van grote ziekenhuizen met veel opleidingsassistenten. Dat kan, maar ik zie ook regelmatig patiënten die worden verwezen vanuit kleinere ziekenhuizen en die de naam van hun verwijzende dokter ook niet kunnen noemen. Een oorzaak zou kunnen zijn dat mensen vaak veel verschillende specialisten hebben. Door toenemende comorbiditeit en de neiging voor elke ziekte bij een andere specialist te lopen, kan het allemaal onoverzichtelijk en dus soms ook tamelijk anoniem worden. De patiënt weet dan niet meer wie zijn dokter eigenlijk is.

James McCormick beschrijft al in 1996 in The Lancet deze ‘death of the personal doctor’. Goede geneeskunde is persoonlijke geneeskunde en de allereerste stap daarbij is dat een patiënt weet wie zijn of haar dokter is. Dat moet anno 2013 toch te realiseren zijn?

Marcel Levi is internist en bestuursvoorzitter van het AMC

Overzichtspagina columnisten

<b>Download (PDF)</b>
Diabetes inspectie
  • Marcel Levi

    Marcel Levi is internist, voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en hoogleraar geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • redactie

    redactie

    De column van de heer Levi ‘Wie is mijn dokter?’ (MC 21-2-2013) is zeer actueel en is mij bovendien uit het hart gegrepen. Niet alleen omdat herleidbaarheid van de behandelaar een juridische eis is, maar ook om opvolgende collega’s te beschermen tege...n mogelijke onjuiste beslissingen. Het kan immers zeker uitmaken of een advies is gegeven door een beginnende of een ervaren dokter of hulpverlener. De opvolger baseert vaak zijn/haar mening op diens bevindingen of wil overleggen met de betreffende voorganger waarom zo is besloten. Vanuit juridisch oogpunt is het een eis dat de betreffende hulpverlener voor de patiënt bekend is. Het vloeit voort uit de dossierplicht op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Dat geldt overigens niet alleen voor de arts maar ook voor de verpleegkundige, fysiotherapeut etc. Altijd moet traceerbaar zijn wie de dossieraantekening heeft gemaakt, ongeacht of het gaat om een perifeer of academisch ziekenhuis, een gezondheidscentrum etc. Mocht een patiënt later een klacht of zelfs tuchtzaak willen indienen, dan is de instelling verplicht aan te geven wie de behandelaar c.q. leidinggevende was voor zover dat onbekend was. Dat zal (in de toekomst) niet moeilijk zijn als de patiënt vraagt om inzage in zijn elektronisch vastgelegde dossiergegevens en/of in de logging via het LSP. Waarschijnlijk kan transparantie (veel) narigheid voorkomen, immers vertrouwen en ook medewerking door de patiënt is ver(der) te zoeken in een anonieme patiënt-hulpverlener relatie.

    mr. Rose Marie S. Doppegieter
    DG Doppegieter Gezondheidsrecht Velp

  • Dr. J.J. Keuning

    internist-oncoloog, ELAHUIZEN

    De vervreemding in onze gezondheidszorg gaat vaak nog verder dan in de column van collega Levi geschilderd. Zo is het in ontslagbrieven door arts-assitenten inmiddels gebruikelijk om niet de specialist, maar het specialisme te benoemen. In het voorbe...eld in de column werd dus niet de cardioloog geconsulteerd, maar "de cardiologie". En dat, terwijl iedereen weet, dat een specialisme helemaal niet kan praten of schrijven, laat staan adviseren.

  • M.J. Asscher

    bedrijfsarts, MEERSSEN

    Dit is uit mijn hart gegrepen! Uiteraard zal het niet altijd mogelijk zijn om een patient altijd bij dezelfde arts (assistent)in te plannen, maar de gebruikelijke overkill aan telkens wisselende en mede daardoor vaak vooral met hun beeldscherm commun...icerende artsen moet minder kunnen. Bovendien heb je er m.i. als patient recht op om te weten of je te maken hebt met een (co) assistent of een specialist. Visitekaartjes meegeven aan de patient is een goed idee en voor mij als bedrijfsarts ook prettig om, bij het opvragen van informatie (uiteraard met machtiging van de patient) dit correct te kunnen noteren en adresseren.
    M.J.Asscher, bedrijfsarts, 22-02-2013

  • C.L. van Schaik

    internist-endocrinoloog, ABCOUDE

    Het is een goed idee,maar het is tegenwoordig een luxe zeker in een groot ziekenhuis als je steeds dezelfde dokter krijgt, het voortdurend " inlezen "gebeurt ook als de patiënt er bij zit.

  • D.M.M. Edens-Schipper

    specialist, PEINS

    Ik werk in een wat kleiner ziekenhuis dan het AMC, maar ook hier doet zich dit probleem voor. Ik adviseer opgenomen patienten een schrift of blocnootje aan te schaffen en daar elke naam van elke arts in te noteren met een korte weergave van wat er v...olgens patient besproken is. Ook om bij elke dienstwisseling de naam van de verpleegkundige van dienst te vragen.
    Misschien is het een idee om, naast de soms buitensporige brij aan voorlichtingsfolders, patienten standaard een notitieboekje met pen te verstrekken?
    En daarnaast lijkt het mij niet ongewoon om na telefonisch of persoonlijk overleg met een collega te vragen naar naam en functie als deze al niet bekend zijn.

    met vriendelijke groet,
    Edith Edens - Schipper,

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.