Blogs & columns
John jansen van Galen
3 minuten leestijd
Column

Waarom hadden bejaardenhuizen zulke naargeestige namen?

Levensavond in Velp

Plaats een reactie

Als schooljongen bracht ik in de kerstvakantie bloemen rond voor mijn oom die aan de Hoofdstraat in Velp een bloemisterij dreef. Veel boeketten en potplanten gaf ik af in Huize Avondzon, aan ouderen wier kinderen (ook toen al) ‘geen kans zagen’ hen tijdens de feestdagen een bezoek te brengen en hun schuldgevoel afkochten met een mooie ruiker. De bejaarde ontvangers toonden zich, in het zicht van een eenzame kerst, onveranderlijk toch dankbaar en gaven de jonge bezorger een aardig fooitje.

Heel Velp was toen een rustoord, althans het deel ten noorden van de spoorlijn naar Zutphen. Ten zuiden daarvan woonden de arbeiders van de kunstzijdefabriek in Arnhem, van de steenfabrieken langs de IJssel en van de tinfabriek, die giftig stonk.

Van de laatsten vraag ik mij af hoe jong ze zijn overleden.

Ten noorden van het spoor lagen villawijken met royale herenhuizen waarin hoge Haagse ambtenaren zich na gedane arbeid terugtrokken, en ook mensen die in ‘ons Indië’ als planter of in het binnenlands bestuur fortuin hadden gemaakt en nu konden ‘rentenieren’. Dat begrip heb ik altijd geïdentificeerd met verveling, want dat is wat ze veelal uitstraalden. Omdat ‘tropenjaren dubbel tellen’ waren oud-Indischgasten vaak nog geen 50 jaar als ze zich in ruste te Velp vestigden en wat doe je dan verder met je leven?

De heren begaven zich aan het eind van de ochtend naar hun ‘herensociëteit’ aan de Vijverlaan in het Villapark om er, naar koloniale gewoonte, hun ‘splitje’ te drinken. Een van hen woonde in een huis aan de Dennenweg, dat je door over een hek te klimmen ook via de achtertuinen aan onze Bosweg kon bereiken. Dat deed hij, als hij te veel splitjes had gedronken. Zijns gelijken aan de Dennenweg mochten hem niet onbekwaam zien, wij minderen blijkbaar wel.

Waarom hadden bejaardenhuizen zulke naargeestige namen: Avondzon, Avondlicht, Ten Anker, Ter Kimme…? Al betwijfel ik of ze er met optimistischer namen op vooruit zouden zijn gegaan. In Huize Avondzon heb ik nog geschitterd als Romeins centurio in het kerstspel ‘Celestinus en het wonder’. Wij kinderen vonden het een beetje eng, tussen al die stokoude, deels bibberende mensen, maar een langdurig en dankbaar applaus was ons deel.

Mijn grootouders van vaderszijde brachten hun laatste jaren samen door in huize Montebello aan de Dennenweg; wij konden (als we dat gewild hadden) vanaf de Bosweg bij hen naar binnen kijken. Het was een van die monumentale huizen waar het dorp rijk aan is. In de oorlog zetelden er bezetters, daarna trokken er Indo-Europese repatrianten uit Nederlands-Indië in (en begon het er exotisch te ruiken) en uiteindelijk werd het een particulier bejaardenhuis. Dat genoot de voorkeur van mijn opa die het – als kleine aannemer redelijk bemiddeld geworden – een beetje hoog in de bol had. Maar ik geloof niet dat ze er gelukkig waren. Hij keek veel te vaak op zijn zakhorloge. Dat Montebello tegenwoordig wordt aangeprezen als ‘luxe verzorgingsoord’ zou hem wel aangestaan hebben.

De ouders van mijn moeder is het bejaardenhuis bespaard gebleven. Haar vader was al jong overleden en haar moeder bleef tot haar dood onder één dak met haar kinderen en kleinkinderen wonen en maakte zich in het gezin van haar zoon, en in het onze, onmisbaar. Dat lijkt mij een mooie oude dag.

Dit is een eenmalige column van journalist John Jansen van Galen (1940) die in Velp is geboren.

Download deze column (pdf)

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.