Blogs & columns
Paul Brand
1 minuut leestijd
Column

Vak leren - Paul Brand

1 reactie

VELDWERK

Huisarts en adjunct-hoofdredacteur Joost Zaat hield in ‘zijn’ Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een pleidooi voor meer gezamenlijkheid in de opleidingen tot huisarts en medisch specialist. Studenten worden te weinig blootgesteld aan het mooie vak van huisarts, betoogt hij. ‘Het wordt tijd dat álle aiossen in opleiding tot enig specialisme niet alleen een specialistische differentiatie volgen, maar ook een verplichte en behoorlijk lange stage in een huisartsenpraktijk.’ Zaat heeft daar een goed punt, maar ik maak er toch een kanttekening bij.

Het loont de moeite om samenwerking tussen dokters uit eerste en tweede lijn te bevorderen. Elke huisarts in opleiding doet stages in het ziekenhuis. Het is een logisch voorstel om ook het omgekeerde te doen. Specialisten in opleiding kunnen zo kennismaken met eerstelijnsgeneeskunde, én met de aanzienlijk beter getrainde opleiders uit de eerste lijn.

Aan de andere kant maak ik mij als kinderarts zorgen over de opleiding van haio’s. Kinderen vormen een belangrijk deel van de populatie in de huisartsenpraktijk (10-20% van de consulten?), zeker tijdens diensturen. De gemiddelde haio anno nu gaat met vier weken kindergeneeskundige ervaring (het coschap) proberen ‘pluis’ van ‘niet-pluis’ bij zieke kinderen te onderscheiden. Dat is, zo leert de ervaring van kinderartsen, veel te weinig. We maken het steeds vaker mee dat huisartsen zich onzeker voelen over kinderen. Nederland is het enige westerse land waar de huisartsenopleiding géén verplichte stage kindergeneeskunde bevat. Ook daar moeten we wat aan doen, voor beter begrip over en weer, voor betere samenwerking, en voor betere zorg voor zieke kinderen.


Paul Brand, kinderarts

Veldwerk opleiding huisartsen onderwijs
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen Nederland

    Als aanvulling bij dit stuk, waar ik het van harte mee eens ben, het volgende: De SUMMA studenten geneeskunde van de Universiteit Utrecht hoeven slechts één jaar coschappen te doen, dit om daarmee een vol jaar lang zeer belangrijk wetenschappelijk on...derzoek te kunnen doen. De klinische kennis, kunde en vaardigheden zijn blijkbaar daarentegen erg gemakkelijk en niet meer de moeite waard om meer tijd aan te besteden.

    Dientengevolge duurt het co-schap neurologie nog maar 3 weken, waarvan de vrijdagmiddag al wegvalt door onderwijs, en de co-assistenten krijgen nog maar 3 x 4.5 dag iets van de neurologie te zien. Verder hebben ze ook nog regelmatig een reflectiemiddag, waarvan de gemiddelde co-assistent niet zelden refluxklachten krijgt, als ik ze goed beluister. In het co-schap neurologie zagen ze in het ziekenhuis waar ik recent werkte alleen nog patiënten met hoofdpijn, duizeligheid en radiculaire syndromen. En daarmee moet het dan goed zijn, en worden ze de kliniek ingestuurd. Het effect laat zich raden. In deze periode een goede neurologisch anamnese aanleren, een goed en bondig neurologisch onderzoek uitvoeren en ook nog nadenken over lokalisatie en differentiaal diagnose is toch net iets te hoog gegrepen, in tegenstelling van wat alle wetenschapsaanbidders lijken te denken. De opleiding heeft dan ook niet eens meer het niveau van een goede HBO-opleiding, waar men een vak goed leert, maar meer een theoretische exercitie over wat geneeskunde zou moeten inhouden.

    Maar met de wetenschap gaat het goed, zo blijkt weer eens uit de column van Marcel Levi. Waarschijnlijk gaat het dan ook om allemaal zuivere "Burning Clinical Questions", zoals zijn collega Rien Vermeulen het verwoordde. Wel jammer dat er straks steeds minder mensen overblijven die dit met verstand van zaken en voldoende klinische ervaring, voldoende relativerend vermogen en klinisch inzicht aan de patiënt kunnen uitleggen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.