Blogs & columns
Danka Stuijver
Danka Stuijver
2 minuten leestijd
Column

‘Ren huisartsje ren!’

16 reacties

‘Ik ben blij dat ik nu geen praktijkhouder ben, wat jij?’ fluistert een waarnemend huisarts mij toe tijdens een dienst op de huisartsenpost. Haar blik rust op twee praktijkhouders die een paar meter van ons vandaan hun frustraties over het covidvaccinatiebeleid ventileren. Het bericht dat ook Nederland stopt met het toedienen van het AstraZeneca-vaccin heeft er ingehakt. Veel praktijkhouders offerden hun weekenden op om de infrastructuur rondom het vaccineren rond te krijgen.

Van het bestellen van de vaccins, het uitnodigen van de juiste patiënten, tot het zoeken naar geschikte koelkasten en priklocaties; alles kost tijd en energie. En nu moet iedereen weer worden afgebeld. Hoewel de een het ziet als een morele verplichting of een mooie uitdaging, voelen anderen zich onder druk gezet en niet gehoord in hun beslommeringen. Huisartsen moeten honderdduizenden prikken gaan zetten. In zogenoemde ‘plukjes’, iedere week, maandenlang. Er wordt van hen een opperste staat van paraatheid, flexibiliteit en inzet verwacht tegen een niet-kostendekkende vergoeding. En dat allemaal náást de reguliere drukte op de dagpraktijk en de ANW-zorg waar zij ook verantwoordelijk voor zijn.

Een aantal hidha’s en waarnemers geeft schoorvoetend toe de plannen om praktijkhouder te worden te heroverwegen. Zij zien het vaccinatiegedoe als weer iets dat op het bordje van de huisarts wordt geschept en wordt opgegeten. Tegen heug en meug, tegen wil en dank. Zij zien het als het zoveelste voorbeeld van onvoldoende inspraak in eigen werkzaamheden en onvoldoende (financiële) waardering. Weer is de vraag die wordt gesteld: ‘Hóé gaan wij dit doen?’ in plaats van ‘Gaan wij huisartsen dit doen?’ Andere redenen waarom waarnemers terugdeinzen voor het praktijkhouderschap zijn: de onrechtvaardigheid in honorering en verplichting van de ANW-zorg en de druk die ontstaat door vergrijzing in de samenleving, substitutie in de zorg en personeelstekorten in steeds verder uitdijende eerstelijnscentra.

Van spin in het web naar hamster in het rad

Hoewel ook de meeste waarnemers geloven dat het zijn van een ‘vaste huisarts’ de echte meerwaarde van het vak vormt, vrezen zij voor wat het behelst om die persoon te zijn. Zij vrezen dat zij niet meer de generalist kunnen zijn die onafhankelijk en met een zekere professionele autonomie kan zorgen voor zijn patiënten. Zij vrezen dat de rol van spin in het web steeds meer verandert in hamster in het rad. Het rad waaraan door diverse partijen wordt gedraaid: ‘Ren huisartsje, ren!’ Zij vertellen ook niet geïnspireerd te worden door verhalen van praktijkhouders die al voor hun 40ste of 50ste hun praktijk doorverkopen en weer gaan waar­nemen. Of praktijkhouders die jaren eerder met pensioen gaan of naar het buitenland vertrekken omdat de regeldruk hier hun werkplezier verstoort.

Of de zorgen over het praktijkhouderschap nou wel of niet terecht zijn, ze zijn er. Ze dienen openlijk besproken te worden zonder te oordelen of te verzanden in de vruchteloze wij-zij-discussie, waarin waarnemers steevast worden weggezet als verwende krenten-uit-de-pap-pikkende millennials en praktijkhouders als tandeloze push-overs. Daar schieten we niks mee op. Wij vormen sámen de huisartsenzorg. We zullen zowel met elkaar als met externe partijen stevige gesprekken moeten voeren over de toekomstbestendigheid en de grenzen van ons prachtige vak.

Meer van Danka Stuijver
huisartsgeneeskunde vaccineren
  • Danka Stuijver

    Danka Stuijver is waarnemend huisarts. Naast haar columns voor Medisch Contact maakt zij ook de podcast Over de Grens.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Arjen Göbel

    huisarts, Amstelveen

    Beste Ad Bruggers,

    Gun mij, ons allen, en misschien zelfs jezelf een realistisch plezier en beweer alsjeblieft niet dat je als huisarts van 1300 patiënten goed zou kunnen rondkomen. Met alle respect voor jouw levensopvatting: dat lukt echt niet. D...aar haal je het norminkomen niet mee en als dat wel lukt vind ik dat heel knap maar dan bezuinig je toch echt bovenmatig ergens op; dat kan niet anders.

    Ik vind daarbij je pleidooi voor het driedaagse praktijk part-timerschap ook bezwaarlijk, want het suggereert dat dat de norm moet zijn: met zijn tweeën of zelfs drieën 2500 patiënten bedienen en dan hardop schrijven dat je daar nog goed van kan leven ook. Ik begrijp en respecteer dat er verschillen zijn in hoe je naar beloning kijkt, maar je kan ook overdrijven. Dit is bovendien koren op de molen van verzekeraars die denken: het is wel best zo, met al die part-time duo's die ons uit de brand helpen.

    Eén praktijk van 2300 mensen moet in 40 uur door één huisarts gedaan kunnen worden; dat is de norm. Als we daar van wegglijden op basis van maatschappelijke veranderingen (70% vrouw, duobanen, kostwinners thuis en minder inkomensnoodzaak c.q. -eis) en levensfilosofieën (zoals bij jou) en verschil in huur (wat dacht je van Amstelveen versus Groningen?) dan is het eind zoek en zijn we in de onderhandelingen nergens meer.

    1300 patiënten levert niet meer op dan 40 tot 60.000 bruto per jaar. Met alle respect voor dit bedrag en voor wie in welk beroep dan ook dit (niet) verdient: ik ga dergelijk zwaar, verantwoordelijk werk niet voor een dergelijk inkomen doen, ook niet in drie dagen, want dat zijn er stiekem toch vijf. Dus laten we nu met zijn allen geen wonderlijke dingen zeggen. Voor een goed huisartseninkomen, dat in gezonde relatie staat tot 50-60 uur per week werk, de zwaarte en verantwoordelijkheid en de ANW belasting, heb je 2500 patiënten in je eentje nodig.

    Meende je dat nou serieus: 1300 patiënten? :-)

    Vriendelijke groet, Arjen Göbel

  • Arjen Göbel

    huisarts, amstelveen

    Beste Danka,

    Je schrijft dat er een discussie is ontstaan over praktijkhouders versus waarnemers en dat er naar elkaar gebeten wordt. Ik zie dat niet zo. Zie mijn vorige stukje. Als steeds gezegd wordt dat er wij-zij ontstaat, dat er gebeten wordt... etc. suggereert dat een negatieve sfeer die er niet is en ook niet moet zijn. Daarmee wordt ook de situatie, die best nijpend is, geen recht gedaan.

    De praktijkeigenaren en waarnemers leven vreedzaam naast elkaar en vullen elkaar aan. Maar het is niet de bedóeling van het Nederlandse systeem dat deze groepen op deze manier naast elkaar bestaan, namelijk als een noodgedwongen symbiose. Waarnemers zouden niet kunnen bestaan als Praktijkhouders niet overbelast raakten. En door zich te onttrekken aan het 'officiële' systeem ontstaat er een ingewikkelde spiraal naar beneden en komt het verplichte deel van het systeem steeds zwaarder op de schouders van de PH te liggen die alles moeten organiseren waarbij de waarnemers de uren invullen, getuige Nota Bene ook jouw eigen stukje.

    Wat vind je van het pleidooi om waarnemers op één of andere manier dezelfde verplichtingen te geven als praktijkhouders? Dus op het gebied van ANW, maar ook bij het vaccineren etc.

    Vriendelijke groet, Arjen Göbel, Amstelveen

  • arjen gobel

    huisarts, amstelveen

    Beste Han, Lukas en Nienke, en anderen,

    Niemand, ook ik niet, heeft het gehad over 'verwende' krenten-uit-de-pap-pikkers. Waar komt het woord 'verwend' ineens vandaan? Waar komt het hardnekkige en onterechte idee vandaan dat de constatering dat e...r krenten-uit-de-pap worden gepikt een negatieve connotatie zou hebben? Het IS gewoon zo.

    Waarnemers pikken wel degelijk krenten uit de pap, en hebben geen enkele andere verplichting dan hun geld te verdienen met wat voor praktijkhouders op dit moment teveel is omdat die alle verplichtingen wél hebben. Niemand heeft het er over dat dat verwerpelijk zou zijn of een slechte mentaliteits-kwestie is. Dus laten we daar nou eens mee ophouden. Het is simpelweg een constatering en ik vind het erg vervelend dat het steeds getrokken wordt in de sfeer van dat praktijkhouders 'klagen' en dat dat onterecht is, dat we als praktijkhouders best goed verdienen, etc. Schrijven dat we zo'n mooi vak hebben is een dooddoener en helpt niet om problemen op te lossen. Ik vind dat ook en zou het weer kiezen als ik 18 was, maar dat dóet er niet toe. Wat er wel toe doet is dat er een ernstig scheefgegroeide situatie is ontstaan waarin waarnemers hun brood verdienen dankzij de overbelasting van praktijkhouders, waarvan er steeds meer het bijltje er bij neergooien. Hoe komt dat? Het lijkt me niet zinvol dat weg te poetsen met 'we hebben zo'n mooi vak' en 'we verdienen best goed', want dat is bezijden het punt.
    Die zoete broodjes leiden namelijk af van het werkelijke probleem, namelijk dat een praktijk ondanks de verdiensten en dat het zo'n mooi vak is, blijkbaar niet voldoende aantrekkelijk is om meteen te willen overnemen of zelfs te behouden. Want waarom gebeurt het anders niet?

    Vandaar mijn pleidooi om de ANW voor waarnemers net zo juridisch en contractueel verplicht te maken als voor praktijkhouders, zodat er - tenminste op dat gebied - sprake is van een eerlijke verdeling van de lasten. Dan laten we de lusten even voor wat het is.

  • Ad Bruggers

    Huisarts, GRONINGEN

    Veel mensen klagen graag en wat dat betreft zijn huisartsen net mensen. Wat ontbreekt in de column is het perspectief.
    Natuurlijk baal ik soms ook van de zwalkende vaccinatiestrategie, de aanleiding voor deze column. Natuurlijk wordt ik soms gek van... de zoveelste organisatie die zijn eigen digitale portaal heeft ingericht en de tijd die het daardoor kost om wat voor hulpmiddel dan ook te regelen.
    Maar er staat veel tegenover. Komende zaterdag gaan onze vier praktijken 600 mensen vaccineren, ruim 6% van de populatie. Op één dag! Niet alleen is de vergoeding wel degelijk kostendekkend, veel belangrijker is het gevoel dat dit geeft: dat wij als huisartsen een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het bedwingen van de corona-pandemie. Dat deze taak niet op ons bord is gesmeten omdat niemand anders het wilde, maar dat wij onze verantwoordelijkheid hebben genomen omdat we het kunnen.
    Het gaat misschien mis als je in je eentje 3000 patiënten probeert te bedienen. Maar met 1300 op naam heb je drie dagen werk, weinig diensten en kan je prima rond komen.
    In plaats van tot in lengte van dagen aan te blijven hikken tegen de last van een eigen praktijk zou je in het diepe kunnen springen en vertrouwen op de hulp van je collega's. We zullen je niet laten verzuipen. En anders kom je gewoon een keer kijken.

  • Han Mulder, Lukas Brouw, Nienke Rijkers-Koorn HR-Bestuur

    Huisartsenvereniging Regio Zwolle , Zwolle

    Ons beeld van de jonge huisarts is dat zij nog graag praktijkhouder willen worden (>75% LHV), echter niet direct. Generatie Y wil eerst een aantal jaar oriënteren, verwerkelijken en zoeken naar de “ideale” praktijk. Hier heeft een kanteling van visie... op levensloop plaatsgevonden. De praktijkhouders komen er wel, alleen verlaat. Ook “waarnemers weggezet als verwende krenten-uit-de-pap-pikkend” herkennen wij niet Zij maken slechts gebruik van de mogelijkheden.
    Wat we hier helaas terugzien is eenzijdige belichting met het gevaar van eigen waarheid vorming “Allemaal náást de drukte op dagpraktijk/ANWzorg, vrezen niet generalist te zijn, van spin in web naar hamster in rad, onvoldoende financiële waardering” De winst uit onderneming van praktijkhouders is gemiddeld buitengewoon goed. Verder kan het druk zijn en ANW lastig maar als praktijkhouder bepaal je dat zelf (bv je praktijk sluiten voor nieuwe patiënten) en ANW-diensten zijn meestal nog goed te verkopen als je maar betaalt
    Het mooie is juist dat je als praktijkhouder er zelf bij bent Spin in eigen praktijk. Wel moet je als beroepsgroep, net als elke andere overigens, je tegen de “boze buitenwereld” blijven verdedigen via VPH (vereniging praktijk houdend huisartsen) en LHV die overigens inderdaad wel vaker mogen bijten ipv blaffen;)
    Helder is het signaal dat hoe wij werken onder druk staat door andere belangen en dit onzekerheid kan brengen bij jonge collega’s. Daarbij snijd een opmerking hout; “Zij vertellen niet geïnspireerd te worden door verhalen van praktijkhouders waarbij werkplezier is verstoord” Als praktijkhouders iets te verwijten valt dan is het wel zich beklagen in het bijzijn jonge collega’s zonder compenserende verhalen over de prettige kanten van het praktijkhouderschap als of dat een taboe is. Het gevolg is dat terwijl wij buiten deze discussies verder genieten van een verder prima werkweek die waarnemer gaat malen omdat zij dat aspect van ons mooie bestaan niet zien. Collegas Voel je aangesproken.

  • G K Mitrasing

    huisarts, Amsterdam

    Goed stuk, dank. Als één van de weinigen die tot het puntje durft te gaan: de belangen van praktijkhouders worden weg gepolderd in kader van geven en nemen met allerlei obscure dealtjes; zie bvb de financiering van de huisartsenzorg in 3 delen: S2 e...n S3 deel vol onzinnigheden om de huisartsen klem te zetten. DE LHV heeft daar helaas nog steeds een negatieve rol inclusief de NHG. Laatst moes ik mij her-registreren als huisarts en na 37+ jaar werken in de zorg moet ik nog een “persoonlijk ontwikkelingsplan” opstellen. Het zijn juist dit soort kleine eisen die de microfysica van machtswerking laat zien tussen verschillende organisaties en het nut? Zero. Waarom de NHG en LHV dit hebben geïmplementeerd? Het laats zich raden…
    Tot nu toe ben ik één van de weinige praktijkhouders zonder contract met zorgverzekeraars als uiting van een principieel standpunt: zorgverzekeraars dienen de belangen van hun patient helemaal niet..

  • Danka Stuijver

    waarnemer, Utrecht

    Beste anonieme arts, dankjewel voor je reactie. Ik vind het jammer maar ook illustratief dat je het anoniem doet. Er blijft een taboe op rusten. Ook hier gaan reacties weer over waarnemers vs praktijkhouders. Terwijl, het vak is veranderd in de afgel...open jaren, en voor een groot deel niet ten goede. Daar lopen jonge huisartsen niet warm voor. Is dat gek? Nee. Ik weet zeker dat het vak van praktijkhouders prachtig en betekenisvol is. Dat je een mooie functie verricht in de maatschappij waar je trots op mag zijn. Dat je deels vrijheid hebt om de toko zelf te organiseren. En toch mag ook worden toegegeven dat er veel dingen gewoon niet goed gaan. Dingen waar we nee tegen moeten zeggen. Zaken waar we goede vertegenwoordigers missen.

    De directeur van een verzekeraar zei het zo: ‘het praktijkhouderschap wordt steeds meer een hondenbaan. Maar, ze blaffen wel maar bijten nooit. Dat weet iedereen.’

    Dus.. Wanneer gaan we bijten? En dus NIET naar elkaar aub.

  • Arjen Göbel

    Huisarts, Amstelveen

    Als vervolg op mijn stukje hieronder: Wat beoog ik met de stelling dat waarnemers alleen hun werk kunnen doen dankzij praktijkhouders die de kar trekken? (Ik ben het namelijk eens dat dit niet alleen geroepen moet worden maar dat er ook werkbare conc...lusies uit getrokken moeten worden, anders zou deze discussie inderdaad vruchteloos zijn).

    Ik beoog dat:

    a) Het praktijkhouderschap aantrekkelijker moet worden, want te weinig afgestudeerde huisartsen willen een praktijk beginnen.

    b) Het parttime bemensen door 2 huisartsen van 1 normpraktijk niet een gezond uitgangspunt is en dat dat moet veranderen: 1 normpraktijk moet door 1 fte huisarts in 40 uur gedaan kunnen worden.

    c) Er minder noodzaak moet zijn dat praktijkhouders waarnemers inzetten, waardoor waarnemers wel een praktijk zullen móeten beginnen om te kunnen werken als huisarts. Daardoor wordt het evenwicht hersteld.

    d) Er bewustwording ontstaat bij politiek, verzekeraars en LHV dat de situatie zoals die er nu is alleen kan bestaan omdat waarnemers de praktijkhouder helpen maar dat dat een in beginsel ongezonde situatie is, die gaat kantelen in de richting van dat er steeds minder praktijkhouders zullen zijn.

    e) de officiële, gereglementeerde, contractueel vastgelegde verantwoordelijkheid voor het invullen van de huisartsenzorg als geheel (inclusief ANW) ook bij waarnemers ligt en niet alleen bij praktijkhouders. NB: het gaat hier dus over de contractuele/juridische verantwoordelijkheid die gedragen wordt, niet of je wel of niet meehelpt, want dat gebeurt al.

  • anoniem

    waarnemend huisarts

    Beste Danka,
    Een mooie blog. Ik ben zo'n praktijkhouder die na zo'n 20 jaar praktijk weer waarnemer is geworden. Ik herken de redenen van Nico Terpstra helemaal. Maar ik heb nog een extra oorzaak die ik denk te zien. En die ligt in de LHV en de orga...nisatie van hoe huisartsen invloed kunnen hebben op het (landelijke) beleid. De LHV zit oneerbiedig gezegd te veel op schoot bij VWS. De LHV heeft woordvoerders, grotendeels geen huisartsen. Dit geldt mutatis mutandis ook voor het NHG. Er ontbreekt een dialoog, niet alleen een dialoog onder huisartsen (het grondvlak), maar ook een dialoog van het grondplak naar de top. Die top heeft de bevoegdheid om besluiten te nemen. Dat gebeurt in de LHV Ledenraad. Maar veel huisartsen zijn juist geen lid meer van de LHV om de redenen die Nico noemt. Wat je dan krijgt, zoals met de covidvaccinaties, is dat er geen gesprek onderling plaats vindt, dus geen gesprek 'of' we dit wel moeten willen. Maar meer een logistieke discussie, 'hoe' we dit gaan doen. Ik plaats anoniem omdat dit best een taboe is voor mijn gevoel.


  • Arjen Göbel

    Huisarts, Amstelveen

    Altijd boeiend als er gesproken wordt over een wij-zij discussie, alsof dat immoreel zou zijn.
    Er is een wij-zij discussie omdat er een wij-zij situatie is. Het is wel degelijk zo dat waarnemers de krenten uit de pap pikken en dat mag worden gezegd ...ook. Dat ze van groot belang zijn staat daar los van.

    Het systeem is dat een huisarts een praktijk heeft. Zolang de helft van de afstuderende AIOS zegt: ik wil geen praktijk, want...(vul maar in), kunnen zij alleen maar werken dankzij praktijkhouders die genoodzaakt zijn waarnemers in te zetten om aan hun verplichtingen (ANW, 24/7, palliatieve zorg, etc.) te kunnen blijven voldoen.

    Neem nou de 'praktijkverkleining' die enkele jaren geleden plaats vond. Dat is een theoretische verkleining geweest, geboren uit noodzaak (meer tijd voor de patient, minder werkdruk) maar betekende niet dat de praktijk daadwerkelijk 'kleiner' werd, maar dat bij gelijkblijvend aantal patiënten een hidha/waarnemer voor 1-2 dagen wordt aangenomen om dat te kunnen bolwerken. Ergo: waarnemers, zónder verantwoordelijkheid voor het praktijkhoudersschap, werken bij praktijkhouders die al die verantwoordelijkheden wel dragen.

    Dat er collega's zijn zoals Peter, die zeggen: zo zwaar is het niet, dan komt dat omdat zij bewust voor het parttime praktijkhouderschap kiezen en financieel niet al te hoge eisen stellen. Zeer respectabel, maar niet de norm waarop je het solistisch praktijkhouderschap moet baseren. Je ziet tegenwoordig heel veel duo-artsen samen 1 praktijk van 2500 mensen doen. Daar hebben ze hun handen vol aan en accepteren een lager inkomen in ruil voor 'vrije tijd' in die zin dat ze nu maar 45 uur werken in plaats van 60. Dat is niet hoe het moet zijn!

    Er is weldegelijk een wij-zij situatie en laat die benoemd worden in plaats van de goedbedoelde zachte-heelmeesters-maken-stinkende-wonden attitude van 'we doen het samen'. Want dat laatste komt alleen maar omdat de praktijkhouders de kar trekken waar waarnemers gewaardeerd op meeliften.

  • Rob van Ettinger

    Arts, BLESKENSGRAAF CA

    Beste Danka
    Mooi dat je het woord durft te nemen voor je waarnemende collega's.
    In onze regio Dordrecht en omgeving met 120 praktijkhouders lopen wij al aan tegen praktijken zonder praktijkopvolger en doen ons best in onze zorggroep met een project...groep collega's te inspireren om met (ex)praktijkhouders in gesprek te gaan en ze mee te nemen in alle voor en nadelen van het praktijkhouderschap met een open mind en volkomen vrijblijvend.
    Ik zet me daar graag voor in als aanstaande ex praktijkhouder omdat ik er 25 jaar van genoten heb in alle opzichten en ondanks het feit dat ik nooit meer dan 3 dagen patiëntenzorg deed toch een tweede huisje er op na kon houden:)

  • Peter Leusink

    huisarts, arts seksuele gezondheid, Gouda

    Beste Danka, graag zou ik als praktijkhouder de twijfelende waarnemers willen meegeven dat er een groot misverstand is over de eisen die aan huisartsen worden gesteld. Juist als praktijkhouder beslis je daar namelijk helemaal zelf over. Ik werk al 27... jaar parttime zodat er een goede prive-werkbalans is. Ik werk samen met 3 collega's (ook parttimers) en we verdelen de taken als werkgever. Voor de 'rompslomp' betalen we zo nodig een "ICT-mannetje" en hebben we een administratieve kracht in dienst. Zelden gaat er iemand na 17.00 naar huis. Nooit werkt er iemand in het weekend in de praktijk. We lunchen al 20 jaar elke dag een uur (!) samen met het hele team van de dag; gezellig en noodzakelijk. We zijn geen ja-knikkers op alle regionale plannen van de zorgverzekeraar. Hoe wij dat doen? Wij zijn principieel tegen goodwill en hoeven ons niet kapot te werken om schulden af te lossen. En wij kunnen goed leven zonder zeilboot en tweede huisje. Kortom: we hebben keuzes gemaakt naar onze wensen. De huisarts bestaat niet, die maak je zelf.

  • Marco Blanker

    praktijkhoudend huisarts, Zwolle (The Netherlands)

    Beste Danka, dank voor je reactie. Ik weet niet waar ik ontken dat collega's problemen ervaren, of het onterecht of verwend gezeur noem. Dat doe ik geenszins. Maar als je na het aandoen van het licht niet het gesprek kan voeren waarom je bang was in ...het donker, dan zal het licht nooit meer uit kunnen. Dat terwijl er heel wat donkere ruimtes en donkere tijden waren, zijn en zullen komen.
    Daarom de vraag - ook aan 'klagende' collega's - 'wat heb je nodig?' en 'welke scenarios zie je?'. En ook de - mogelijk confronterende - vraag "klopt jouw gevoel?". Neem de administratieve lasten. Die zijn er, maar worden door sommigen voorgespiegeld als de helft van de tijd. Feitelijk onjuist. Idem m.b.t. contractering "tijdverslindend", feitelijk onjuist. Dat kost 1 of 2 dagdelen (die ik ook liever aan iets anders besteed natuurlijk).
    Kun je een harde opsomming maken van taken die erbij zijn gekomen? En dan ook een lijstje maken van wat er aan de andere kant af is gegaan? Misschien valt de balans dan nog niet zo slecht uit. De niet-leuke taken worden vooral als tijdrovend ervaren. Maar een te grote focus op die negatieve kanten ontneemt het zicht op de prachtige kant van het vak en praktijkhouderschap. Vanuit een sterk georganiseerde praktijk zie ik voldoende ruimte voor extra taken.
    Adaptief vermogen hoort tot een van de kenmerken in de functieschets van de nieuwe dokters (Raamplan 2020). Ik denk dat dat helpend is.
    Jouw column daagt uit tot het gesprek dat ik dus graag voer, maar wel met een positieve(re) insteek.

    Wij gaan, samen met andere praktijken, een mooie zaterdag tegemoet, waarop wij 1250 patienten uit de 4 praktijken zullen vaccineren. Het team heeft er zin in. Ook al hoort het niet tot het basispakket van de praktijk.

    Fijne avond!
    Hartelijke groet, Marco

  • Danka Stuijver

    waarnemend huisarts, Utrecht

    Beste Marco, de laatste zin in je commentaar vind ik mooi te horen. Dat is denk ik precies wat moet gebeuren. Een goed geïnformeerd gesprek over wat het praktijkhouderschap inhoudt en openlijk de angst en terughoudendheid van weifelende waarnemers be...spreken.

    Simpelweg zeggen: het is niet zo. Dat is niet voldoende. Als ik bang ben in het donker en jij roept ‘onzin, het is helemaal niet eng’ of ‘zeik niet,’ maakt mij dat niet minder bang of het maakt dat ik het niet meer eerlijk zal zeggen. Het licht aandoen helpt wel en ik denk dat jij zeker hebt getoond dat op constructieve wijze te kunnen. Ook in je blogs.

    De geluiden in deze column komen niet, zoals jij op Linked-In zegt, vanuit mijn persoonlijke onderbuik. Het zijn geluiden van collega praktijkhouders. Collega’s die vaak niet eens durven uit te komen voor hun teleurstelling en zorgen omdat ze dan te horen krijgen dat ze niet moeten zeuren en moeten poetsen. Klaar. Tevens de zorgen van waarnemers. De angst om de regie over het werken leven en de werk/privé balans te verliezen. Onterecht? Verwend gezeur? Oke, dat zou goed kunnen maar dat geluid bestaat en verdient een open gesprek.

    Ik ben het eens dat deze pandemie een uitzonderlijke crisis is waaraan we allemaal ons steentje moeten bijdragen. Maar alle vorige taken die erbij zijn gekomen voor huisartsen? En de taken die nog gaan volgen? Hoe houden we het vak toekomstbestendig? Dat is de discussie die we moeten voeren denk ik. En niet tegen/met elkaar maar vooral met de externe partijen die Nico Terpstra benoemd.

    Met vriendelijke groet, Danka Stuijver

  • Marco Blanker

    praktijkhoudend huisarts, Zwolle

    Met de slotalinea ben ik het roerend eens. Ik heb mij (voor zover ik weet, en mijn geheugen is gemiddeld genomen beter dan die van onze demissionaire premier) nooit gezondigd aan een wij-zij-discussie. Waarnemers zijn al jaren een onmisbare schakel i...n vele praktijken en zeker ook in de dienstenstructuren.
    Ik ben verbaasd over de klaagzang die daaraan voorafgaat. Ik ben heel blij dat ik praktijkhouder ben. Ook nu. Juist nu. We kunnen als praktijkhouders namelijk het verschil maken. Door op te schalen, een stapje harder te werken. En daarmee een relevante bijdrage te leveren aan het bestrijden van deze pandemie. Ik ben ervan overtuigd dat juist het pragmatisme dat praktijkhouders kenmerkt sleutel is voor succes. We kunnen als geen ander improviseren en snel handelen. Niet lullen maar poetsen.
    En ja, dat moet er nu bij. En het kan erbij.
    Financiële waardering is er al decennia juist wel. We horen nog steeds tot de grootverdieners in de zorg en daarbuiten, ook zonder het tientje per patient dat we in 2020 ontvingen (voor gemiste inkomsten die op veel plekken niet bestond). Het loskoppelen van de ANW-vergoeding van de winst uit onderneming van praktijkhouders zet mensen bovendien op het verkeerde been. Elk jaar blijft er ruim genoeg over, maar misschien is mijn uitgave patroon te beperkt om in een zelfbeklag over inkomen te kunnen eindigen.
    We hebben baanzekerheid, mogen jaren op dezelfde plek werken zonder zorgen over de toekomst. En bovenal: we geven onze praktijken eigen kleur. Bij het overgrote deel ervaar ik geen enkel gebrek aan eigen regie. Bij sommige onderwerpen wel. Maar dat betreft de minderheid van mijn weekinvulling.
    Ik nodig jonge collega's die nadenken over vestiging van harte uit voor een positief gesprek over ons mooie vak en de vele voordelen van het praktijkhouderschap.

  • Nico Terpstra

    praktijkhoudend huisarts, Hoorn

    Mooie column, die opsomt wat ik al jaren roep. Danka Stuyver kiest er voor om in haar column geen aandacht aan de oorzaken te besteden, maar alleen aan de gevolgen. Het is echter nu wel belangrijk om hierover te filosoferen, omdat een oplossing begin...t bij een analyse van de oorzaken.

    Naar mijn mening zijn er drie "daders":
    1. De verzekeraars, die de praktijkhouders knevelen en knechten en steeds weer nieuwe hoepeltjes optuigen waar praktijkhouders doorheen moeten springen. Het hele ketenzorgmonster is nog niet op ons losgelaten of het nieuwe onzin-mantra - regioplannen - wordt alweer over ons uitgestort. etc etc
    2. De overheid, gerund door een liberale denktank met exact nul komma nul verstand van wat hun marktdenken, en het door hun afgegeven primaat voor de verzekeraars, voor narigheid bij huisartsen oplevert.etc etc
    3. De LHV, die de praktijkhouders niet meer vertegenwoordigt, maar een soort tandeloze poldertijger is verworden die vooral goed is in het afsluiten van steeds weer hogere CAO's voor ons personeel (terwijl de inkomsten niet toenemen). Er bestaat een Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH), maar die ontbreekt het aan daadkracht.

    Daarom stop ik per 1 januari a.s. met het praktijkhouderschap.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.