Regels tegen en voor oplichters
Plaats een reactieEnige jaren geleden was er in Zwolle een gesjeesde geneeskundestudent (dus zonder artsenbul) werkzaam als aios cardiologie. In de nasleep daarvan werden plots al onze BIG-registraties gecontroleerd.
Appeltje-eitje zou je denken: neem een student aan, geef die een lijst met alle medewerkers en in een week heeft hij ze gecheckt in ons landelijke register – daar is het immers voor. De werkelijkheid was anders: we moesten allemaal zelf op zoek naar formulieren met onze registraties, die inscannen en opsturen.
Dit illustreert twee belangrijke algemene regels van hedendaagse controle. Ten eerste dat instanties die met die taak zijn belast, graag zoveel mogelijk werklast bij de gecontroleerde partij leggen, en er vaak zelfs werklast bij verzinnen. Ten tweede dat ze liever zelf helemaal niets nazoeken. Slechts zelden staat er daadwerkelijk iemand op de stoep om aangeleverde documentatie over wetenschappelijk onderzoek, subsidie, onderwijsactiviteiten of accreditaties te spiegelen aan de werkelijkheid. Deels is dat het gevolg van een gebrek aan middelen, maar deels zou je het ook institutionele gemakzucht kunnen noemen. De gedachte erachter is niet volkómen irrationeel. Door veel werk voor oplichters te genereren, geven ze het wellicht bij voorbaat op. De meesten van hen passen fraude juist toe als alternatief voor hard werken.
Fraudeurs, maak jullie versie van de werkelijkheid vooral niet te mooi
Ik dacht hieraan terug bij een recentelijk uitgekomen documentaire over Bernie Madoff. Madoff beheerde een investeringsfonds dat geen beleggingen deed, maar slechts de inleg van deelnemers weer aan ze uitkeerde: een piramidespel. De zogenaamde winsten werden onderbouwd met achteraf verzonnen transacties. Toen de Amerikaanse toezichthouder SEC eindelijk een controle uitvoerde, deed die dat op die mappen vol geconfabuleerde documenten. Madoff moest echter ook opgeven via welke banken de transacties waren gelopen. Eén telefoontje naar één van die banken en hij was door de mand gevallen, maar niemand bij de SEC die dat pleegde. Lang verhaal kort: het piramidespel overleefde de controle en leek nu officieel goedgekeurd door de SEC. De investeringen liepen op tot meer dan 65 miljard dollar en de boel klapte bij de kredietcrisis van 2008.
Dat Madoff de boel zat de flessen was econometristen al veel eerder opgevallen. Het fonds behaalde namelijk een stabiel rendement van 8 tot 15 procent, élk jaar, wat statistisch onmogelijk is. Zij waren het die (vergeefs) verdenkingen van fraude meldden bij de SEC.
Dit leek dan weer op de ontmaskering van de Duitse professor Joachim Boldt, een anesthesioloog die een trits aan klinische trials publiceerde die nooit hadden plaatsgevonden. Hij ‘onderzocht’ vooral het effect van een zelfontwikkelde infusievloeistof. Boldt liep tegen de lamp toen hij een grafiek publiceerde met onwaarschijnlijk smalle betrouwbaarheidsintervallen van het base-excess van patiënten. Humane bloedwaardes zijn wellicht minder erratisch dan de aandelenmarkt, maar ook hier verwacht je een bepaalde spreiding.
De derde controleregel is daarom voor de fraudeurs: houd in het oog wat de werkelijkheid is en maak jullie versie daarvan vooral niet te mooi. Ofwel: wees niet lui, al staat dat natuurlijk haaks op een belangrijke motivatie om te frauderen.
Meer van Miquel Ekkelenkamp- Er zijn nog geen reacties