Blogs & columns
Column

Nog altijd voorpaginanieuws

6 reacties

Niet zo lang geleden stond ik voor een zaal jonge cardiologen. Ik doe altijd eerst maar een stukje medische geschiedenis, want als je wilt weten waar we in terecht zijn gekomen, dan is een blik op de afgelegde route een goed idee. Dus probeer ik in een minuut of tien aan te duiden wat er gebeurde na 1850. Anesthesie – asepsis – antibiotica – endocrinologie – nierdialyse – transplantatiegeneeskunde – beeldvorming – heup- en knieprotheses – psychomedicatie – epidemiologie – non-invasive surgery, waarna we voorgoed in de Engelse taal belanden en via CRISPR-Cas aan het genoom zijn gaan sleutelen.

Tot 1850 stond de dokter er hoofdschuddend bij, na 1900 waagde hij zich steeds dieper en verstandiger het lichaam in, en na 1950 is er ogenschijnlijk geen houden meer aan: geneeskunde kan meer, en meer, en meer.

Maar één ding bleef hetzelfde: het sterftepercentage van de mens is nog steeds 100 procent. Ik vroeg aan de zaal hoeveel uren (misschien?) of dagen (lijkt me niet) of weken (hou toch op!) zij in hun studie en opleidingstijd hadden besteed aan het zich bekwamen in goed zorgen voor stervende mensen. Het antwoord was: nul, zero, nada.

Op zich wel onthutsend, want we roepen nu al veertig jaar dat daar meer aandacht aan moet worden gegeven in de opleidingsjaren. En wat betreft mijn verlangen naar één behandelende arts voor kwetsbare ouderen in het ziekenhuis: ik kreeg te horen dat het binnen de cardiologie al heel moeilijk is om één overkoepelende cardioloog te vinden. Het vak valt namelijk uiteen in elektriciens die de bedrading doen, en loodgieters die over de kleppen heersen.

Ik heb altijd gevonden dat geneeskunde zich vaak misdraagt bij stervenden

In het licht van dit alles was ik tot mijn verbazing toch weer verbaasd over het proefschrift van Eric Geijteman waarin hij naging of artsen aan stervenszorg doen door te kijken naar het medisch regime in de laatste dagen. Hij ontdekte onder meer dat bij de helft van terminale kankerpatiënten in hun laatste drie dagen nog bloedonderzoek en echo’s werden gedaan. De Volkskrant besprak dit proefschrift zelfs op de voorpagina onder de kop: ‘Artsen behandelen in laatste fase te lang door.’ Cees Hertogh, hoogleraar ouderengeneeskunde, wordt geciteerd. Hij zegt over de opleiding: ‘Voor palliatieve zorg is geen enkele aandacht.’ Au!, denk ik dan.

Ik heb het nooit begrepen, dit doorbehandelen tot halverwege de teraardebestelling. Ik heb altijd gevonden, vanaf de eerste dag van mijn coschap interne, dat geneeskunde zich vaak misdraagt bij stervenden. En dat komt niet omdat ik empathisch hoogbegaafd ben. Het komt, denk ik, doordat ik pas op mijn 24ste aan de studie begon, nadat ik filosofie had gedaan. Ik was niet meer zo indrukbaar als op mijn 18de. Ik vond al gauw dat geneeskunde een veel te grote bek had over wat het vermocht.

Dat zal allemaal wel, maar we blijven zitten met de omstandigheid dat de meeste clinici palliatieve aandacht net zo interessant vinden als onderwaterhockey.

ouderengeneeskunde
  • Bert Keizer

    Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde en filosoof. Sinds 2016 is hij werkzaam voor het Expertisecentrum Euthanasie. Hij schreef maar liefst zeventien jaar voor Medisch Contact.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Marieke van den Beuken

    Hoogleraar Palliatieve Geneeskunde, Maastricht

    Natuurlijk we zijn er nog lang niet, maar momenteel lopen er grote projecten om de palliatieve zorg te integreren in de medische basisopleidingen (pasemeco.nl) en de opleidingen voor verpleegkundigen en verzorgenden. De medisch specialisten cursus pa...lliatieve zorg kent grote wachtlijsten. Laten we van uit positiviteit verder bouwen, het gaat misschien niet snel genoeg, maar palliatieve zorg staat meer en meer op de kaart.

  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    Onderstaande blog schreef ik naar aanleiding van een casus tijdens een van mijn waarnemingen. En dit was zeker geen eenmalig incident.

    Ronduit hopeloos... Ik heb de moed opgegeven.

  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    Multidisciplinair Falen - Deel 1

    54 jaar is ze, het restje mens dat ik in bed zie liggen in afwachting van haar 2e kuur tweede-lijns chemotherapie. Haar stralende persoonlijkheid is langzaam weggevreten door een glioblastoom en de daarop volgende ...behandelingen. Na twee hersenoperaties, 30 bestralingen en meer dan een half jaar chemotherapie is ze aan een kant van haar lichaam volledig verlamd, en ziet ze letterlijk de helft van de wereld niet meer. Ook herkent de gezichten van haar kinderen en man niet meer, herkenning die pas optreedt als ze de stem van haar kinderen of man hoort. Bovendien meent ze overal bekende gezichten te zien, ook al zijn het volstrekte vreemden, hetgeen al tot enkele gênante situaties heeft geleid. Ze kan niet lopen, nauwelijks in een rolstoel zitten, niet zelfstandig eten en niet haar eigen billen afvegen. Haar dochter benoemd later dat er ”geen 5% meer over is van de vrouw die zij als haar moeder kende”. Desondanks is ze toch een cyclus behandeld met lomustine, een chemotherapeuticum met een gemiddelde overlevingswinst van 1 à 2 maanden. In het meest gunstige geval.

    Ik ben werkelijk verbijsterd over hoe dit zo ver heeft kunnen komen. En dus praat ik met haar, haar man, haar kinderen en ook haar ouders. Ze willen zo graag dat de ziekte stabiliseert, meer is er sowieso niet te verwachten. Ik vertel ze wat de te verwachten winst qua tijd is, wat de bijwerkingen zijn van de lomustie, bijwerkingen die ze overigens al aan den lijve heeft ondervonden, en dat het mijns inziens verstandiger is de behandeling te staken. Ik leg uit dat ze de weinige tijd die haar nog rest beter kan gebruiken om samen met haar familie thuis door te brengen en niet in het ziekenhuis. 

  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    Ik schrijf in een e-mail aan de betrokken behandelaars dat ik verdere behandeling niet zinvol acht en blijkbaar schemert hier ook mijn verbijstering in door. De internist-oncoloog reageert gepikeerd: Ik zou volgens haar suggereren dat men maar gewoon... doorbehandelt zonder ook maar te overwegen of verdere behandeling wel zinvol is. De betrokken neuroloog voor wie ik waarneem heeft stoppen niet met patiente en / of familie besproken, zo vertelt de familie mij. 

    Een van de ANIOS heeft bij de 2e hersenoperatie meegekeken op de OK waar de neurochirurg hoofdschuddend aan de operatie begon. Hij zou gezegd hebben dat hij dit eigenlijk niet zou moeten doen, maar blijkbaar had de neuro-oncologische werkgroep in haar wijsheid besloten dat een 2e operatie wel degelijk zinvol was. 

    Uiteindelijk willen de ouders van patiente een second-opinion in het AvL. Ik begrijp het, er is niets ergers dan je eigen kind naar het graf te moeten brengen. Ik berust in hun wens, blijkbaar is de stap van opname voor chemotherapie naar abstineren erg groot, in dit geval te groot. In afwachting hiervan gaat patiente met terminale thuiszorg naar huis, zonder dat ze de 2e kuur lomustine heeft gekregen. Aan de second opinion is ze niet meer toegekomen. Nauwelijks drie weken overlijdt ze. 

    Ik vermoed dat er een wetmatigheid is bij multidisciplinaire samenwerking: hoe meer de verantwoordelijkheid in stukjes wordt verdeeld onder de betrokken behandelaars, hoe minder de afzonderlijke behandelaars geneigd zijn hun verantwoordelijkheid te nemen en de regie in handen te nemen. Met als gevolg dat de behandeltrein gewoon doordendert zonder dat iemand aan de noodrem trekt. 

  • Bert Keizer

    specialist ouderengeneeskunde, Purmerland

    Collega van den Beuken - van Everdingen heeft groot gelijk als ze zegt:

    "Palliatieve zorg hoort daarom integraal onderdeel te zijn van de basisopleiding geneeskunde."

    Ja, maar er gebeurt niks. Ik vrees dat alleen specialisten ouderengeneeskunde... en huisartsen het beschouwen als een belangrijk, ingewikkeld, noodzakelijk maar vooral ook zeer dankbaar onderdeel van hun werk.
    Hetgeen zich vertaalt in uitdrukkelijke, ook didactische, aandacht voor stervende mensen.
    Als arts bij de Levenseindekliniek en als SCEN-arts zie ik nogal eens dat een terminale patiënt die in een ziekenhuis wordt neergelegd het effect heeft van een naar binnen gegooide granaat waar iedereen van weg vlucht.
    Het enige commentaar dat men in huis heeft bij een dergelijke situatie is: 'Die vrouw moet hier weg.' En men is erg bereid om daar heel veel energie in te stoppen, in die overplaatsing, naar huis, hospice, verpleeghuis (of een andere afdeling).
    Terwijl de patiënt in kwestie uitstekend verzorgd zou kunnen worden op de plek waar ze beland is.
    Geweldig zoiets. En ik maar hopen dat dit een kwestie zou worden van 'opa vertelt'.

  • Marieke van den Beuken-van Everdingen

    Hoogleraar Palliatieve Geneeskunde, Maastricht

    “Geneeskunde die zich misdraagt bij stervenden.” Niet iedere arts zal zich hierin vinden, maar daar gaat het niet om. Het onderzoek van Geijteman trekt duidelijke conclusies en is bovendien niet het enige onderzoek dat aangeeft hoe het met de huidige... palliatieve zorg is gesteld. Interessanter is de vraag: hoe komt dat dan? En nog beter: en wat doen we er aan?

    De verontwaardiging bij de huidige situatie is invoelbaar, maar ook gemakkelijk. Lastiger is je realiseren dat we artsen nu eenmaal niet opvoeden om met palliatieve patiënt?en om te gaan. De impuls om te willen genezen verdwijnt niet vanzelf als de patiënt niet beter kan worden. Dit vereist aanvullende vaardigheden en een andere manier van denken. Laten we jonge dokters dat bieden. Laten we hen leren dat een stervende patiënt begeleiden óók hoort bij het artsenvak. Nagenoeg elke arts krijgt er immers mee te maken. Palliatieve zorg hoort daarom integraal onderdeel te zijn van de basisopleiding geneeskunde. Geen apart vak, dat makkelijk kan worden geschrapt als het curriculum overvol raakt. Maar ingebed in de opleiding, en niet alleen binnen het vakgebied van de oncologie, maar ook binnen de longziekten, de cardiologie en de neurologie.

    Op basis van wat er de laatste maanden is gezegd en geschreven over palliatieve zorg, zou je hoopvol worden: er ontstaat een breed besef dat voor goed sterven ook een goede begeleiding door de arts nodig is. Laten we nu doorpakken en artsen helpen, en hen al tijdens hun opleiding adequaat voorbereiden op het begeleiden van patiënten die het genezen voorbij zijn

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.