Blogs & columns
Bert Keizer Mariska Koster
2 minuten leestijd
Column

Medeleven - Bert Keizer

21 reacties

Het vertrek van collega Mariska Koster uit de longgeneeskunde werd alom toegejuicht. Nee, niet omdat collega’s en patiënten opgelucht waren van haar af te zijn, maar omdat de reden van haar vertrek door iedereen als indrukwekkend werd ervaren. Het is overigens niet zo makkelijk om die reden goed te beschrijven. Als longarts moest zij vaak, soms wel zeven keer per dag, slechtnieuwsgesprekken voeren. ‘Elk gesprek zit de dood naast me. Elk gesprek een mokerslag voor de mensen tegenover mij. ... Ik ben goed geworden in deze gesprekken. Maar aan het eind van de dag zit ik met een emmer vol tranen.’

Als ik het goed begrijp hield zij dit niet vol, omdat zij nergens heen kon met haar eigen ontreddering. Haar aanwezigheid bij Pauw en Witteman maakte diepe indruk, omdat iedereen naar aanleiding van haar sympathieke optreden dacht: dit is nou net de dokter die we allemaal willen, wat een verlies dat zij er mee op moest houden. Zij biedt haar patiënten immers precies waar zij, naast medische expertise, zo naar snakken: medeleven. In haar werk gaat het ook eigenlijk wel goed, maar ’s avonds thuis blijkt zij te veel medeleven in huis te hebben en dat houdt ze niet vol.

Collega Koster stelt een belangrijke vraag aan de orde, die mensen ons allemaal wel eens stellen: hoe houd je het eigenlijk vol, al die ellende? En zij geeft als antwoord dat we het niet volhouden, want zij ziet ons wegvluchten in onverschilligheid, managementtaken, botheid, wetenschappelijk onderzoek, parttime werken, alcohol, seks en medicijnen, of de oversteek naar Achmea in haar eigen geval.

Bij deze opsomming werd ik ineens pissig. De overgrote meerderheid van mijn collega’s redt het heel aardig zonder hun menselijkheid te verstikken op de beschreven wijzen. Volgens mij deug je niet voor ons vak als je als coassistent niet meerdere malen ’s avonds met zo’n emmer vol tranen hebt gezeten. Maar je deugt evenmin als je na jaren als praktiserend arts nog altijd zo’n last mee naar huis zeult. Sommigen van ons lukt het gewoon niet om de oversteek te maken van het medeleven dat je als coassistent bij de strot grijpt naar de beroepsmatige afstand die jouw aanwezigheid bij ellende tot een zegen maakt.

Ik meen dat collega Koster zich vergist als ze haar eigen lotgevallen omzet in een verwijt aan ons. Dat wij het volhouden is geen kwestie van hard worden, of cynisch, of onverschillig. Het gaat erom een weg te zoeken door een rampgebied, dat jij veel beter kent dan de patiënt die voor je zit. Dat is zegenrijke arbeid, zelfs als de route onhoudbaar naar het graf voert. Je houdt het niet vol omdat je patiënten altijd weet te redden. Je houdt het vol omdat je ziet dat ze ook in hun reddeloosheid veel aan jou hebben.


Bert Keizer, specialist ouderengeneeskunde

  • Bert Keizer

    Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde en filosoof. Sinds 2016 is hij werkzaam voor het Expertisecentrum Euthanasie. Hij schreef maar liefst zeventien jaar voor Medisch Contact.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W. van der Pol

    ziekenhuisapotheker, Delft

    In de discussie mag men zeggen wat men wil, daar is de vrije menings- en gevoelsuiting voor. De kunst is om niet te fel uit te halen en dat er verwijten heen en weer gaan. En dat is best lastig bij de "vrije uitingen" In het geval van dr Koster speel...t nog een -onbenoemd- aspect mee, namelijk de slechtnieuwsgesprekken met rokers. Dat zijn de onnodige emmers met tranen. Toen ik dr Koster op de TV zag, dacht ik direct aan een combi met haar twee collega-longartsen die de strijd tegen het roken hebben aangebonden, en die best meer steun zouden mogen ontvangen

  • C.M.A. Bruijninckx

    chirurg, ROTTERDAM

    Ik respecteer het besluit van collega Koster en ben heel blij met Keizers reactie.

  • ,

    Collega Keizer vindt het niet professioneel om niet tegen ellende te kunnen. Ik ben dat niet met hem eens. Via schade en schande heb ik geleerd dat het aantal sterfgevallen op een afdeling zoals de onze, een neonatale ic, niet boven de 10 procent moe...t stijgen. Bij een hoger sterftepercentage ontstaan er forse onderlinge ruzies. Dit deed zich bij ons voor in de jaren zeventig, toen werd gestart met regionalisatie van ernstig zieke pasgeborenen. Wij waren het laatste station. Kinderpsychiater Frijling-Schreuder leerde ons een slechtnieuwsgesprek te voeren en zij vertelde ook dat de dood van een patiënt een gevoel van onmacht geeft bij de arts. Die onmacht wordt vaak omgezet in ruziemaken; bij ruzie heeft de ruziemaker wel macht. En dat was precies wat er gebeurde! Zelf heb ik mij ook schuldig gemaakt aan geruzie. Wij waren inmiddels gestart met het ophalen van zieke baby’s met de ‘Babylance’. Ik las toen een artikel uit Zweden over concentratie van ic-patiënten en daarin stond dat de afdeling in elkaar klapt bij een sterfte van 20-25 procent. Dat was precies waar wij ook op uitkwamen. En de sterfte onder de kinderen die we ophaalden, was zelfs 50 procent. Wij hebben toen als richtlijn afgesproken niet hoger te gaan dan 10 procent sterfte. Wij bereikten dit door patiëntjes met een slechte prognose terug te plaatsen naar de regionale ziekenhuizen om daar te overlijden. En dat was niet alleen voor ons, maar ook voor de ouders en de kinderarts in de regionale ziekenhuizen een veel beter beleid.

    Janna Koppe, emeritus hoogleraar neonatologie, Loenersloot

  • E. van Herk

    Huisarts, KAMPEN

    Weer een haarzuiver geformuleerd stukje. Ik denk dat een belangrijke nuance er ook in zit dat de hoeveelheid van zulk ernstig leed tussen beoefenaren van de geneeskunst nogal verschilt. Zeven slecht-nieuwsgesprekken per dag voor een in de oncologie g...especialiseerde longarts, of misschien maximaal een of twee keer per maand voor een huisarts, dat moet toch ook verschil maken voor je incasseringsvermogen. Om een effectief hulpverlener te blijven moet de arts ook emotioneel goed voor zichzelf kunnen zorgen.

  • M. Torreman

    specialist ouderengeneeskunde in opleiding, TILBURG

    Deze column van collega Keizer is mijn inziens een gemiste kans.

    Zijn stelling dat coassistenten met emmers met tranen mogen (of zelfs moeten) zitten om ooit een goede arts te worden is nog enigszins begrijpelijk. Recent bleek echter een aanzienlij...k deel van de coassistenten burn-out klachten te vertonen. Zorgwekkend.

    De door hem benoemde beroepsmatige afstand die men zou ontwikkelen als praktiserend arts is herkenbaar. Bij zo’n afstand hoort echter toch een stuk compassie en medeleven, wil het geen onverschilligheid worden ?.

    Zijn mening dat we als arts voor patiënten in hun reddeloosheid veel kunnen betekenen en hier ook zelf energie uit kunnen putten, deel ik. Anderzijds is het simpelweg energie putten uit patiëntenzorg niet voor ons allen altijd even goed mogelijk. Zorgverleners hebben een verhoogd risico om op te branden. Voeg hieraan toe de snel veranderende wereld om ons heen en stress van niet puur medische zaken, zoals persoonlijke problemen, ruzies in maatschappen, administratie, etc. Bij Pauw en Witteman beschreef collega Koster dit als een reddeloosheid in eenzaamheid, d.w.z. zij ervoer buiten medisch inhoudelijk overleg weinig ondersteuning van haar collega’s. Recente drama’s van collega’s laten zien dat we als artsen soms niet goed voor ons zelf en onze collega’s (kunnen) zorgen.

    Als specialist ouderengeneeskunde, had collega Keijzer dan juist ook iets verder kunnen gaan dan vast te stellen dat: “sommigen het blijkbaar niet redden”. In dit specialisme met een hoog aantal sterfgevallen en moeilijke casuïstiek, bemerk ik namelijk dat er tijd genomen wordt voor deze aspecten. Het nabespreken van moeilijke casussen en de onderlinge bereidheid om elkaar te ondersteunen door b.v. diensten over te nemen, door intervisie, etc. Collega Keizer had het belang en doel hiervan kunnen onderstrepen, zodat wij het gezamenlijk vol kunnen blijven houden.

  • F.J.E.M. van Passel

    gepensioneerd anesthesioloog, EMMERICH-ELTEN Germany

    Collega Keizer brengt inderdaad de juiste nuancering aan. Ook in het begeleiden van terminale patienten ondervond ik destijds de zin van mijn arts-zijn.

  • M.N. Copper

    oogarts, TIEL

    Ben Keijzer verwoord het precies en professioneel. Ik bewonder de formulering en schrijfstijl. Zo duidelijk onderscheidend tussen emotie, empathie en professie. Ook met eerbied naar collega Koster.

  • R.F. van der Lek-Riemersma

    Psychiater, GRONINGEN

    Een terechte nuancering op het verhaal van mw Koster, helder geformuleerd wat ook mij niet lekker zat.
    Logische consequentie van haar verhaal zou overigens zijn dat zij zich bij Achmea hard maakt voor dit werk in de spreekkamer door aan te sturen op... minder nadruk op productie en kostenreductie, en betalen voor de zorg die artsen in de breedste zin aan patienten bieden.

  • A.L. Cense

    Psychiater, STOUTENBURG

    Tsja, dat overkomt mij nou ook wel eens; dat ik uit vooringenomen boosheid over essenties heen lees. Maar dit stuk van Bert Keizer getuigt nou juist wel van een non-macho gevoel voor de subtiliteiten die kunnen bepalen naar welke kant de balans bij o...ns doorslaat.
    Ik lees zijn stuk ook als een indirect pleidooi om niet te gemakkelijk te denken over oplossingen, maar om ons eerst te buigen over de vraag wat werkelijk bepaalt of we afbranden en mogelijke oplossingen daarmee een fundament te geven.
    Het is, bij voorbeeld, waarschijnlijk te simpel te denken dat 'praten over' , - al dan niet geritualiseerd tot 'debriefing' -, het geheim is: Gerzons heeft al decennia geleden vastgesteld in een onderzoek bij politiemensen dat debriefing eerder tot meer dan tot minder PTSS klachten leidt.
    Ik denk dat Keizer dan ook dichter bij de essentie zit met de veronderstelling dat het erg helpt om een gevoel te hebben dat we 'er toe doen'. En ik veronderstel dat een setting waarin de arts-patiënt relatie van substantiële betekenis is daarvoor waarschijnlijk de beste voorwaarden schept; vaststellende dat er veel settings zijn waar die nauwelijks een kans krijgt zich te ontwikkelen.
    Aan intercollegiale en/of multidisciplinaire contacten valt dat gevoel idealiter natuurlijk ook te ontlenen. Daarvoor hoeft het niet eens expliciet gemaakt te worden: het zit verweven in een samenwerking waarbinnen je elkaar respecteert. Zelf prefereer ik in deze context nadrukkelijk ook een stugge collega waarmee ik zo nu en dan een goede inhoudelijke gedachtewisseling heb boven een gecoachte 'ego-poetser'.

  • S.J.A. Verbeek

    Bedrijfsart, COULLONS France

    Hoe goed je ook relativeert, steun van je omgeving hebt, van betekenis kunt zijn voor je patiënten en het vak beheerst, je kunt het ook gewoon zat worden. Daar ik niets verkeerd aan.
    En dan beter vetrekken voordat het tezeer aan je gedrag te merken ...is, of het je eigen gezondheid aantast.

  • Jos Rensing

    huisarts, 'S-GRAVENHAGE

    Aan de redactie:

    Jammer dat u kennelijk anonieme reacties toestaat. Het verlaagt het niveau van de discussie direct, zoals te zien is in de reactie van "E, arts".

  • W. Beekhuizen

    arts, TER AAR

    Maar, hoe vindt een gewenste ontwikkeling van het medelijden van de coassistent naar professioneel medeleven van de jarenlang praktiserend arts dan plaats? Kennelijk is het niet alleen een kwestie van tijd.

    Inzicht is te verkrijgen bij onze oude fil...osoof Spinoza. Medelijden is één van de meer dan zestig “aandoeningen” (aangedaan zijn, emoties) die in de Ethica adequaat wordt geanalyseerd. Het “geometrisch” (met definities, stellingen en bewijzen) beschreven mechanisme kan helpen om actief de eigen gevoelens op dit punt te doorgronden.

    Ter illustratie wat zinnen uit de Ethica:
    - Medelijden kunnen wij omschrijven als Droefheid om het leed van een ander.
    - Medelijden vermeerdert lijden.
    - Wij hebben niet slechts medelijden met wezens die wij hebben liefgehad maar ook met wezens, voor welke wij voordien niets [bepaalds] gevoelden, mits wij slechts oordelen dat zij op ons gelijken.
    - Door het feit dat wij ons voorstellen dat een wezen hetwelk ons gelijkt een of andere aandoening ondergaat, wordt ook in onszelf een dergelijke aandoening opgewekt.
    - Deze nabootsing van aandoeningen heet, voorzover zij onder Droefheid thuishoren, Medelijden.
    - Een wezen waarvoor wij medelijden gevoelen trachten wij zoveel mogelijk van zijn ongeluk te bevrijden.
    - Deze wil of dit verlangen wèl te doen, die daaruit voortspruit dat wij voor het wezen waaraan wij een weldaad willen bewijzen, medelijden gevoelen, wordt Welwillendheid genoemd, die dus niets anders is dan Begeerte, ontstaan uit medelijden.
    - Medelijden heeft met het gebruik van de Rede niet te maken, ofschoon dit de schijn heeft van Vroomheid.
    - Het vereist daarom een bijzondere zielskracht om ieder te nemen zoals hij is en zichzelf ervan te onthouden aandoeningen van anderen na te bootsen.

    Spiegelneuronen waren in de 17e eeuw nog niet ontdekt, het mechanisme kennelijk wel en ook de bijzondere zielskracht die noodzakelijk is om te copen met Medelijden.
    Reden om Spinoza alsnog in het curriculum op te nemen?

  • E

    Arts, DELFGAUW

    Belachelijke tegenreactie van typisch een mannelijke arts.

  • Tim Linssen

    Huisarts, ROTTERDAM

    Keizer is mijn favoriete MC-columnist, maar ik vind het jammer dat hij het verhaal van Mariska Koster afserveert. Als ik zijn column goed begrijp, voelt hij zich aangevallen door haar betoog. Zij stelt dat de medische (vervolg)opleidingen onvoldoende... voorbereiden op de emotioneel belastende aspecten van het vak. Ook de beroepscultuur staat het tonen van en praten over emoties volgens haar in de weg.

    Keizer wordt daarover pissig, want "de overgrote meerderheid van mijn collega’s redt het heel aardig zonder hun menselijkheid te verstikken...". Gelukkig deel ik zijn mening over die meerderheid, maar daarom heeft Koster toch nog geen ongelijk? Er zijn twee waarheden. De ene is dat Bert Keizer ongetwijfeld terecht tevreden is over zijn eigen emotionele weerbaarheid en die van zijn collega’s. Het is spijtig dat die tevredenheid hem in de weg zit bij het serieus nemen van het even ware en waardevolle signaal dat Mariska Koster geeft.

  • dr. H. Burger

    chirurg n.p., DORDRECHT

    Van harte ben ik het met Bert Keizer eens. Gelukkig heeft hij zijn reactie op het artikel van de sympathieke Mariska Koster goed weten te formuleren. Onvermijdelijk komt Nico Tromps'ellendige ervaring weer boven, met tenslotte de excuses van het AMC ...en gelukkig eerder voor de vrouw van Nico Tromp de mogelijkheid om haar verhaal goed te vertellen in een TV uitzending. De tekst daarvan zou ik graag in Medisch Contact zien afgedrukt.

  • C.R. Lincke

    Kinderarts, Amsterdam

    Velen is dit uit het hart gegrepen, wat niet weegneemt dat Mariska Koster terecht aandacht vroeg voor intervisie bij medisch specialisten. Ondanks tranen die me ook na >25jr arts af en toe nog wel eens overvallen, is het vol te houden door steun en r...elativering van collega's en "significant others" en aandacht voor nabesprekingen ("debriefing") met je team. Wat betreft de debriefing na aangrijpende gebeurtenissen en intervisie is nog wel een hoop pionierswerk bij medisch specialisten te doen.

  • T.I. Yo

    chirurg n.p., HENDRIK IDO AMBACHT

    De genuanceerde reactie van Bert Keizer onderschrijf ik volledig. Jammer dat sommigen dit zien als een "typische mannelijke reactie". Mariska Koster verdient onze steun voor haar ongetwijfeld moeilijke beslissing de pulmonolgie te verlaten. Het zou e...chter aanstaande en reeds praktiserende collegae eens te meer moeten doen beseffen dat "Life is an incurable disease,it always ends fatally" ( Abraham Cowley).We hebben de plicht en de deskundigheid onze patienten en hun dierbaren dit te laten inzien.

  • R.H. Houwing

    Dermatoloog/SCENarts, EPSE

  • P.H. Roessingh

    Huisarts, WILP GLD

  • A. Collet

    specialist ouderengeneeskunde, GEULLE

    Ik houd het niet alleen vol omdat ik zie dat patienten ook in hun reddeloosheid veel aan me hebben, maar ook omdat ik collega's om me heen heb, die niet cynisch en onverschillig zijn. Gezamelijk oog en oor hebben voor "de emmer voltranen" maakt dat i...k mijn werk nog altijd fantastisch vind!

  • C.N.M. Renckens

    vrouwenarts, HOORN NH

    Dit is prachtig en uit mijn hart gegrepen. Een tegengeluid kon en mocht niet uitblijven. 'Maximale toenadering met behoud van distantie'(H.C. Rumke), dat is geneeskunde.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.