Blogs & columns
Column

Kunnen we in godsnaam terug naar de boerenverstandregel?

10 reacties

In ons werk sturen we veel informatie over patiënten heen en weer. Vroeger met de post. Ik zette dan met koeienletters ‘VERTROUWELIJK’ op de envelop, alsof dat ertoe zou leiden dat de postbode, geheel tegen zijn gewoonte in, deze nou eens niet zou openmaken. Magisch denken. Toen ontdekten we de fax, en ik moet u bekennen dat ik nog steeds denk dat faxberichten niet halverwege afgetapt kunnen worden.

Maar zo’n telefoonkabel kan dus worden opengemaakt om het nieuws de verkeerde kant op te laten stromen. Een soort buizenpost, maar dan anders. U merkt het, ik begrijp evenveel van elektronica als van higgsdeeltjes, Heidegger en Hegel. Vervolgens gingen we over op e-mail en dat ging ongeveer tien minuten goed, want nu bleek dat iedereen zomaar elk mailtje kon openen. Nee, u en ik kunnen dat niet, maar ZE kunnen dat wel.

Dus gingen we mails versleutelen. Het grappige van dat gedoe was, nee is, dat dit elektronisch inpakken van medische informatie plaatsvindt in een tijd waarin de mobieltjes van Merkel en van Obama gehackt worden. Een tijd waarin zelfs het Pentagon elektronisch zo lek is als de laatste hacker zal uitmaken. Een tijd waarin één delirante cybernerd alle, maar dan ook ALLE, sluizen in Nederland open kan zetten. Ik heb dit uit betrouwbare bron. U begrijpt dat zo’n hacker, die in één keer 360 duizend bankrekeningen kan plunderen, welhaast sissend van ongeduld elektronisch op de loer ligt om een mailtje van mij aan u over de halvering van de omeprazol van mevrouw Jansen open te breken en en ….. Wat die stakker ermee moet?

Door al deze onzin doen we ineens de gekste dingen als het gaat om het verstrekken van patiënteninformatie aan elkaar. Zo belde ik laatst collega X in ziekenhuis Y over meneer Z. Zij vond dat ze niet met mij over hem kon praten zonder een schriftelijke machtiging zijnerzijds. Ik dacht: wat is de waarschijnlijkheid dat ik als verveelde administratief medewerker bij de groenvoorzieningen in het Noorderkwartier telefonisch zou gaan poseren als een arts die een euthanasieverzoek tracht te onderbouwen? Ik vermeld mijn naam en dat ik als arts verbonden ben aan de Levenseindekliniek. Tijdens het gesprek blijk ik te beschikken over heel wat medische en persoonlijke informatie rond de heer Z. Ik spreek de medische terminologie met de juiste snelheid en klemtoon uit. Ik vraag u: hoe waarschijnlijk is het dat ik in het kader van enigerlei vorm van boze opzet deze collega consulteer? Kunnen we in godsnaam terug naar de boerenverstandregel waarin collega-zorgverleners die direct bij de zorg van de patiënt betrokken zijn elkaar kunnen raadplegen zonder rare fratsen? Vraagt een huisarts eerst een machtiging als zij een patiënt verwijst? Vraagt deze strikte collega een machtiging aan een opgenomen patiënt omdat ze anders geen informatie mag verschaffen aan de verpleegkundige op de afdeling? Hou toch op.

Meer van Bert Keizer

download deze column (pdf)

  • Bert Keizer

    Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde en filosoof. Sinds 2016 is hij werkzaam voor het Expertisecentrum Euthanasie. Hij schreef maar liefst zeventien jaar voor Medisch Contact.  

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.