Blogs & columns
Bert Keizer
Bert Keizer
2 minuten leestijd
Column

Ik beschouw dr. Kneipp en dr. Vogel niet als collega’s

1 reactie

Ergens in 2014 zat Sjoerd Repping, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde aan de UvA, in Buitenhof. Ik weet dit niet vanwege mijn olifantengeheugen (of zoals we tegenwoordig zeggen: mijn uitzonderlijk alerte hippocampus) maar omdat ik er iets over schreef in Filosofie Magazine. Repping zei toen dat 50 procent van alle behandelingen die wij toepassen in de geneeskunde niks uithaalt. Ik vond dat wel wat hoog, maar hoe dan ook beslist voldoende aanleiding voor nationale paniek. Maar er gebeurde niets. Geneeskunde, soms snap ik het vak niet.

Een blik op de verpleeghuiswereld levert al gauw veel stof op als je het hebt over zinloze verrichtingen. Zo is er een heel circus van wondbedekkingsmateriaal, voedingssupplementen, blaasspoelingsregimes, antidepressiva, tranquilizers en natuurlijk het gesmijt met antibiotica tegen ‘pneumonieën’ en ‘urineweginfecties’.

Het zit bijna allemaal op drogisterijniveau en ik heb er een slecht geweten bij, want ik heb een academische opleiding gevolgd. Ik beschouw dr. Kneipp en dr. Vogel immers niet als collega’s. U zult lachen, maar het is nog steeds zo dat men binnen het verpleeghuis na een zeer diepgravend gesprek soms besluit ‘om geen antibiotica meer te geven’. Waarna alle deelnemers menen een moedig besluit te hebben genomen. Terwijl ze wat betreft het verdere ziekteverloop net zo goed hadden kunnen besluiten om geen nieuwe gordijnen op te hangen.

U denkt dat ik overdrijf en om dat te weerspreken geeft Sjoerd Repping zijn hoogleraarspost in de voortplantingsgeneeskunde eraan. Ik lees in de NRC dat hij vanaf februari een programma van Zorginstituut Nederland gaat leiden, dat de (on)zinnigheid van medische behandelingen gaat onderzoeken. Benieuwd naar wat dat gaat opleveren.

De factoren die de geneeskundige praktijk bepalen, vormen tezamen een hoogst merkwaardige citadel waar de wetenschappelijke analyse van de gebeurtenissen in het menselijk lichaam slechts beperkt toegang heeft. En eenmaal binnen is het nog altijd niet de wetenschap die het meeste lawaai maakt in het gekrakeel. Doodsangst, medelijden, machtsstreven, cynisme, godsdienst, bijgeloof, geldhonger en hoop hebben een veel grotere stem in het kapittel.

Kijk eens naar de cholinesteraseremmers. Ze bieden geen enkele maar dan ook geen enkele vorm van soelaas bij dementie. Toch worden ze op grote schaal voorgeschreven, ze bestaan zelfs – je gelooft het niet – in pleistervorm! Dat voorschrijven gebeurt niet door onwetende drogisten maar door neurologen en geriaters, allemaal goedwillende mannen en vrouwen die de basisschool volledig hebben afgerond. Ik heb nogal eens te maken met deze ziekte, maar als ik iets zeg over de aard van deze medicatie dan word ik weggezet als een betweter, zeurpiet, spelbreker, zuurpruim of collega die kennelijk de protocollen niet kent.

Repping heeft nog heel wat voor de boeg als hij met zijn lijst begint. Hij zal zich vrij moeiteloos binnen de wetenschappelijke bewijsgrenzen kunnen bewegen, maar zodra hij die contreien verlaat belandt hij in een heksenketel. Mijn zegen heeft hij, maar ik voorspel huilen, sissen en brullen van vele kanten.

download deze column (pdf)

  • Bert Keizer

    Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde en filosoof. Sinds 2016 is hij werkzaam voor het Expertisecentrum Euthanasie (voorheen: de Levenseindekliniek). Hij schreef maar liefst zeventien jaar voor Medisch Contact. Ook is hij columnist bij Trouw.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Marchinus Hofkamp

    kinderarts n.p. - ismijnkindwelgezond.nl, Apeldoorn

    Enkele tropenjaren onder te primitieve omstandigheden – incluis veel te krappe medicamenteuze mogelijkheden – hebben mij leren inzien hoe vaak een lichaam zelf al het meeste op weet te knappen. Het natuurlijke beloop van een ziekte kennen wij vaak ni...et eens meer en dat ‘hoeven we ook niet te leren’. Dat hoeft op zich niet zo erg te zijn, maar de idee dat als de patiënt (wat) beter is geworden dit ‘dankzij’ ons medisch handelen is gebeurd, blijkt veelal toch voort te komen uit een wat overdreven medisch verwachtingspatroon, somtijds zelfs neigend naar medische arrogantie.
    Het is een euvel waar artsen in de reguliere geneeskunde evenveel last van hebben als ‘alternatieve’ dokters, met dien verstande dat de reguliere artsen vaak aanmerkelijk meer wetenschappelijke benen hebben om op te staan. Dat neemt niet weg, dat ook de reguliere artsen steeds weer kritisch naar eigen handelen dienen te kijken – onzin kan beter weggelaten worden.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.