Hoe we zelf onze pandemieën veroorzaken
Plaats een reactiePak ’m beet tienduizend jaar geleden besloten de eerste jager-verzamelaars landbouw te gaan bedrijven. Dat bleek een bijzonder slecht idee: voedingspatronen werden eenzijdiger, de nabijheid van vee faciliteerde de oversprong van dierlijke pathogenen, en doordat we dicht op elkaar leefden konden die ziektekiemen zich handhaven, hoppend van de ene naar de andere persoon.
Mazelen en pokken – twee van de meest vernietigende humane ziekten ooit – sprongen in die tijd op ons over en ontwikkelden zich tot humaanspecifieke pathogenen. En ook Yersinia pestis (builenpest en longpest) is toen gemuteerd uit Yersinia pseudotuberculosis; Y. pestis is het slappere broertje: hij gedijt alleen goed in opeengepakte populaties van zwarte ratten – of van mensen natuurlijk. Die afhankelijkheid van mensen geldt eigenlijk voor alle infecties met impact op onze demografie: ook tuberculose, hiv, malaria, syfilis en pneumokokken zijn soortspecifiek. Zonder ons, of met te weinig van ons, zouden ze verdwijnen.
Het ontstaan van nieuwe pathogenen is iets alledaags. Zo hebben we in het afgelopen jaar een nieuwe vorm van mpox zien opkomen, een luchtwegpathogeen geïdentificeerd die een hybride is van Chlamydia psittaci en Chlamydia abortus, en vastgesteld dat de toename van necrotiserende wekedeleninfecties wordt veroorzaakt door een nieuwe groep A-streptokokkenkloon (de M1UK-kloon). Dit waren er natuurlijk veel meer, en het hangt er ook maar vanaf waar je precies de grens legt voor wat een ‘nieuwe ziekteverwekker’ is. De resistenties bij gramnegatieve bacteriën vormen feitelijk ook epidemieën met nieuwe verwekkers, zij het dat het hierbij gaat om verspreiding van plasmides (een soort virussen van bacteriën) met nieuwe resistentiegenen.
Het ontstaan van nieuwe pathogenen is iets alledaags
Sinds covid zijn de meesten van ons wel bekend met de R-waarde die weergeeft hoeveel nieuwe infecties één besmet persoon veroorzaakt in een ziektenaïeve populatie. Een R-waarde groter dan 1 voorspelt een epidemie. De R-waarde is echter geen intrinsieke eigenschap van een ziekteverwekker, maar hangt af van de hoeveelheid contacten die de vatbare populatie onderhoudt. Je kunt die waarde omlaag krijgen door bijvoorbeeld de maatschappij in lockdown te brengen.
De R-waarde van covid was in de begindagen slechts 1,3 – en dat in moderne stedelijke gebieden. Als we allemaal 30 procent minder contacten hadden gehad, was de ziekte uitgedoofd. De paleolitische jager-verzamelaars, die in kleine groepen leefden en elkaar maar sporadisch opzochten, waren dus als groep immuun.
De oorspronkelijke herkomst van SARS-CoV-2 (overgesprongen op een dierenmarkt, een ongelukje in het lab?) gaan we wellicht nooit definitief ophelderen, maar welbeschouwd is die vraag ook maar beperkt relevant. We hebben met ons allen – door met zovelen te zijn en op elkaar te kruipen – die R-waarde boven de 1 geduwd. Een infectie met slechts een zeer beperkt verspreidingspotentieel hebben we doen uitgroeien tot een pandemie. Aan de humane bevolkingsgroei lijkt nog niet snel een einde te komen – dus op naar de volgende.
Meer van Miquel Ekkelenkamp:- Er zijn nog geen reacties