Blogs & columns
Column

Genderneutraal of genderspecifiek?

8 reacties

Binnenkort gaat de Tweede Kamer stemmen over de wijziging van de transgenderwet. Hierdoor wordt het mogelijk om je geslacht te laten aanpassen in je paspoort zonder een daadwerkelijke geslachtswijziging of medische ver­­klaring.

Deze eventuele wetswijziging roept veel emoties op en leidt tot de gebruikelijke polarisatie: voor- en tegenstanders die elkaar voor rotte vis uitmaken.

Door het ideologische geschreeuw is het lastig om rustig te verkennen wat de eventuele medische gevolgen kunnen zijn van deze wet. JA21-Tweede Kamerlid en arts Nicki Pouw-Verweij bijvoorbeeld, stelde vragen over een aantal praktische consequenties en kreeg prompt een woedende twitterbrigade over zich heen. Ze werd beschuldigd van transfobie, omdat ze in de ogen van sommigen een ideologisch scheve schaats reed door überhaupt vragen te stellen.

Artsenfederatie KNMG zei naar aanleiding van het nieuwe wetsvoorstel: ‘Als het schrappen van een artsenverklaring voor genderwijziging geen gevolgen heeft voor het leveren of verkrijgen van de juiste zorg, dan is die wetswijziging in lijn met ons uitgangspunt.’

Mooie woorden, maar misschien onvoldoende om de realiteit van de dagelijkse praktijk het hoofd te bieden.

Stel er zit een biologische vrouw met slaapklachten tegenover me die zich identificeert als man en dit met haar/zijn paspoort aantoont. Ik overweeg haar/hem zolpidem voor te schrijven. De werkzame stof bij vrouwen blijkt langer in het bloed aanwezig te zijn waardoor het theoretisch verstandiger is om een lagere dosering voor te schrijven zodat ze/hij in de ochtend geen risico heeft op slaperigheid achter het stuur. Moet ik mijn professionele standaard hanteren of de wens van de patiënt respecteren, namelijk om als man behandeld te worden? Wat zijn de tuchtrechtelijke gevolgen als ik daarvan afwijk omdat ik mee wil gaan in de fundamentele wens van mijn patiënt en zij/hij toch tegen een boom rijdt? Welke man-vrouw incidentiecijfers moet ik toepassen als ik de suïcidaliteit wil inschatten van een biologische man van 52 die zich nadrukkelijk en aantoonbaar identificeert als vrouw, terwijl mannelijke 50-plussers meer at risk blijken voor suïcide? En meer algemeen, welke bloeddruktabellen hanteer je als biologisch geslacht en paspoort niet meer overeenkomen?

Door het ideologische geschreeuw is het lastig om te verkennen wat de medische gevolgen zijn

Eind jaren negentig kreeg toenmalig minister van VWS Els Borst het voor elkaar om genderspecifieke zorg op te laten nemen in het geneeskundeonderwijs. In de afgelopen jaren is er hard gestreden om vrouwspecifieke zorg te emanciperen, onder andere door pleitbezorgers cardiologen Angela Maas, Janneke Wittekoek en emeritus hoogleraar voortplantingskunde Bart Fauser. Een terechte ontwikkeling omdat vrouwen te lang onvoldoende kwaliteit van zorg ontvingen, waardoor diagnoses werden gemist en behandelingen suboptimaal waren, bijvoorbeeld door een ander bijwerkingenprofiel. Het is terecht dat het vrouwenhart tegenwoordig hoog op de agenda staat, omdat hartklachten bij vrouwen vaak worden gemist omdat ze zich anders uiten dan bij mannen, maar wel verantwoordelijk zijn voor een schrik­barend hoog sterfte­cijfer.

Hoe verhoudt genderneutrale zorg zich tot genderspecifieke zorg en waar staan we als het gaat om goed hulpverlenerschap, zoals de WGBO van ons verlangt?

In de artseneed staat: ‘Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen’, maar dat kan alleen als we het er wel eerlijk over durven hebben en ons niet verschansen achter voor of tegen. 

Meer van Esther van Fenema:
transgender gender
  • Esther van Fenema

    Esther van Fenema is psychiater met een eigen praktijk. Ze is gepromoveerd op de toepassing van richtlijnen in de ggz. Verder werkt ze bij de crisisdienst, is ze auteur, professioneel violiste en opiniemaker voor onder andere Trouw en de EO.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • M.Y. de Lange

    Plastisch chirurg

  • I.G.C.M. Leijten

    Specialist ouderengeneeskunde, OOSTERHOUT NB

    Ik heb de column van Esther van Fenema met stijgende verbazing en ergernis gelezen. Zij spreekt over de kans beschuldigd te worden van transfobie. In mijn ogen geeft ze daar in haar column blijk van.

    Een transman in het voorbeeld wordt omschreven ...als hij/zij. Respect voor transpersonen begint met de vraag hoe diegene aangesproken wil worden. Vanuit dat respect is het een kleine stap om binnen de spreekkamer als goed hulpverlener gefundeerd de best passende behandeling voor te stellen. Mits dit goed genoteerd wordt in het medisch dossier, lijkt me de angst voor tuchtrechtelijke gevolgen zwaar overtrokken.

    Tevens is het voorbeeld van het verschil in suiciderisico tussen een cisman en een transman ongelukkig gekozen. Door de (onbewust) transfobe uitlatingen van de laatste tijd vrees ik dat het suiciderisico van transpersonen onverminderd verhoogd blijft.

    De transgenderwet gaat over een vinkje in het paspoort bij een klein aantal personen. Laten we ons daar als medici niet zo overmatig druk maken.

  • M. Haentjens

    verzekeringsarts

    Het issue van sexespecifieke medische behandeling neerzetten als factor van belang in de discussie over de wijziging van de transgenderwet en de stelling dat je daar als radicaal-rechtse parlementariër niks over zou mogen vragen omdat je dan Twitter ...over je heen krijgt, zijn zwakke argumenten. Het is immers een ideologische discussie en geen medische. En in de Tweede Kamer mogen alle vragen gesteld worden. De discussie wordt daar gevoerd en daar wordt straks gestemd, niet op Twitter.

  • A. Kaemingk

    psycholoog, blogger, docent Skillslab, Maastricht

    Een klein stapje op weg naar interculturele sensitiviteit. We zijn er nog niet. Deze blog heeft al iets meer oog voor de dilemma's van de dokter, maar nog te weinig voor die van de patiënt, i.c. de mens met gendervraagstukken (ivm het vreemde oorlog...sstuk van Bonneux). De eerstvolgende stap zou moeten zijn: kijk naar je eigen bias en kijk met onvoorwaardelijke openheid naar de mens achter jouw patiënt.

    Wat heeft de genderwet te maken met geneeskunde? Helemaal niks. De genderwet synchroniseert een officieel vinkje met een identiteit. Meer is het niet, al lijkt het soms ook hier een giant leap for mankind.

    Wat te doen in de zorg? Zorgverleners kijken hopelijk naar een mens, een individu.

    Sekse, geslacht en gender richting geven wel richting bij klinisch redeneren, maar zijn ook hele grote valkuilen voor stereotypering en inadequate zorg (bv vrouwen krijgen minder adequate pijnbestrijding dan een gem blanke man). Het zijn INDIRECTE aspecten van het individu. Ze vragen dus van de dokter om veel zelfreflectief vermogen over de eigen bias.

    Je kunt wel aan de slag met de DIRECTE aspecten. De individuele biologische variatie (spieren, hormonen, organen etc) en contextvariatie (medische geschiedenis, gezondheidsvaardigheden, levensverhaal, etc). Er zijn kleine mannen en grote vrouwen, er zijn mannen met weinig en vrouwen met veel testosteron, er zijn mensen met vergelijkbare organen die zich man of vrouw of niks noemen.

    We komen nu schoorvoetend uit het griezelig lang durende tijdperk waarin alle mensen gereduceerd worden tot een witte man van 45 jaar. Miljarden aan onderzoeksgeld gaan hiernaar toe. En nog altijd, zoals ook het meeste COVID-onderzoek. Dit levert niet-passende zorg.

    Vrouwen zijn geen kleine witte mannen, niet elke man is een man en zelfs is niet elke witte man van 45 die gemiddelde witte man van 45.

    Goede zorg richt zich op de aspecten die ertoe doen met aandacht voor de individuele variatie. Dat levert inclusieve zorg.

    [Reactie gewijzigd door Kaemingk, Anita op 02-10-2022 06:57]

  • S. Wilhelmus

    Klinisch patholoog

    Als toevoeging, zonder me uit te spreken als voor- of tegenstander van de transgenderwet; het is goed om over de praktische medische consequenties van een geslachtswijziging in het paspoort na te denken. Voor mijn werk als klinisch patholoog is het w...eten van het biologisch geslacht van iemand bijvoorbeeld zeer relevant. Zo komen sommige tumoren/ziektes (ook in niet-geslachtsorganen) nu eenmaal bijna niet voor bij het ene geslacht en wel bij het andere. Ook is het bij een uitgezaaide maligniteit bijzonder lastig als je niet geïnformeerd ben over het biologische geslacht. De persoonsgegevens die ik tot mijn beschikking heb, laten alleen het geslacht zoals gekoppeld aan het BSN zien. Nu zou je kunnen reageren dat een behandelend arts dit in de klinische gegevens van de aanvraag kan vermelden, en dat zou kloppen, maar ervaring leert dat dat nog weleens vergeten wordt (of ten tijde van de aanvraag niet als relevant wordt gezien).
    Nu zeg ik niet dat dit een onoverkomelijk probleem is, maar wel dat we erover na moeten denken en open over moeten kunnen praten.

  • V.F.R. van der Vlugt

    Medisch student, Utrecht

    Tekenend voor Medisch Contact dat dit ondertussen alweer de tweede transgender-kritische blog van de week is, zonder dat er daadwerkelijk een groots, onoplosbaar probleem wordt geschetst. De "problemen" die tegenstanders van de transgenderwet schetse...n, zijn (bijna) stuk voor stuk opgeblazen buiten proportie, of simpelweg onrealistisch. Zie ook mijn commentaren onder de blog van Luc Bonneux van 26 september jongstleden.

    Dat hun lichaam anders is dan de welbekende standaarden, zullen de meeste transgender patiënten wel weten én begrijpen. U schetst een probleem dat binnen 20 seconden op te lossen is: u kunt de genderidentiteit van een transgenderpatiënt erkennen, maar uitleggen dat u doseert volgens de biologie van het lichaam, al dan niet omdat dit anders gevaarlijk is. Overigens is het "probleem" dat u schetst enkel een extra reden om meer onderzoek te doen naar de invloed van cross-sexe hormoontherapie op alledaagse fysiologie en farmacokinetiek en -dynamiek, maar dat is een heel ander verhaal.

    Mevrouw van Fenema, heeft u overwogen deze "problemen" simpelweg met de patiënt te bespreken? De anamnese is toch één van de belangrijkste instrumenten van de arts? Zeker in de psychiatrie, kan ik mij voorstellen. Leg deze problemen voor aan de patiënt en kom samen tot een oplossing: mocht een buitengewoon eigenwijze patiënt toch tegen uw medische expertise in gaan, dan weet u in ieder geval dat u de best mogelijke zorg heeft geboden. Binnen no-time kunnen de hier geschetste problemen samen opgelost worden.

    Dat er binnen ons vak erkenning moet zijn voor de anatomie en fysiologie van het lichaam hoe het is, ongeacht de genderidentiteit, staat vast. Maar zoals ik reeds onder de blog van de heer Bonneux schreef, kan dit sentiment ook geuit worden zonder de "schuld" bij transgender mensen te leggen, of zonder onwaarheden te verspreiden. En bovenal kan dit zonder een barrière in hun transitie in stand te houden, die er onder de huidige wet helaas nog altijd vaker wel dan niet is.

  • K.M. van Nieuwenhuizen

    Neuroloog

    Geloof het of niet, maar je kunt gewoon praten met transgenderpersonen. Die echt begrijpen dat hun farmacokinetiek van zolpidem meer aan de 'sex' dan aan de genderkant zit. De opmerking over suicide is helemaal frappant, want er is meer dan genoeg l...iteratuur over het fors verhoogde suiciderisico bij transgenderpersonen, wat het risico op zelfdoding bij een cisgender man van 52 ruim overstijgt, iets wat neem ik aan een psychiater ook wel weet. Ik vermoed zelfs dat de auteur haar best moest doen om dergelijke 'problemen' te kunnen bedenken.

    Het gebruik van zij/hem is nogal flauw, en een beetje uit de tijd dat Borst nog minister van VWS was. het gaat hier om iemand zich presenteert als man, dus waarschijnlijk hij/hem/zijn veel passender vindt dan een mix van vrouwelijke en mannelijke voornaamwoorden.

    [Reactie gewijzigd door Nieuwenhuizen, Koen van op 30-09-2022 20:01]

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.