Blogs & columns
Mara Simons
3 minuten leestijd

Ei

10 reacties
beeld: Thinkstock
beeld: Thinkstock

‘We gaan een exploratieve laparotomie doen, kom!’ De clinical officer roept me vanuit de verte, als ik ’s ochtends het ziekenhuisterrein op loop. ‘O, oké. Nu?’ Hij zegt ja, maar als ik op de ok kom, een donkergroen geschilderd kamertje met een nogal onstabiel lijkend bed waaraan een armsteun ontbreekt, zie ik nog niemand. Een halfuurtje later wordt de patiënt in een rolstoel binnengereden en zonder een woord in een hoekje van de kamer geparkeerd. Een kwartiertje later druppelt er wat ok-personeel binnen en nog een halfuur later de anesthesioloog en de clinical officer.

‘Wat gaan we precies doen? Wat heeft ze?’ vraag ik. ‘Als we dat wisten, hoefden we haar niet open te snijden’, lacht de clinical officer. ‘Laten we maar eens kijken wat er allemaal in die buik zit.’ Dat is inderdaad wat je noemt exploratief. Een ok in dit ziekenhuis is elke dag opnieuw een avontuurlijke ontdekkingsreis door onontgonnen menselijk vlees, in plaats van een voorspelbare controle of die tumor die we op CT-, MRI- en PET-scan zagen ook daadwerkelijk 2,6 bij 3,1 cm is.

Ik krijg een scalpel in mijn hand en zet een snee van navel tot schaambeen. ‘Is dit echt de eerste keer dat je een buik openmaakt?’ Eh, ja. ‘Dus je hebt zelfs nog nooit een sectio gedaan?’ Eh, nee. ‘En je bent over een paar maanden arts?’ Eh, ja.

We snijden verder tot we de darmen tegenkomen en daarnaast een aantal ondefinieerbare structuren. Ik zie een bloederige massa met witte stukjes, de grootte en de vorm van een kippenei, met daaraan vast een zwartbruin kleiner bolletje dat uit meerdere blaasjes lijkt te bestaan. ‘Wat is dat?’ vraag ik.

‘Geen idee.’ Hij pakt het ding vast en trekt het wat naar boven. ‘Maar het hoort hier vast niet. Zullen we het er maar uit halen?’ Hij pakt de scalpel en snijdt het ei los. ‘Alsjeblieft’, zegt hij en geeft het aan mij. ‘Lunch.’ Hij graaft verder in de buik. ‘Het was een ovarium’, concludeert hij dan. ‘Dus je had toch gelijk met je ei.’

Het andere ovarium ziet er eigenlijk ook niet zo florissant uit. De clinical officer prikt in een blaasje op het ovarium, waar heldere vloeistof uitloopt. ‘Zo, dat is wel genoeg. Zwanger wordt ze niet meer, maar voor de menopauze is ze wel wat jong.’ Ze is vierentwintig.

Als we de darmen terug op hun plek willen leggen, komen we nog iets geks tegen. ‘Wat is dit?’ vraagt hij nu aan mij. Hij houdt een geel-roze-rood stuk vlees omhoog dat rechtsboven uit de buik lijkt te komen. Ik knijp erin. Het voelt hard aan. ‘Geen idee’, zeg ik nu. ‘Ik ook niet. Halen we er ook maar uit.’ En hij knipt het ding door en legt het in een bakje. Helaas zullen we er ook niet achterkomen wat we allemaal uit haar lichaam verwijderd hebben. P.A. is nutteloos in een ziekenhuis waar je toch geen mogelijkheden hebt om er iets aan te doen.

Ik hecht haar dicht. ‘Dat heb je zeker ook niet geleerd in Nederland?’ vraagt de clinical officer. ‘Eh’, zeg ik, twijfelend of ik mijn eer moet redden of eerlijk moet zijn.

Veel zweetdruppels en een aantal nieuwe naalden verder is de buik eindelijk dicht. ‘Zo, dat duurde lang. Heb je er maar meteen een hysterectomie achteraan gedaan?’ De clinical officer zit in een hoekje van de ok op me te wachten, spelend met zijn mobiele telefoon, type Nokia 3210.

Ik kijk hem met enige gêne aan. ‘No problem.’ En hij slaat me op mijn schouder. ‘No rush.
This is Africa.’

Mara Simons (pseudoniem) is coassistent.


PDF van dit artikel

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.