Ei
10 reacties‘We gaan een exploratieve laparotomie doen, kom!’ De clinical officer roept me vanuit de verte, als ik ’s ochtends het ziekenhuisterrein op loop. ‘O, oké. Nu?’ Hij zegt ja, maar als ik op de ok kom, een donkergroen geschilderd kamertje met een nogal onstabiel lijkend bed waaraan een armsteun ontbreekt, zie ik nog niemand. Een halfuurtje later wordt de patiënt in een rolstoel binnengereden en zonder een woord in een hoekje van de kamer geparkeerd. Een kwartiertje later druppelt er wat ok-personeel binnen en nog een halfuur later de anesthesioloog en de clinical officer.
‘Wat gaan we precies doen? Wat heeft ze?’ vraag ik. ‘Als we dat wisten, hoefden we haar niet open te snijden’, lacht de clinical officer. ‘Laten we maar eens kijken wat er allemaal in die buik zit.’ Dat is inderdaad wat je noemt exploratief. Een ok in dit ziekenhuis is elke dag opnieuw een avontuurlijke ontdekkingsreis door onontgonnen menselijk vlees, in plaats van een voorspelbare controle of die tumor die we op CT-, MRI- en PET-scan zagen ook daadwerkelijk 2,6 bij 3,1 cm is.
Ik krijg een scalpel in mijn hand en zet een snee van navel tot schaambeen. ‘Is dit echt de eerste keer dat je een buik openmaakt?’ Eh, ja. ‘Dus je hebt zelfs nog nooit een sectio gedaan?’ Eh, nee. ‘En je bent over een paar maanden arts?’ Eh, ja.
We snijden verder tot we de darmen tegenkomen en daarnaast een aantal ondefinieerbare structuren. Ik zie een bloederige massa met witte stukjes, de grootte en de vorm van een kippenei, met daaraan vast een zwartbruin kleiner bolletje dat uit meerdere blaasjes lijkt te bestaan. ‘Wat is dat?’ vraag ik.
‘Geen idee.’ Hij pakt het ding vast en trekt het wat naar boven. ‘Maar het hoort hier vast niet. Zullen we het er maar uit halen?’ Hij pakt de scalpel en snijdt het ei los. ‘Alsjeblieft’, zegt hij en geeft het aan mij. ‘Lunch.’ Hij graaft verder in de buik. ‘Het was een ovarium’, concludeert hij dan. ‘Dus je had toch gelijk met je ei.’
Het andere ovarium ziet er eigenlijk ook niet zo florissant uit. De clinical officer prikt in een blaasje op het ovarium, waar heldere vloeistof uitloopt. ‘Zo, dat is wel genoeg. Zwanger wordt ze niet meer, maar voor de menopauze is ze wel wat jong.’ Ze is vierentwintig.
Als we de darmen terug op hun plek willen leggen, komen we nog iets geks tegen. ‘Wat is dit?’ vraagt hij nu aan mij. Hij houdt een geel-roze-rood stuk vlees omhoog dat rechtsboven uit de buik lijkt te komen. Ik knijp erin. Het voelt hard aan. ‘Geen idee’, zeg ik nu. ‘Ik ook niet. Halen we er ook maar uit.’ En hij knipt het ding door en legt het in een bakje. Helaas zullen we er ook niet achterkomen wat we allemaal uit haar lichaam verwijderd hebben. P.A. is nutteloos in een ziekenhuis waar je toch geen mogelijkheden hebt om er iets aan te doen.
Ik hecht haar dicht. ‘Dat heb je zeker ook niet geleerd in Nederland?’ vraagt de clinical officer. ‘Eh’, zeg ik, twijfelend of ik mijn eer moet redden of eerlijk moet zijn.
Veel zweetdruppels en een aantal nieuwe naalden verder is de buik eindelijk dicht. ‘Zo, dat duurde lang. Heb je er maar meteen een hysterectomie achteraan gedaan?’ De clinical officer zit in een hoekje van de ok op me te wachten, spelend met zijn mobiele telefoon, type Nokia 3210.
Ik kijk hem met enige gêne aan. ‘No problem.’ En hij slaat me op mijn schouder. ‘No rush.
This is Africa.’
Mara Simons (pseudoniem) is coassistent.
Dingeman Rijken
Medical Officer, Holy Cross (ZA)
Onvoorstelbare gang van zaken. Zo slecht hoeft de zorg in ZA zeker niet te zijn; in elk ziekenhuis alhier kan PA worden aangevraagd en zijn er redelijk goede verwijsmogelijkheden. Zeker als het een 24-jarige vrouw betreft.
Kaspar Mengelberg
psychiater, Amsterdam
"Een halfuurtje later wordt de patiënt in een rolstoel binnengereden en zonder een woord in een hoekje van de kamer geparkeerd. Een kwartiertje later druppelt er wat ok-personeel binnen en nog een halfuur later de anesthesioloog en de clinical office...r". ..." ‘Zo, dat duurde lang. Heb je er maar meteen een hysterectomie achteraan gedaan?’ De clinical officer zit in een hoekje van de ok op me te wachten, spelend met zijn mobiele telefoon, type Nokia 3210".
Dank, Mara, voor dit naar ik aanneem realistische maar beschamende verhaal. Jou is uiteraard niks kwalijk te nemen. Je cynische en slordige 'opleider' aldaar wel.
R.W. Kreis
chirurg, BEVERWIJK
Werkelijk ontstellend. Al met al het toonbeeld van een volledig uit de hand gelopen opleidingstraject. De betrokken Universiteit is mede schuldig. Er is een interessant juridisch aspect. Shell staat op dit moment in Nederland voor de rechter voor "wa...ndaden" begaan in Nigeria. M.i. is er hier sprake van een medische wantoestand waar een Nederlandse arts in opleiding deelgenoot van is. Een waarschuwing is op zijn plaats.
R.W. Kreis
chirurg, BEVERWIJK
Werkelijk ontstellend. Al met al het toonbeeld van een volledig uit de hand gelopen opleidingstraject. De betrokken Universiteit is mede schuldig. Er is een interessant juridisch aspect. Shell staat op dit moment in Nederland voor de rechter voor "wa...ndaden" begaan in Nigeria. M.i. is er hier sprake van een medische wantoestand waar een Nederlandse arts in opleiding deelgenoot van is. Een waarschuwing is op zijn plaats.
Harry Wegdam
Voorheen chirurg HFH Techiman, Ghana,
Onbehagelijk voel ik me over de manier waarop Mara Simons verslag doet over haar ervaringen als senior coassistent in een tropisch ziekenhuis.
Ik neem aan dat het dat het beschrevene waar gebeurd is.
Geen goede ervaring.
Ze beschrijft het alsof he...t haar als “nitwit” allemaal overkomt en laat zich meeslepen in allerlei medische acties waar ze nog lang niet aan toe is.
Ze kijkt nog volledig van de onderkant tegen het vak aan en heeft zich vrijwillig in deze situatie begeven.
Waarom is ze daar, hoe komt ze daar en hoe heeft ze zich voorbereid op deze periode?
Als je in Nederland co bent en al totaal niet gelukkig kunt zijn met je chirurgische opleiders omdat je vindt dat “chirurgen horken zijn” ( NRC 19-11-1912, Mara Simons “Waarom zij de chirurgen zo arrogant?”) moet je vooral als co in de tropen gaan kijken.
Beter zal het daar zeker niet zijn.
Geneeskunde in de tropen gaat nu eenmaal mank door gebrek aan faciliteiten, wordt vaak uitgevoerd door voor hun taak onvolledig opgeleide mensen en daardoor is het kennelijk toch of juist aantrekkelijk voor mensen hier om daar langer of korter deel van uit te maken.
Als je daar niet mee om kunt gaan moet je in Nederland blijven en als je naast al je negatieve ervaringen niets positiefs te melden hebt moet je je afvragen of je er überhaupt wel over moet schrijven.
Je bewijst er jezelf en de tropengeneeskunde geen dienst mee.
Wat meer concentratie op de inhoud van het vak en wat minder op alle fletse franje er omheen, zou goed kunnen uitpakken.
J. Borgstein
kno-arts, Rotterdam
Mara Simons doet nog een paar weken Afrika aan het einde van haar coschappen want dat had ze nog niet gedaan. Hartstikke leuk toch!
Er komt een patiënte met buikpijn, of wat anders, maar daar komen we niet achter. Als je anderhalf uur naast een patië...nt zit te wachten, moet je vooral geen anamnese afnemen of haar even onderzoeken. Mara informeert niet wat de indicatie was voordat de patiënte onder narcose ging, heeft de patiënte nooit gezien, kent de patiënte dus niet en vraagt pas later aan de clinical officer wat het probleem is. Die wist het ook niet. Zonder CT-scan/MRI/PET is het ook moeilijk om iets over buikproblemen te zeggen.
Mara mag onder supervisie de buik openmaken. Van navel tot schaambeen – kleine chirurgen maken kleine wonden dus, rits die handel maar open.
Ze komt daar interessante dingen tegen. Ze knijpt in wat dingen, prikt ergens in, knipt er wat dingen uit. Maakt de buik weer dicht (ontdekt nu wel het nadeel van die grote incisie). Patiënt genezen? Doet er niet toe, ze is in ieder geval levend van de operatietafel gegaan. In Afrika is het helemaal niet nodig om nog even bij de patiënt te gaan kijken, of om na te gaan of ze beter is geworden. Als consciëntieuze co heeft Mara dat vast gedaan maar ze schrijft daar jammer genoeg niet over. PA doet ze niet: ‘P.A. is nutteloos in een ziekenhuis waar je toch geen mogelijkheden hebt om er iets aan te doen’, stel ze.
Dus zullen wij nooit weten wat dat ‘geel-roze-rood stuk vlees’ was ‘dat rechtsboven uit de buik lijkt te komen’. Aan de scherpe anatomische kennis merk je dat deze coassistent haar opleiding bijna heeft afgerond. Anatomische kennis is ook niet echt nodig. Na een tijdje herken je wel de dingen die je er ongestraft uit kunt halen, de dingen die je beter laat zitten en de dingen waar je niet te hard in moet knijpen.
Ik begrijp al die moralistische reacties niet – het is toch gewoon fictie. Tenminste, ik hoop dat het fictie is.
,
Mara Simons doet verslag van haar werk in ziekenhuis X, ergens in Afrika.
Haar column raakt een gevoelige snaar. Al jaar en dag zet de Nederlandse Vereniging voor Tropische Geneeskunde en Internationale Gezondheidszorg (NVTG) zich in voor een goede v...oorbereiding van artsen die in een ontwikkelingsland gaan werken. Begeleiding van coassistenten verloopt via universiteiten, de opleiding tot arts internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde via de NVTG. Het gedrag van coassistenten ter plaatse valt veelal buiten het gezichtsveld van de universiteit. Helaas, want goede voorbereiding, dat wil zeggen het verdiepen in de operatie-indicatie, en supervisie tijdens de ingreep is van groot (en soms van levens-)belang. Daarnaast gelden natuurlijk de randvoorwaarden van respect voor de patiënt, communicatie en bekwaamheid. In Nederland en ook in Afrika. De NVTG heeft een gedragscode om wanbeleid in een willekeurig ziekenhuis in de ‘bush’ tegen te gaan.
Daarnaast organiseren het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) en de NVTG een voorbereidingscursus voor werken in ontwikkelingslanden.
Het mooie van de column van Mara Simons is dat ze de gezondheidszorg over de grenzen onder de aandacht brengt. Het is van belang om te tonen dat waar artsen ook hun werk uitoefenen, ze dit conform de ooit afgelegde eed van Hippocrates doen, met om te beginnen: do no harm. Het veranderen van wantoestanden zoals Mara Simons beschrijft, vergt veel inspanning. Dat ligt niet alleen in de handen van de individuele arts in een vreemde context. Maar wat blijft is respect voor de patiënt. Op alle fronten en waar dan ook.
Roeland Voorhoeve, voorzitter Werkgroep Tropische Chirurgie (WTC), bestuurslid Concilium Opleiding Tropische Geneeskunde (COTG)
Pieter van den Hombergh, voorzitter NVTG
Esther Jurgens, beleidsfunctionaris NVTG
Peter Reemst, bestuurslid WT
P.M. Ghuijs
Oudste co Pathologie, MAASTRICHT
Ook ik kan eigenlijk niet geloven dat dit soort coschap plekken nog bestaan. En ook ik stond een beetje te kijken van de (beperkte) parate kennis die uit dit stuk blijkt, zeker aangezien we het hier blijkbaar over een oudste co hebben (over een paar ...maanden arts). Hoewel zowel deze kennis en die tijdslijn mogelijk verkeerd overkomen in dit verhaal? Ik hoop het maar.
Dat een co nog nooit een buik heeft opengesneden, ok. Sommige ziekenhuizen schijnen dat wel te doen, maar ik heb nooit in zo'n ziekenhuis gestaan (en dat ik vind dat beleid ook terecht).
Een goede kennis van anatomie en pathologie, en zeker van het abdomen, zou echter tijdens het coschap chirurgie ruim aan bod hebben moeten komen. Ik dacht eerst ook dat dit een coschap chirurgie zou zijn, maar bij mijn weten heeft geen enkele universiteit in Nederland chirurgie zo laat pas in het curriculum zitten. Ik hoop in ieder geval dat dit niet het 'officiele' coschap chirurgie van deze co was, stel je voor dat je met enkel deze ervaring chirurg wilt worden? Ik zou zeker de eerste keren niet graag op tafel liggen.
Al met al hoop ik dat er een goede terugkoppeling over de slechte kwaliteit van deze stageplek is geweest, en dat deze uit de mogelijkheden is verwijderd. Dit kun je geen opleiding meer noemen.
J. Kampman
huisarts, NIJVERDAL
walchelijk verhaal.
P.A. Wiegersma
opleider UMCG, KROPSWOLDE
Geachte Redactie,
Ik vraag me af of ik nu de enige ben die met afgrijzen deze column heeft gelezen.
De kennis en kunde van de co is duidelijk volstrekt onvoldoende, de begeleiding is abominabel hetgeen al met al de gezondheid van de beschreven patië...nt bepaald negatief zal hebben beïnvloed. Daar wordt overigens verder geen woord over 'vuil gemaakt'.
De instelling van de co is daarnaast eveneens van een onrustbarend laag niveau - liever ongetraind en onbevoegd medische handelingen verrichten dan gezichtsverlies lijden. Patiënten worden (ook) door haar kennelijk als een soort oefenobjecten gezien in de geest van de aloude opmerking van een chirurg: 'Al kost het tien boeren, ik zal het leren!'.
Hier lijkt me een (zware) taak weggelegd voor de facultair begeleider van deze co, zowel wat betreft de invulling van het co-schap als ook het de co op de hoogte brengen van de ethische kanten van de uitoefening van het vak. Daarnaast is zonder meer duidelijk dat deze stageplaats in geen enkel opzicht aan de voorwaarden voldoet; dit zou de faculteit moeten doen besluiten hier voorlopig geen co's meer naar toe te sturen.
Tot slot vraag ik me af in welke gemoedstoestand de co die dag heeft afgesloten: trots? tevreden? vreugdevol? Zelf hoop ik oprecht dat het een (terechte) schaamte was voor niet alleen het eigen handelen maar ook dat van de 'begeleider'.
Maar het was natuurlijk uiterst interessant te vernemen welk mobieltje de begeleider gebruikte..
P.A.Wiegersma