Een goede schouw
Plaats een reactie‘Mág ik dit eigenlijk wel aan jou vertellen?’, vraagt de arts-assistent van de SEH me. Door de piepjes van apparatuur heen, hoor ik haarfijn de achterdocht in haar stem. Ze kijkt me angstig aan, haar ogen glazig. Ik heb met haar te doen. Er komt vast niet dagelijks een gemeentelijk lijkschouwer over de vloer vanwege een mogelijk onnatuurlijke dood van een man.
Ik stel haar gerust: ‘Ook ik heb een beroepsgeheim, maar ben bij wet verplicht relevante zaken rondom de aard van het overlijden te vermelden aan de officier van justitie.’ Er blijken drugs in het spel, maar de precieze omstandigheden zijn nog onbekend. Suïcide, moord, ongeluk of misschien toch natuurlijk? Aan mij de taak om de puzzel op te lossen.
Forensisch artsen worden vaak met argwaan begroet. Als ik met een leger agenten in uniform (met wapens aan hun riem) de afdeling oploop om een overlijden te onderzoeken, begrijp ik dat mensen daar zenuwachtig van worden. Ineens lijken ze een rol te spelen in de nieuwste CSI-aflevering. Als gemeentelijk lijkschouwer vragen we regelmatig informatie op van artsen en ambulancediensten.
Suïcide, moord, ongeluk of misschien toch natuurlijk?
Het is goed dat zij nadenken over wat ze ons mógen vertellen. Het beroepsgeheim is heilig. Toch frustreert het me enorm als ik tegen muren blijf oplopen. Ik vraag me dan af wat in het belang is van de overledene. Kunnen we toestemming veronderstellen? Of zijn we bang voor het tuchtcollege?
Na onderzoek blijkt er geen sprake van een misdrijf bij het overlijden van de man. Goede rouw begint pas na een goede schouw. Relevante informatie van een behandelaar is daarin de eerste stap. Dat is essentieel voor het verwerkingsproces van nabestaanden.
Meer van Chun Sing Chiu- Er zijn nog geen reacties