Dieren van vlees en bloed
1 reactieIn juni verscheen een nieuw boek van de wereldwijd meest invloedrijke Nederlandse denker, de bioloog en antropoloog Frans de Waal. In zijn werk toont hij minder de aap in ons dan de mens in de aap. We zijn chimpansees op schoenen: dat zegt evenveel over ons als over de chimpansee. De standaardsociobiologie wijst op het dier in ons: onze agressie, racisme en machisme. De Waal toont de mens in de aap: prijzenswaardig gedrag dat we als menselijk benoemen. In een provocerende titel beschrijft hij apen en ons als ‘van nature goed’. Moraliteit is een biologische erfenis. Hogere apen en wij bezitten empathie, lossen conflicten op, streven naar verzoening en hebben een instinctief gevoelen voor rechtvaardigheid.
Dat mensen zich als beesten gedragen: de krant staat er vol van. Maar hoe dieren gedrag ontwikkelen dat we menselijk noemen: dat beschrijft De Waal. Hij slecht zo de laatste barrière tussen mensen en dieren. Niets menselijks is chimpansees vreemd. Mensen zijn slimmer, bewuster en meer empathisch dan hogere apen, maar ieder verschil is kwantitatief, niet kwalitatief. Dat stelt scherpe vragen over hoe we met dieren omgaan. Net als wij zijn de grote zoogdieren en vogels in staat tot emoties en lijden. We hebben nu een Trumpiaanse muur opgetrokken tussen dieren en mensen, tussen artsen en veeartsen. We willen niet weten dat we zelf ook dier zijn, en sterfelijk. Veeartsen slachten hun patiënten bij miljoenen af, redeloos, zinloos: groteske dierenoffers op het altaar van de perceptie. Artsen bevechten onze sterfelijke natuur door het blokkeren van maagzuur, plaatjes, bètareceptoren, cholesterol, angiotensine-converterende enzymen, calciumkanalen en nog wat. Offers om Thanatos toch nog even te paaien.
Grote zoogdieren en vogels zijn in staat tot blijdschap en lijden
Onlangs was er een roofvogelshow in het grand café van een verpleeghuis. Een Amerikaanse zeearend werd mee opgevoerd. Deze majestatische vogel vormt het embleem van de Verenigde Staten. Het wezen in het grand café leek erop, maar in deze bekrompen ruimte ging alle grootsheid verloren. Een arend is een cognitief hoogstaande jager, geen speelgoed voor shows. Het kan erger. In Denemarken zagen we overal (heel) grote stallen, maar nergens een koe. Mijn grootouders waren boeren, met wat koeien, varkens, kippen, een paar ouder wordende werkpaarden. Hun dieren hadden een naam en een karakter. De ene stond bekend als vriendelijk, de andere kwaadaardig. Als de koeien in de lente weer in de weide mochten, buitelden ze rond elkaar als een uitgelaten kleuterklasje bij het begin van de speeltijd. De moderne koe die de stal niet meer mag verlaten is ontdaan van alle dierlijkheid, herleid tot een loutere productie-eenheid van melk.
Vee bestaat omdat we het graag lusten. Zonder ons geen vee. Vee zet gras om in dierlijke eiwitten. Vlees, met mate geconsumeerd, is lekker, voedzaam en gezond: ik heb geen boodschap aan de veganistische religie. Maar grote zoogdieren en grote vogels zijn cognitieve wezens, in staat tot blijdschap en lijden.
We kijken met morele weerzin terug naar de tijd van slavernij en kolonialisme: hoe konden we andere mensen van vlees en bloed als minderwaardig beschouwen? Later zullen we terugkijken naar deze tijd met morele weerzin: hoe konden we ontkennen dat andere dieren van vlees en bloed in staat zijn tot blijdschap en lijden?
Meer van Luc Bonneux
M van der Deijl
Arts, Middelburg
Hoe rijmt de conclusie met het niet-veganisme? Ik weet ook het antwoord niet maar om een planeet vol mensen te voorzien van ook maar een sporadisch lapje vlees, zullen de dieren toch alleen een functie blijven hebben van voedsel voor "hogere apen" Ik... zal het boek met aandacht lezen. Dank.